Jeugd en Straf: van Halt tot PIJ

Jongeren die zich schuldig maken aan het plegen van overtredingen en misdrijven krijgen na aanhouding een straf. Maar hoe werkt dat? In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wat we precies onder jongeren moeten verstaan, welke typen wetsovertreders er in algemene termen te onderscheiden zijn en hoe er in Nederland gereageerd wordt op hun wetsovertredingen. Welke typen sancties kennen we? Wat is kenmerkend voor het jeugdstrafrecht en wat is de rol van kinderrechter en jeugdofficier van Justitie?

Wat is jeugdcriminaliteit eigenlijk?

Wanneer we de kranten er op naslaan dan lezen we dagelijks berichten over het fenomeen jeugdcriminaliteit. Toch worden met regelmaat overtredingen en misdrijven benoemd als jeugdcriminaliteit terwijl dat feitelijk onjuist is. De meest zuivere en formele definitie van jeugdcriminaliteit is de volgende: ‘Jeugdcriminaliteit verwijst naar gedrag van jongeren tussen de 12 tot 18 jaar waarmee bepaalde - in wetboeken vastgelegde - normen worden overtreden en waarop een straf staat’

Iedere jongere krijgt de behandeling die hij verdient

In algemene zin kan gesteld worden dat we in ons land - zeker als het gaat om crimineel gedrag van jeugdigen - terughoudend zijn met het opleggen van zware sancties zoals vrijheidsbenemende maatregelen. De eerste stap is om te investeren in het voorkomen van crimineel gedrag (preventie). Gaan jongeren toch in de fout dan zullen politie en justitie zich - over het algemeen – eerst bedienen van zogeheten ‘pedagogisch gerichte sancties’ en pas in een later stadium overgaan tot taakstraffen, straffen of maatregelen. Hamvraag is hoe er in ons land omgegaan wordt met welke type delinquente jongeren. Hiertoe maken we een onderscheid in kickgedragdelinquenten en harde kern-jongeren en psychopathologische delinquenten.

Kickgedrag

Circa 60% van de jeugd maakt zich tussen hun 12de en 18e tenminste wel eens één keer schuldig aan het plegen van een overtreding en misdrijf. Uit onderzoek is bekend dat het grootste deel van de jeugd zich schuldig maakt aan gelegenheidscriminaliteit. Voorbeelden zijn zwart rijden, diefstal op school, winkeldiefstal en vooral vandalisme. Vooral in vriendengroepen van jongens hoort dit leeftijdsgebonden delictgedrag er bij om te laten zien dat je als jongere durf en lef hebt. Delinquentie is veelal ‘normaal’ gedrag, een vorm van tijdverdrijf. Het meedoen met de groep is belangrijk om mee te tellen en delinquent gedrag werkt in vriendengroepen veelal statusverhogend. Andere aanleidingen om delicten te plegen zijn verveling, spanning, imponeergedrag op meisjes, sensatiezucht én ‘het geeft gewoon een kick’.

Harde kern en psychopathologische jeugddelinquenten

Helaas zijn de gangbare preventieve of licht sanctionerende maatregelen voor een klein gedeelte van de jeugddelinquenten niet afdoende. Een kleine groep van naar schatting 5% van jongeren (met name jongens) gaat door met het plegen van meer én ernstiger delicten. Zij komen wegens het plegen van strafbare feiten ook regelmatiger in aanraking met politie en justitie en dus ook met het jeugdstrafrecht.

Het criminele gedrag van de harde kern heeft zowel een structureel als instrumenteel karakter (instrumentele criminaliteitsstructuur). Structureel, omdat criminaliteit geen incidentele opwelling is, maar deel uitmaakt van het leefpatroon van de jongere. Instrumenteel, omdat het vaak een duidelijk doel dient. Het plegen van delicten vloeit voort uit een kosten-baten afweging. De kosten worden bepaald aan de hand van de pakkans en de kans op veroordeling, terwijl de baten veelal het financiële gewin zijn. Het zijn met andere woorden calculerende daders die contacten met politie en justitie als ‘normaal bedrijfsrisico’ zien.

Uit onderzoek onder jeugdige ernstige delinquenten die zijn voorgeleid aan de kinderrechter blijkt dat zij zes tot zevenmaal zoveel psychiatrische stoornissen vertonen in vergelijking met jongeren van deze leeftijd in het algemeen. Het is de veronderstelling dat een klein deel van de harde kern met dermate ernstige psychische stoornissen kampt dat zij het label ‘psychopathologische jeugddelinquenten’ ‘verdient’.

De kern van het jeugdstrafrecht en de sancties op een rij

Kenmerkend voor het jeugdstrafrecht is de beschermingsgedachte waardoor de nadruk meer ligt op het pedagogische effect van sancties en minder op het echte tuchten (gedetineerd zijn). In het nieuwe jeugdstrafrecht dat is ingevoerd in 1995 is de beschermingsgedachte - in vergelijking met het jeugdstrafrecht van voor 1995 - op de achtergrond gekomen. Uitgangspunt nu is de toegenomen mondigheid van jongeren. Door deze ‘vereenvoudiging en modernisering’ lijkt het jeugdstrafrecht nu meer op het volwassenenstrafrecht. Dit heeft onder andere geleid tot een aantal veranderingen c.q. verzwaringen in jeugdsancties.

Ondanks deze wijzigingen is de insteek van Jeugdofficieren van Justitie en kinderrechters dat de opgelegde sancties voor jeugdigen ‘opbouwend van karakter zijn’. Opbouwend wil zeggen dat in eerste instantie (first- en secondoffenders) gezocht wordt naar de mogelijkheid om een sanctie op te leggen met een pedagogisch karakter. Opbouwend wil overigens ook zeggen dat de sancties bij de recidivisten in zwaarte toenemen en de nadruk meer komt te liggen op het element dat er ook getucht dient te worden.

De diverse strafmodaliteiten zullen nu kort de revue passeren, waarbij de lijst begint met pedagogische sancties en eindigt met plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ).

Halt

In principe is de Halt-sanctie voor harde kernjongeren en psychopathologische delinquenten, gezien de aard van hun delictsgedrag, een gepasseerd station. Over het algemeen bestaat de Halt-straf uit het verrichten van werkzaamheden, het maken van excuses aan het slachtoffer en uit het terugbetalen van de aangerichte schade. Als de verdachte op het voorstel ingaat, voorkomt hij dat het proces-verbaal wordt doorgestuurd naar de Officier van Justitie.

Werk- en leerstraffen

Deze straffen, ook wel taakstraffen genoemd, kunnen in plaats van een hoofdstraf ((on-)voorwaardelijke vrijheidsstraf of geldboete) worden opgelegd. In feite kunnen er combinaties van werk- en leerstraffen opgelegd worden met een maximum van 240 uur. Te denken valt aan:
  • het verrichten van arbeid ten algemene nutte (werken in de groenvoorziening of een buurtcentrum),
  • het verrichten van arbeid tot herstel van de door het feit aangerichte schade,
  • het volgen van de cursus ‘slachtoffer in beeld’ (vooral voor plegers van geweldsmisdrijven),
  • het volgen van een cursus ‘sociale vaardigheden’,
  • het volgen van een cursus ‘sociale sexuele vorming’ (vooral voor plegers van ‘lichte’ zedenmisdrijven als schennis der eerbaarheid),
  • het meevaren op een zeilboot zoals ‘de Tukker’ of het werken op een boerderij in Frankrijk. Bij deze intensieve mengvorm van een werk- en leerstraf is er veel aandacht voor het individu en het groepsproces

Geldboete

Een geldboete kan een zelfstandige sanctie zijn, maar ook in combinatie met een andere sanctie (bijvoorbeeld voorwaardelijke vrijheidsstraf) worden opgelegd. De hoogte van de geldboete varieert afhankelijk van de overtreding.

Voorwaardelijke vrijheidstraf

De voorwaardelijke vrijheidsstraf dient vooral gezien te worden als een justitiële ‘stok achter de deur’. Deze sanctie wordt veelal in combinatie met een andere sanctie (hulp en steun) opgelegd.

Jeugddetentie

De onvoorwaardelijke vrijheidsstraf jeugddetentie kan in geval van een misdrijf opgelegd worden. De lengte van de jeugddetentie varieert van minimaal één dag tot maximaal twee jaar (detentie in jeugdgevangenis).

Plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ)

Naast bovengenoemde straffen kent ons jeugdstrafrecht ook een aantal maatregelen. Deze zijn bedoeld voor minderjarigen die in de ogen van Justitie niet alleen moeten tuchten omdat ze een ernstig feit hebben gepleegd, maar dienen ook te worden behandeld (denk in dit kader aan de psychopathologische jeugddelinquent). De belangrijkste strafrechtelijke maatregel tegen minderjarigen is plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (maximale lengte van zes jaar). Deze maatregel heeft de jeugd-TBR en IBB (inrichting voor buitengewone behandeling) vervangen.

Verplicht reclasseringscontact

Naast de straffen en maatregelen is er nog het instrument van het verplichte jeugdreclasseringscontact (begeleiding). Dit type sanctie wordt opgelegd bij niet al te ernstige feiten én in die gevallen dat er bij de jongere sprake is van breder probleemgedrag en er mogelijkheden lijken te zijn voor ‘hulp en steun’. In deze gevallen is het mogelijk dat er een raadsonderzoek plaatsvindt, dat er een OTS wordt opgelegd of dat er andere vormen van hulpverlening ‘op de jongere worden gezet’. Begeleiding door de jeugdreclassering is zowel voor als na de strafzitting mogelijk. In de nabije toekomst zal het jeugdreclasseringscontact ook mogelijk zijn tijdens en na een taakstraf en na jeugddetentie. De begeleiding kan opgelegd worden door de Officier van Justitie of de kinderrechter, maar kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming via de kinderrechter worden opgelegd. De begeleide jeugdreclassering wordt uitgevoerd door de gezinsvoogdijinstellingen zolang op de minderjarige het jeugdstrafrecht van toepassing is. Bij toepassing van het volwassenenstrafrecht ten aanzien van 16 of 17 jarigen verzorgt de Stichting Reclassering Nederland, het Leger des Heils of een CAD de reclassering.

De ‘spelers’ in een strafzaak

Op het moment dat een jongere een ernstig strafbaar feit heeft gepleegd wordt dit door de politie doorgegeven aan de jeugdofficier van justitie. De officier van justitie heeft een sleutelpositie in een strafzaak. Op basis van de rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming (achtergronden van de verdachte op grond van een basisonderzoek) besluit hij of een zaak wordt geseponeerd of vervolgd.
Het is belangrijk om te vermelden dat de officier van justitie ook zelf sancties kan opleggen zonder tussenkomst van een kinderrechter. Zo kan hij aan een verdachte een taakstraf of geldboete opleggen of afzien van strafvervolging als de verdachte een geldboete betaald. Dat de officier van justitie regelmatig gebruik maakt van zijn bevoegdheden, blijkt uit het feit dat slechts een klein deel van alle bij het openbaar ministerie geregistreerde zaken uiteindelijk aan een kinderrechter worden voorgelegd.

De kinderrechter is zowel rechter in civiele als strafrechtszaken. Ook de kinderrechter heeft een vergaande vrijheid in de keuze en zwaarte van een straf die aan een minderjarige wordt opgelegd. Nadat de kinderrechter zich heeft geïnformeerd over de aard van het misdrijf en de achtergronden van de verdachte beslist hij of hij afziet van strafrechtelijke vervolging (veelal bij first offenders en/of bij jongeren met een problematische achtergrond) of overgaat tot het opleggen van een taakstraf, geldboete of vrijheidsstraf.

Het is belangrijk om vast te stellen dat de kinderrechter in het verleden een veel grotere discretionaire bevoegdheid had dan tegenwoordig. Onder het oude jeugdstrafrecht (van voor 1995) kon er geen enkele beslissing met betrekking tot een jongere genomen worden zonder dat de kinderrechter op de hoogte was. Met de introductie van het nieuwe jeugdstrafrecht is er sprake van de formele scheiding van machten. Aan de ene kant heeft de officier van justitie meer bevoegdheden en aan de andere kant is er minder bevoegdheid bij individuele kinderrechters. In die gevallen waar sprake is van een vrijheidsstraf van meer dan 6 maanden of als een maatregel wordt voorgesteld tot plaatsing in een jeugdinrichting wordt de zaak voorgelegd aan drie rechters waarvan er een de kinderrechter is.
© 2010 - 2024 Sjorsie, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Jongeren en vuurwerkdelicten: de straffen en maatregelenJongeren en vuurwerkdelicten: de straffen en maatregelenVuurwerk heeft een grote aantrekkingskracht op de jeugd. Dit leidt helaas soms tot overtreding van de wet, alle campagne…
JeugdstrafrechtJeugdstrafrechtBijna alle jongeren doen wel eens iets wat niet door de beugel kan. Het stelen van een snoepje of iets vernielen. Experi…
mijn kijk opOpvoeders en jeugdcriminaliteitStelling: Bij jeugdcriminaliteit moet niet de dader worden gestraft, maar de opvoeders. Ouders zullen in sommige gevalle…
Sociale netwerken en jeugdcriminaliteit: netwerk jongerenSociale netwerken en jeugdcriminaliteit: netwerk jongerenSociale netwerken en jeugdcriminaliteit. Uit de literatuur blijkt dat het sociale netwerk van jongeren een belangrijke r…

Duizenden tamboers bij het Baselse carnavalDuizenden tamboers bij het Baselse carnavalCarnaval vieren gebeurt op diverse plaatsen in de wereld op heel verschillende manieren. Zo heeft ook de Zwitserse stad…
Carnaval in de Zwitserse stad BaselCarnaval in de Zwitserse stad BaselCarnaval in Basel (Fasnacht genoemd) vindt plaats in het zesde weekend vóór Pasen. Dit in afwijking van het gebruikelijk…
Bronnen en referenties
  • Bartels, J.A.C. (1995). Het nieuwe jeugdstrafrecht. Trema, 3:69-75. Doreleijers, Th.A.H. (1995). Diagnostiek tussen jeugdstrafrecht en hulpverlening. Gouda Quint B.V. Arnhem. Ferwerda, H.B. (2000). Jeugdcriminaliteit en de rol van de groep. De groep als negatieve voedingsbodem. In: J* - Tijdschrift over jongeren, 1(1): 34-44. Gorkom, M.C.E. van. (1996). Het nieuwe jeugdstrafrecht. Harmonie of discrepantie tussen juridische en pedagogische opties? In: TIAZ, Tijdschrift voor adolescentenzorg, 1: 33-41. Junger-Tas, J. (1997). Juvenile delinquency and juvenile justice in the Netherlands. In: J.A. Winterdyk (Ed.), Juvenile justice systems. International perspectives. Toronto, ON: Canadian Scholars’ Press, 55-75. Koens, M.J.C. (1995). Het nieuwe jeugdstraf(proces)recht. In: Familie en Jeugdrecht, 1: 3-7.
Sjorsie (8 artikelen)
Laatste update: 22-01-2010
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Sociaal cultureel
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.