De tiende ontsnapping uit Alcatraz: De Slag om Alcatraz
Gevangenen die wilden proberen te ontsnappen uit Alcatraz, één van de bekendste gevangenissen ter wereld, bedachten allerlei plannen om van het eiland af te komen. Veel van die plannen draaiden om gestolen gereedschap en uiteindelijk door het ijskoude water naar de stad San Francisco zwemmen of drijven. Een heel ander plan werd bedacht door een groep gevangenen onder leiding van Bernard Coy. In 1946 deden hij en zijn bondgenoten de meest gewelddadige poging ooit om van het eiland weg te komen. De ontsnappingspoging zou later bekend komen te staan als The Battle of Alcatraz De Slag om Alcatraz.
De gevangenen
Bij de tiende ontsnappingspoging waren in totaal zes gevangenen betrokken: Bernard Coy, Marvin Hubbard, Miran Thompson, Clarence Carnes, Joseph Cretzer en Sam Shockley. De laatste twee hadden in 1941 al samen met twee andere gevangenen de
vijfde ontsnappingspoging gedaan.
Bernard Coy
Bernard Paul Coy werd op 13 februari 1900 geboren in New Haven in de staat Kentucky. Als kind kreeg hij maar weinig aandacht van zijn ouders. Al op zijn vijfde begon hij met het stelen van geld uit zijn moeders portemonnee en op zijn negende werd hij aangehouden voor het stelen van auto-onderdelen. In 1916 ging hij echter het leger in en vocht hij mee tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog vertrok hij uit het leger zonder officiële toestemming, waardoor hij ontslagen werd. Vanaf dat moment ging het goed mis: hij was betrokken bij overvallen, mishandelingen en uiteindelijk een grote bankoverval. Hiervoor werd hij naar de staatsgevangenis Atlanta in de staat Georgia gebracht.
Marvin Hubbard
Marvin Franklin Hubbard werd op 13 augustus 1912 geboren in Boaz in de staat Alabama. Hij ging een paar jaar naar school, waarna hij op de boerderij van zijn familie ging werken. Op zijn tiende rende hij van huis weg om bij een ander familielid te gaan wonen, die hem huizen leerde bouwen. Het leek even goed te gaan, maar toen Marvin zeventien was, kreeg hij contact met andere criminelen en raakte hij betrokken bij gewelddadige incidenten. Uiteindelijk werd hij hiervoor gearresteerd en naar de staatsgevangenis Atlanta gebracht.
Miran Thompson
Miran Edgar Thompson werd op 16 december 1917 geboren in Union in de staat Alabama. Toen hij tien was, stond hij al goed bekend bij de politie en werd hij naar een hervormingsschool gestuurd. Hieruit wist hij vijf keer te ontsnappen. Zijn strafblad groeide tijdens de jaren erna snel: er kwam brandstichting op te staan, mishandeling, inbraak, diefstal en zelfs moord. Het leverde hem een levenslange gevangenisstraf op, uit te zitten in Leavenworth in de staat Kansas.
Clarence Carnes
Clarence Victor Carnes werd op 14 januari 1927 geboren in Daisy in de staat Oklahoma. Hij had Indiaans bloed: zijn beide ouders behoorden tot de Choctaw Indianen. Clarence groeide in armoede op en overtrad op zijn achtste voor het eerst de wet. Tegen de tijd dat hij een tiener was, gaf hij al leiding aan zijn eigen bende. Op zijn vijftiende pleegde hij zelfs een moord toen hij een pompstation overviel en de bediende dood schoot. Hiervoor kreeg hij levenslang, maar hij wist al snel uit de gevangenis te ontsnappen. Toen hij weer opgepakt werd, werd hij meteen doorgestuurd naar de staatsgevangenis Leavenworth.
Joseph Cretzer en Sam Shockley
Deze twee gevangenen deden in 1941 de
vijfde ontsnappingspoging uit Alcatraz. Omdat die poging mislukt was, wilden ze graag op een andere manier proberen van het eiland af te komen.
Naar Alcatraz
Alle heren werden naar Alcatraz gestuurd vanwege hun lange gevangenisstraffen, hun gewelddadige karakter en het feit dat een aantal van hen al eens geprobeerd hadden te ontsnappen. Bernard Coy kwam als eerste aan op Alcatraz: op 31 juli 1937 werd hij AZ-415. In 1944 werd Marvin Hubbard vanuit Atlanta overgeplaatst naar Alcatraz, waar hij AZ-645 werd. Clarence Carnes en Miran Thompson arriveerden beiden in 1945: Clarence werd op 8 juli AZ-714 en Miran werd op 15 oktober AZ-729.
Joseph Cretzer en Sam Shockley waren alle twee al langer op Alcatraz Eiland: Joseph was sinds 27 augustus 1940 AZ-548 en Sam Shockley was op 23 september 1938 AZ-462 geworden.
Het plan
Sinds zijn aankomst op Alcatraz was Bernard Coy bezig met het bedenken van een ontsnappingsplan. Hij geloofde dat, om van het eiland weg te komen, hij en andere gevangenen die wilden ontsnappen aan wapens moesten komen.
De voorbereidingen
In 1945 wist Bernard een baantje te krijgen als cellenblokbewaker, een baantje alleen weggelegd voor de gevangenen die echt vertrouwd werden. Bernard kon zo goed rondkijken in het cellencomplex en de gewoontes van de bewakers bestuderen. Zijn plan kreeg langzaam vorm en begon bij de wapengang: een met tralies overdekte gang waar de bewakers doorheen konden lopen en zo het hele cellencomplex in de gaten konden houden. Bernard bedacht dat als je daar kon komen, je geweren kon stelen en de sleutel naar de binnenplaats. Vervolgens zou je de bewakers van de wachttorens neer kunnen schieten, vluchten naar de haven en de kapitein van de veerboot tussen Alcatraz en San Francisco dwingen je naar de stad te brengen. Daar zou je gemakkelijk kunnen verdwijnen. Bernard hield in zijn plan rekening met het eventueel moeten gijzelen van bewakers en / of hun familieleden. Hier had hij geen moeite mee.
Hulp
Bernard wist dat hij zijn plan niet alleen uit zou kunnen voeren. Hij zocht hulp bij Joseph Cretzer en Sam Shockley, omdat zij al eens geprobeerd hadden te ontsnappen. Daarna vroeg hij de andere drie heren hem te helpen. Verder kreeg hij hulp van heel veel gevangenen die hem gereedschappen bezorgden, zoals een traliespreider: een instrument bedoeld om de ruimte tussen de tralies breder te maken.
De ontsnapping
Op 2 mei 1946 werd het plan in werking gezet. Om tien over half twee s middags begon Sam Shockley zo veel herrie te maken in zijn cel dat een bewaker naar hem toe ging. Bernard Coy, die de vloer aan het boenen was, gaf een teken aan Marvin Hubbard, die in de keuken aan het werk was. Marvin vroeg aan bewaker Miller of hij terug mocht naar zijn cel, waarop Miller door Bernard en Marvin met een gestolen mes uit de keuken aangevallen werd. Hij werd opgesloten in cel 403, nadat Bernard en Marvin zijn sleutels gestolen hadden.
Het tweetal bevrijdde meteen hun partners uit hun cellen, waarna Bernard zijn tas met gestolen gereedschappen ging halen. Hij kleedde zich uit, smeerde zich in met vet, klom naar de wapengang en gebruikte de traliespreider. Omdat hij flink afgevallen was, wist hij zich door de opening tussen de tralies te wurmen. Zodra hij op de gang stond, viel hij de bewaker aan die bij Sam Shockley gekeken had en bracht zijn wapen naar zijn partners. Vervolgens werd de bewaker bij bewaker Miller opgesloten.
De ontbrekende sleutel
Alles ging nog volgens plan. Bewakers die kwamen kijken, werden overmeesterd en hun wapens afgepakt. De groep wist een aardige verzameling geweren, kogels en gasmaskers bij elkaar te krijgen. Er was echter één probleem: waar was sleutel 107, die de deur naar de binnenplaats moest openmaken? Alle bewakers werden gefouilleerd, maar de sleutel werd niet gevonden. Bewaker Miller had hem namelijk in het toilet van cel 403 verstopt. Na heel lang zoeken, vond Bernard Coy de sleutel dan toch, maar door zijn haast lukte het hem niet de deur te openen. De deur had een automatisch slot, wat in werking gezet werd. Hierdoor zaten de gevangenen in de val.
De Slag
Joseph Cretzer draaide op dat moment door. Hij begon te schieten in de cel waar de bewakers opgesloten zaten. Veel van hen raakten gewond en Miller overleed zelfs. Intussen had gevangenisdirecteur Johnston om hulp gevraagd. Gevangenen die buiten aan het werk waren geweest, werden naar de binnenplaats gebracht en gevangenen in het cellencomplex verborgen zich in hun cellen. Een grote groep bewakers bestormde namelijk het cellencomplex, waarbij één van hen Harold Stites om het leven kwam. Ook van buiten kwamen schoten: met behulp van de marine nam de politie Alcatraz onder vuur. Via openingen in het dak werden granaten het cellencomplex ingegooid. Gevangenen die niets met de ontsnapping te maken hadden, blokkeerden angstig hun cellen met matrassen en alles wat ze maar konden vinden.
Het einde van De Slag
Het gevecht ging bijna vijfenveertig uur door. Er werd geschoten, de ontsnapte gevangenen schoten terug en verscholen zich uiteindelijk in een gangetje.
Om tien over half tien s ochtends op zaterdag 4 mei bestormden bewakers nogmaals het cellencomplex. Ze vonden de gevangenen, maar niet alle zes waren ze nog in leven. Bernard Coy leek al een tijdje dood te zijn en ook Joseph Cretzer en Marvin Hubbard hadden de slag niet overleefd. Clarence Carnes, Sam Shockley en Miran Thompson hadden de moed opgegeven en waren terug in hun cellen gekropen.
Na de ontsnapping
Toen alle gevangenen weer terug in hun eigen cel waren, werd de balans opgemaakt. Drie gevangenen en twee bewakers waren dood en dertien bewakers waren gewond geraakt. Sam Shockley en Miran Thompson werden bovendien later ter dood veroordeeld vanwege hun betrokkenheid bij het plan. Een van de bewakers van Alcatraz was bij hun executie en gaf als commentaar: Dat is vijf (gevangenen) tegenover twee (bewakers). Het is nu wat meer in evenwicht.
Clarence Carnes werd niet ter dood veroordeeld, omdat hij geweigerd had op bewakers te schieten. Wel kreeg hij tweemaal levenslang en nog eens 99 jaar erbij. Hij overleed uiteindelijk in 1988 in de gevangenis.
Deze tiende ontsnappingspoging haalde de voorpagina van meer dan 600 Amerikaanse kranten. Ook werd De Slag om Alcatraz tweemaal verfilmd: in 1980 verscheen het televisiedrama Alcatraz, the Whole Shocking Story en in 1987 verscheen Six Against the Rock. De Slag wordt ook beschreven in het boek dat ex-gevangene Jim Quillen schreef: Inside Alcatraz My time on the Rock.