De eerste ontsnapping uit Alcatraz: Joseph Bowers
Alcatraz, één van ’s werelds bekendste gevangenissen, opende zijn deuren in augustus 1934 als federale gevangenis (een gevangenis waar criminelen uit het hele land naartoe gestuurd konden worden en niet alleen uit de staat Californië). Het stond toen bekend als ‘het eiland waar niemand vandaan zou kunnen ontsnappen’. Tijdens de jaren dat Alcatraz geopend was, is er maar liefst veertien keer serieus geprobeerd te ontsnappen. De eerste ontsnapping werd gedaan door gevangene Joseph Bowers, slechts twee jaar nadat Alcatraz geopend was.
Joseph Bowers
Joseph Bowers werd op 18 februari 1897 geboren in Rohrbach in Oostenrijk. Over zijn jeugd is weinig bekend, behalve dat hij nooit naar school is geweest. Toen hij dertien was, vond hij werk op een schip en begon hij de wereld over te reizen. Hij deed allerlei verschillende klusjes, zowel aan boord als in de landen waar hij kwam.
Uiteindelijk kwam Joseph ook in de Verenigde Staten terecht. Hij maakte daar niet altijd zijn echte naam bekend; Josef Ebner, Ferland Zwonerero, Joe Miller en Josef Kiehner waren een aantal van zijn verzonnen namen die hij opgaf als hij ergens ging werken of overnachten. Deze verzonnen namen hadden uiteraard alles te maken met de criminele activiteiten waar hij bij betrokken was.
Overtredingen en arrestaties
Joseph werd voor het eerst gearresteerd in oktober 1928 in Portland, Oregon, omdat hij een auto gestolen had. Hiervoor moest hij tien maanden de gevangenis in. Daarna kreeg hij in november 1930 een boete van $75, omdat hij in de staat Washington dronken achter het stuur had gezeten. Zijn volgende grote criminele activiteit was het overvallen van een winkel met een postkantoor erbij op 2 oktober 1931 in Californië. Samen met twee anderen gijzelde hij vier mensen en wist weg te komen met een kleine 17 dollar. Ze werden alle drie gearresteerd en Joseph werd voor vijfentwintig jaar naar de gevangenis gestuurd.
Joseph kwam eerst in de gevangenis van McNeil Island terecht in de staat Washington, waar hij volgens een medisch rapport als emotioneel onstabiel werd gezien. Vervolgens werd hij naar Leavenworth in Kansas gestuurd, één van de oudste gevangenissen van Amerika. Hier weigerde hij te gehoorzamen. Toen hij ook nog werd betrapt met verboden artikelen op zak, werd hij naar Alcatraz gestuurd.
Op Alcatraz
In september 1934 werd Joseph naar Alcatraz gebracht, een maand nadat de gevangenis geopend was. Zijn gevangenisnummer was AZ-210. Op Alcatraz ging Joseph door met de regels overtreden en in maart 1935 probeerde hij zijn eigen keel door te snijden met een gebroken brillenglas. De psycholoog van Alcatraz geloofde hem echter niet: in zijn rapport schreef hij dat Joseph meer theater speelde dan dat hij echt mentale problemen had.
Joseph ging ondertussen door met de regels overtreden. Van oktober 1935 tot februari 1936 werd hij daarom regelmatig naar de isoleercel gebracht. Uiteindelijk, na zijn laatste opsluiting in de isoleercel, kreeg hij een baantje als vuilnisman op het eiland. Dit was een idee van de directeur van Alcatraz, Warden Johnston, die vond dat Joseph vooruit zou kunnen gaan door hard te werken.
De ontsnapping
Het baantje van Joseph hield in dat hij metalen blikjes moest vermorzelen en afval moest verbranden. Dit werk deed hij vlakbij een inham van het eiland, waar een hek omheen stond met drie rijen prikkeldraad erboven. Aan de andere kant van het hek was een diepe klif, waardoor ontsnappen eigenlijk zinloos was. Toch probeerde Joseph het.
Op 27 april 1936 begon Joseph zoals gewoonlijk met zijn werk. Toen iedereen om 11 uur terug moest naar de gevangenis voor de lunch, begon hij te rennen naar het hek en probeerde eroverheen te klimmen. Hij werd vrijwel meteen gezien door een bewaker, die twee waarschuwingsschoten afvuurde. Een ervan raakte Joseph in zijn been, maar toch ging hij door.
Door de schoten werd de directeur gewaarschuwd, die het ontsnappingsalarm af liet gaan en bewakers naar buiten stuurde. Joseph probeerde ondertussen over het hek te klimmen door netten, die hij van zijn werkplek gestolen had, over het prikkeldraad heen te leggen. Terwijl hij hier mee bezig was, schoot een bewaker en deze keer werd Joseph geraakt in zijn rug. Hij viel over het hek naar beneden en landde vijftig meter lager op de rotsen.
Na de ontsnapping
Joseph overleefde de val niet, al werd de doodsoorzaak later vastgesteld als ‘dood door een kogel in zijn longen’. Hierdoor was het een tijdlang onrustig in de gevangenis, aangezien gevangenen het schieten onnodig hadden gevonden. De bewaker die op Joseph geschoten had, werd ook verplaatst naar een andere gevangenis, hoewel hij volgens de directeur niets fout had gedaan.
Joseph werd op 2 mei 1936 begraven in Californië. Hier waren geen familieleden, vrienden of kennissen bij aanwezig.