Tehilliem: Psalm 30 - een Joodse uitleg
Psalm 30 leert ons dat we niet gestrest moeten raken wanneer G'd lijden brengt, want alleen door lijden kan men de Komende Wereld binnengaan. Zelfs de grote vromen is geen stabiliteit gegarandeerd. Alles ligt in de hand van G'd. Maar zelfs al raken we in een diep dal, HaShem is altijd beschikbaar om ons er weer bovenop te brengen. Psalm 30 maakt onderdeel uit van het ochtendgebed van de Joden. Koning David wijdde deze Psalm toe aan de Heilige Tempel die later door zijn zoon gebouwd werd. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 30
Een psalm, een lied voor de inwijding van 'Het Huis'. Van David. Uw hoogheid, Eeuwige, wil ik bezingen, want U hebt me uit de put gehaald en mijn vijanden gaf U geen leedvermaak over mij. Eeuwige, mijn G'd, ik riep U diepbewogen aan en U bracht mij genezing. Eeuwige, U hebt mij uit de groeve omhooggehaald. U liet me weer leven, zodat ik niet het graf afdaalde.
…..
…..
Hoor, Eeuwige en wees mij genadig. Eeuwige wees een helper voor mij. Mijn klagen hebt U voor mij veranderd in dansen; het rouwkleed hebt U me uitgedaan, me omgedaan het vreugdekleed. Moge mijn ziel U bezingen en niet zwijgen. Eeuwige, mijn G'd, altijd wil ik u danken.
Tekst in het Hebreeuws Psalm 30 - תהילים ל
א מִזְמוֹר שִׁיר-חֲנֻכַּת הַבַּיִת לְדָוִד. ב אֲרוֹמִמְךָ יְהוָה כִּי דִלִּיתָנִי וְלֹא-שִׂמַּחְתָּ אֹיְבַי לִי. ג יְהוָה אֱלֹהָי שִׁוַּעְתִּי אֵלֶיךָ וַתִּרְפָּאֵנִי. ד יְהוָה הֶעֱלִיתָ מִן-שְׁאוֹל נַפְשִׁי חִיִּיתַנִי מיורדי- (מִיָּרְדִי-) בוֹר. ה זַמְּרוּ לַיהוָה חֲסִידָיו וְהוֹדוּ לְזֵכֶר קָדְשׁוֹ. ו כִּי רֶגַע בְּאַפּוֹ חַיִּים בִּרְצוֹנוֹבָּעֶרֶב יָלִין בֶּכִי וְלַבֹּקֶר רִנָּה. ז וַאֲנִי אָמַרְתִּי בְשַׁלְוִי בַּל-אֶמּוֹט לְעוֹלָם. ח יְהוָה בִּרְצוֹנְךָ הֶעֱמַדְתָּה לְהַרְרִי-עֹזהִסְתַּרְתָּ פָנֶיךָ הָיִיתִי נִבְהָל. ט אֵלֶיךָ יְהוָה אֶקְרָא וְאֶל-אֲדֹנָי אֶתְחַנָּן. י מַה-בֶּצַע בְּדָמִי בְּרִדְתִּי אֶל-שָׁחַתהֲיוֹדְךָ עָפָר הֲיַגִּיד אֲמִתֶּךָ. יא שְׁמַע-יְהוָה וְחָנֵּנִי יְהוָה הֱיֵה-עֹזֵר לִי. יב הָפַכְתָּ מִסְפְּדִי לְמָחוֹל לִי פִּתַּחְתָּ שַׂקִּי וַתְּאַזְּרֵנִי שִׂמְחָה. יג לְמַעַן יְזַמֶּרְךָ כָבוֹד וְלֹא יִדֹּםיְהוָה אֱלֹהַי לְעוֹלָם אוֹדֶךָּ
Luister naar Psalm 30
Luister naar Psalm 30 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 30 van Rabbi Yitzchok Rubin
morgengebed
De Joden beginnen de morgengebeden met Psalm 30 daarmee de toewijding van toen (ten tijde van Koning David) in het hier en nu. David wijdde deze Psalm toe aan de Heilige Tempel die door zijn zoon Salomo gebouwd werd. Volgens Rashi componeerde David deze Psalm zodat het in de dagen van zijn zoon Salomo gezongen zou worden.
emmer
Het woord dilisani (ophalen), heeft haar wortel in het woord deli (emmer). Net zoals een emmer in een put moet zakken om vers water op te halen, zo moet de Gemeenschap van Israël soms naar dieper diepten gebracht worden om te worden opgehaald. Het afdalen maakt deel uit van het opstijgen.
spirituele genezing
David roept God diep bewogen aan. Het aanroepen van G'd is op zichzelf een bron van spirituele genezing. In Exodus 15:26 staat: “Ik de Eeuwige, ben Uw geneesheer.”
groeve = hel
Met de groeve wordt de hel bedoeld. Mensen kunnen al tijdens hun leven zoveel emotionele pijn hebben dat ze op die manier de hel bezoeken waar ze geconfronteerd worden met hun zonden. David vertelt ons dat we uit de hel bevrijd kunnen worden door ons met HaShem te verbinden. Zo voorkomen we dat we dieper wegzakken.
de ziel zingt eeuwig
David schreeuwt naar alle generaties om samen als vromen te zingen. We voelen ons 's avonds kwetsbaar, maar 's ochtends kennen we ware vreugde. Het klagen is veranderd in dansen. De ziel bezingt G'd zonder begin en zonder einde.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Een psalm; een lied van toewijding van het huis van David.
een lied van toewijding van het huis: wat de Levieten zullen zeggen bij de inwijding van het Huis in de dagen van Salomo.
Vers 2
Ik zal U verhogen, o Heer, want U hebt mij opgewekt en U hebt mijn vijanden niet toegestaan zich over mij te verheugen.
Ik zal U verhogen, o Heer, want U hebt mij opgewekt: Hebreeuws דליתני, U hebt me hoog opgetild.
en U hebt mijn vijanden niet toegestaan zich over mij te verheugen: Hebreeuws לי, zoals עלי, over mij, want zij zouden zeggen: "David heeft geen aandeel in de toekomende wereld", maar toen zij zagen dat de deuren voor mij openden vanwege de Ark, wisten zij dat de Heilige, gezegend zij Hij had me die zonde vergeven en de gezichten van Davids vijanden werden zo zwart als de bodem van een pot.
Vers 3
O Heer, ik heb naar U geschreeuwd en U hebt mij genezen.
U hebt mij genezen: Dat is de vergeving van ongerechtigheid, zoals (in Jesaja 6:10): "en hij heeft berouw en wordt genezen."
Vers 4
O Heer, U hebt mijn ziel uit het graf gebracht; U hebt me nieuw leven ingeblazen van mijn afdaling in de put.
van mijn afdaling in de put: Hebreeuws מירדי, zoals מִיְרִדָתִי, van mijn afdaling in de put, dat ik niet in Gehinnom zou afdalen.
Vers 5
Zing voor de Heer, Zijn vromen, en dank aan Zijn heilige naam.
Zing voor de Heer, Zijn vromen: over wat Hij voor mij deed, omdat je je toevlucht tot Hem kunt nemen, en Hij zal je ten goede komen; en zelfs als je pijn ervaart, wees niet bang.
Vers 6
Want zijn toorn duurt maar een ogenblik; het leven vloeit voort uit Zijn gunst; 's Avonds treurt het misschien, maar 's morgens is er vrolijk gezang.
Want...maar een ogenblik: [Want] Zijn toorn duurt maar een kort [moment]; het leven vloeit voort uit Zijn gunst, er is een lang leven in Hem te sussen en te kalmeren.
Vers 7
En ik zei in mijn kalmte: "Ik zal nooit wankelen."
En ik zei in mijn kalmte: In mijn rust dacht ik dat ik nooit zou wankelen. De zaak ligt echter niet in mijn macht, maar in de kracht van de Heilige, gezegend zij Hij. Met Zijn wil zette Hij mijn berg op, mijn grootheid om [mijn] macht te zijn, maar toen Hij Zijn aangezicht voor mij verborg, was ik onmiddellijk bang.
Vers 9
Tot U, o Heer, zou ik roepen, en tot de Heer zou ik smeken.
Tot U, o Heer, zou ik roepen: Ik zou naar U roepen en voortdurend smeken en voor U zeggen: "Welke winst is er in mijn bloed, enz.", En U hoorde mijn stem en veranderde mijn weeklagen in dansen voor mij.
Vers 12
U hebt mijn weeklagen omgezet in dansen voor mij; U maakte mijn zak los en omgordde me met vreugde.
U maakte los: Hebreeuws פתחת, alachas in het Oud-Frans, om (Genesis 24:32) vrij te geven: "en hij maakte de kamelen los (ויפתח)." Onze wijzen legden echter de hele psalm uit als verwijzend naar Mordechai, Esther en Haman, in Pesikta Zuta.
en ik zei in mijn rust: Haman zei dit.
Tot U, o Heer, zou ik roepen: Esther zei dit enz. Totdat "wees mijn helper."
U hebt mijn weeklagen omgezet in dansen voor mij: Mordechai en heel Israël zeiden dit.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.