De rol van religie tussen genetica en evolutie
De rol van evolutie ten opzichte van religie wordt indirect uitgedrukt in wat religie doet voor mensen. Evolutie heeft de mens voorzien van grote hersenen om zich aan de eisen van leven te kunnen aanpassen. Wetenschappers als Maslow, Darwin en Batson beweren dat de mens voor alles een basisbehoefte heeft ingeschapen gekregen. Het is interessant om te zien of de behoefte aan religie een eigenschap is die door evolutie is ontstaan of vanwege een diepere behoefte.
Acceptatie
Hoogstwaarschijnlijk kunnen veel zaken worden gebruikt waar ze niet voor ontworpen waren (term “exaptation”). Vanuit Darwiniaans oogpunt is het doel van aanpassing tweeledig: om organismen in staat te stellen om te overleven en om zich te vermenigvuldigen.
Basisbehoefte van religie
We kunnen stellen dat religie in minstens drie basisbehoeften voorziet:
- cognitief: behoefte aan zingeving, betekenis
- motiverend: behoefte aan beheersing
- sociaal: behoefte aan relaties met anderen
De verhouding tussen religie en genetica wordt als volgt geschematiseerd:
Maslow: De naturalistische basis van de behoefte aan zingeving
Maslow geloofde dat de behoefte om iets te begrijpen deel is van de menselijke biologische natuur. Op basis van waarnemingen door verschillende wetenschappers kan men concluderen dat het zoeken naar kennis, informatie en betekenis een fundamentele evolutionaire stimulator is die fundamenteel is om te overleven en voor het voortbrengen van genetische nageslacht. Het zoeken naar zingeving is fundamenteel voor evolutionair succes en speelt daarom een centrale rol in religie, net zoals het helpen van mensen om zich aan te passen aan de eisen van het leven.
Darwin: De naturalistische basis van socialisatie (de behoefte aan relaties)
De evolutionaire oorspong van sociaal gedrag werd als eerste gesuggereerd door Darwin, die de associatie van plezier met sociale relaties als succes zag in de natuurlijke selectie. Brewer stelt dat gecoördineerd groepsleven de primaire overlevingsstrategie van de soorten is. Het centrale van communicatie onder mensen en dieren duidt op haar evolutionaire betekenis.
Samenwerken
Sociaal gedrag zoals aansluiting en verbinding zijn biologisch gefundeerd; het betreft genetische en evolutionaire invloedsfactoren. Iets vergelijkbaars geldt voor sociale samenwerking. Samenwerking is verbonden met evolutie in het algemeen en natuurlijke selectie in het bijzonder. Dit duidt erop dat natuurlijke selectie het organisme 'informeert' dat zijn eigen belang het best is gediend bij het ondersteunen van het sociale lichaam.
Batson
Selectieve druk voor genen die de neurale (zenuw-) complexiteit bevorderen kunnen het resultaat zijn van de behoefte aan omgang met ingewikkelde relaties. Net zoals samenwerking brengt altruïsme mensen bij elkaar, en culturen versterken zulke relaties. Evolutie en genetica zijn op de achtergrond aanwezig. Batson stelt dat "religieuze voorstellingen van verwantschap kunnen prosociaal gedrag bevorderen door het toepassingsgebied van een zeer beperkte natuurlijke impuls tot altruïsme te vergroten".