Bewijs genoeg... Wat is er feitelijk over Jezus bekend?

Bewijs genoeg...
- Bewijs genoeg... Wat is er feitelijk over Jezus bekend?
- Begijntje
- Zoon des mensen
- Vroege datering Evangeliën
- Historische betrouwbaarheid van de Evangeliën
- Evangeliën betrouwbaar overgeleverd
- Aanvullend bewijs
- Archeologisch steunbewijs
- Kwam Jezus precies overeen met de identiteit van de messias?
- Enkele profetieën uit het Oude Testament die van toepassing zijn op Jezus
- Tot slot
Bewijs genoeg... Wat is er feitelijk over Jezus bekend?
- Auteur: Lee Strobel
- Titel: Bewijs genoeg... Wat is er feitelijk over Jezus bekend? Een journalist ondervraagt dertien top-wetenschappers
- Uitgeverij: Gideon, Hoornaar
- Jaar: 1998
- ISBN: 978-90-6067-858-9
- Pagina’s: 313
Begijntje
In 1979 zei de vrouw van Lee Strobel dat zij christen was geworden. De atheïst Lee schrok zich een ongeluk en voor zijn ogen doemde een spookbeeld op: "Ik was met de ene Leslie getrouwd - de grappige Leslie, de zorgeloze Leslie, de avontuurlijke Leslie - en nu was ik bang dat zij zou veranderen in een seksueel geremd begijntje, dat zij onze steeds mobielere manier van leven zou inruilen voor nachtenlange gebedswaken en vrijwilligerswerk in vuile gaarkeukens." Doch hij raakte gefascineerd door de fundamentele veranderingen in haar karakter. Hij begon een zoektocht naar de feiten van het christendom.De voormalig rechtbankverslaggever weet uit ervaring dat overtuigend bewijsmateriaal lang niet altijd tot het juiste vonnis leidt. In dit boek zet hij alle feiten over het leven en werk van Jezus op een rijtje en hij laat het oordeel over aan de lezer, alsof die deel uitmaakt van een rechtbankjury. Aan de lezer de taak met een uitspraak te komen. 100% zekerheid zal de lezer niet krijgen waarschuwt Strobel, zoals we van niets in dit leven absoluut bewijs hebben.
Hieronder passeren enkele hoogtepunten uit het boek de revue.
Zoon des mensen
Hij interviewt de nieuw-testamenticus dr. Craig L. Blomberg over de historische betrouwbaarheid van de vier Evangeliën, oftewel de biografieën van Jezus. Het staat buiten kijf dat Matteus de auteur van het eerste Evangelie in het Nieuwe Testament is, Marcus van het tweede en Lucas van het derde. Over het laatste Evangelie bestaat enige twijfel over het auteurschap. Is de schrijver Johannes de Apostel of een andere Johannes? Op één uitzondering na - het getuigenis van Papias, de bisschop van Hiërapolis in Klein-Azië in circa 125 na Chr. - is de rest van de vroege getuigenverklaringen unaniem van oordeel dat Johannes de auteur is.De eerste drie Evangeliën worden ook de synoptische Evangeliën genoemd, vanwege hun onderlinge samenhang en gelijke opbouw en structuur. Het Evangelie naar Johannes wijkt af, ofschoon ieder hoofdthema in Johannes op de een of andere manier in de synoptische Evangeliën terugkomt, zij het in iets andere vorm of in bedektere termen. Zo beweert Johannes dat Jezus God is. Sommigen wijten dat aan het feit dat Johannes later geschreven is en hij zaken begon te verfraaien en theologisch begon in te kleuren. Toch komt de goddelijkheid van Jezus ook terug in de andere Evangeliën. In het verhaal dat Jezus op het water loopt (Matteus 14:22-33 en Marcus 6:45-52) zegt Jezus letterlijk in het Grieks: "Ik ben, weest niet bevreesd." Hier zien we een parallel met Exodus 3:14, met de zelfomschrijving waarmee God zich bij Mozes introduceert: de 'Ik ben', hiermee benadrukkend dat Hij God is.
Voorts gebruikt Jezus in de eerste drie Evangeliën de titel 'Zoon des mensen', hetgeen een toespeling is op Daniël 7:13-14:
Vroege datering Evangeliën
De Evangeliën zijn niet, zoals boze tongen wel eens beweren, zo laat op schrift gesteld dat mythe- en legendevorming het echte verhaal heeft gecorrumpeerd. De wetenschappelijke datering plaatst Marcus in de jaren zeventig, Matteus en Lucas in de jaren tachtig en Johannes in de jaren negentig. Blomberg beweert met recht en rede dat Marcus naar alle waarschijnlijk al eind jaren vijftig of rond de jaren zestig is geschreven. Verschillende getuigen die Jezus hadden meegemaakt waren toentertijd nog in leven, waardoor het niet waarschijnlijk is dat er fabeltjes op schrift zijn gesteld. Biografieën van Alexander de Grote zijn meer dan vierhonderd jaar na zijn dood te boek gesteld en toch worden ze als betrouwbaar gezien.Er is nog veel oudere informatie te vinden in het Nieuwe Testament, waardoor het gat tussen Jezus' leven en het op schrift gestelde nog kleiner gemaakt kan worden. In 1 Korinthiërs 15:3-8 staat de belangrijkste geloofsbelijdenis met betrekking tot de historische Jezus:
Historische betrouwbaarheid van de Evangeliën
Er zijn talloze redenen om uit te gaan van de betrouwbaarheid van de biografieën. We noemen er tien:[OLIST]De schrijvers van de Evangeliën hadden de intentie de gebeurtenissen zo getrouw mogelijk over te brengen. (Lucas 1:1-4)
In de orale cultuur was het heel gewoon teksten uit je hoofd te leren en over te leveren. Ze gebruikten daar ook allerlei ezelsbruggetjes en technieken voor, zoals harmonie in de zinnen, parallellen, enz.
De schrijvers doen verslag van de woorden en de daden van Jezus en ze waren bereid Jezus na te volgen tot in de dood: tien van de elf overgebleven discipelen zijn op gruwelijke wijze ter dood gebracht. Dat heb je er niet voor over behalve als je integer bent en gelooft in wat je verkondigt.
Over de samenhang van de Evangeliën zei rechtsgeleerde Simon Greenleaf, van de faculteit rechten aan de Harvard Universiteit: "Er is genoeg verschil om aan te tonen dat er tussen hen [de Evangelieschrijvers] geen voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden, en tegelijkertijd voldoende overeenkomst om aan te tonen dat ze allemaal onafhankelijke vertellers van dezelfde grote zaak waren."¹
De discipelen hadden menselijk gesproken niets te winnen met de verkondiging van de blijde boodschap.
De vier Evangelisten hebben ook pijnlijk materiaal opgenomen. Net zoals in de Oude Testament het geval was met bij voorbeeld het verhaal van David en Bathseba. We kunnen hierbij denken aan de kruiswoorden van Jezus: "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?" Ook wordt Petrus niet bepaald als een rots in de branding neergezet. Hij verloochent Jezus tot drie keer toe.
Er komt steeds meer aanvullend bewijs vanuit de archeologie die het beschrevene in de Evangeliën schragen.
Er zijn geen critici bekend uit de dagen na Jezus' dood en opstanding die de Jezus-beweging betichten van leugens en bedrog, terwijl ze daar alle gelegenheid toe hadden en deze ook zouden hebben aangegrepen als de volgelingen van Jezus daar aanleiding toe hadden gegeven. De discipelen konden zich geen onjuistheden riskeren of zelfs opzettelijke verdraaiingen van de feiten. Ze zouden direct door de mand zijn gevallen en ontmaskerd zijn als leugenaars. Ze zeiden niet alleen: ‘wij zijn getuigen van deze dingen’ maar ook: ‘zoals gij zelf weet’ (Hand. 2:22). Ze appeleerden aan de kennis van hun toehoorders, die konden bevestigen óf ontkrachten hetgeen ze vertelden.
De bijbel voert, als het de opstanding betreft, vele getuigen op. Dit is geen natuurwetenschappelijk bewijs, maar wel belangrijk juridisch-historich bewijs. De soldaten die het meemaakten moesten van de geestelijke leiders zwijgen (Matt. 28:12-15), maar daar blijft het niet bij. Jezus verscheen na zijn opstanding aan zeer veel mensen. (Luc. 24:33; Hand. 1:3; 1 Kor. 15:6)
Er is discussie over de datering van de evangeliën. Ook bij een latere datering van de evangeliën, kan niettemin gezegd worden dat de eerste drie evangeliën zijn geschreven toen er nog talloze mensen waren die zich de woorden en daden van Jezus hadden kunnen herinneren. En er zal zeker nog een handjevol mensen in leven zijn geweest toen het vierde evangelie werd geschreven. Dat is vanuit historisch oogpunt gezien een opsteker. Er kan daarmee gezegd worden dat er niet veel tijd ligt tussen de gebeurtenissen zoals beschreven in de evangeliën en het op schrift stellen daarvan. Bovendien blijkt dat de geschreven bronnen van de synoptische evangeliën niet later dan 60 n.C. zijn ontstaan: "van sommige kan zelfs aangetoond worden dat ze terug gaan op aantekeningen die gemaakt zijn terwijl onze Heer bezig was mensen toe te spreken. De mondelinge bronnen gaan terug tot het vroegste begin van de christelijke geschiedenis. We staan vrijwel voortdurend in contact met de verklaringen van ooggetuigen."²[/OLIST]
Evangeliën betrouwbaar overgeleverd
Het tweede interview met dr. Bruce M. Metzger (overleden in 2007), handelt over twee fundamentele vragen:[OLIST]zijn de biografieën van Jezus betrouwbaar overgeleverd?
is het niet zo dat andere (concurrerende) biografieën door de kerk zijn achtergehouden?[/OLIST]
Er zijn geen originelen van het Nieuwe Testament bewaard gebleven. Dit is ook het geval met andere documenten uit de oudheid. Van het Nieuwe Testament zijn echter veel meer kopieën bewaard gebleven. Er zijn 5664 Griekse manuscripten van het Nieuwe Testament gecatalogiseerd. De belangrijkste en oudste daarvan zijn de Beatty Bijbelpapyri die ontdekt zijn omstreeks 1930. Het oudste manuscript dat tot op heden is ontdekt, is heel erg klein en het bevat een fragment van het Johannes-Evangelie, hoofdstuk 18. Er staan vijf verzen op en het is zes bij negen centimeter en het stamt uit 100-150 na Christus. Daarnaast zijn er nog duizenden andere klassieke manuscrpiten in andere talen overgeleverd. Er is een stortvloed aan manuscripten en goed tekstmateriaal van het Nieuwe Testament. Dit is ongeëvenaard in de klassieke literatuur. Bovendien is het Nieuwe Testament voor 99,5% zuiver overgeleverd en de variaties die voorkomen zijn van ondergeschikt belang.
Hoe bepaalden de eerste kerkleiders welke boeken als gezaghebbend, canoniek moesten worden beschouwd? Er werden drie criteria gehanteerd:
Aanvullend bewijs
Is er buitenbijbels bewijsmateriaal voor het leven, de leer, de dood en de opstanding van Jezus? Dr. Edwin M. Yamauchi, professor geschiedenis aan de Miami Universiteit, vertelt in het boek dat de Evangeliën "in feite de betrouwbaarste en meest volledige bronnen over Jezus zijn". De aanvullende bronnen voegen niet veel toe, ze zijn echter wel waardevol als aanvullend bewijsmateriaal.Allereerst is er de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus (37 - circa 100), die in zijn geschriften verwijst naar Jezus en zijn broer Jacobus. Hij wordt beschouwd als een vrij betrouwbare geschiedschrijver. In het Testimonium Flavianum schrijft hij:
Ook de Romeinse geschiedschrijver Tacitus schrijft over de kruisiging van Jezus en de vervolging van zijn aanhangers. De kruisiging van Jezus is de meest verachtelijke wijze om te sterven. Hoe is het mogelijk dat er een religie is die zich baseert op de navolging van een man die de kruisdood is gestorven? Dit schreeuwt om een verklaring, zeker als Hij niet uit de dood zou zijn opgestaan.
Archeologisch steunbewijs
De archeoloog dr. John McRay geeft duidelijk aan dat geestelijke waarheden nooit door archeologische ontdekkingen bewezen of weerlegd kunnen worden. Wel hebben archeologische vondsten aangetoond dat Lucas als geschiedschrijver zeer nauwkeurig is. Onderzoek heeft ook aangetoond dat andere schrijvers zoals Johannes heel accuraat waren. In Johannes 5:1-15 staat bijvoorbeeld het verhaal van de genezing van de de kreupele man bij het bad van Betesda. Hij vermeldt dat het bad een vijfzuilengang had. Dit bad is nog niet zo lang geleden opgegraven. De bijbel is volgens John McRay een zeer accuraat bronnenboek.Ook behandelt John McRay de volgende problemen: de volkstelling in het geboorteverhaal van Jezus; het bestaan van Nazareth; de kindermoord in Betlehem; het raadsel van de Dode-Zeerollen.
Kwam Jezus precies overeen met de identiteit van de messias?
In de Joodse Schriften, het Oude Testament, staan honderden profetieën en verwijzingen naar de komende Messias, in het Latijns vertaald als 'Christus' hetgeen 'de Gezalfde' betekent. Ongeveer veertig van deze profetieën zij zeer specifiek en concreet. De messias zou door God gezonden worden om zijn volk te verlossen. Volgens Lee Strobel vormen deze voorzeggingen in overdrachtelijke zin een vingerafdruk die alleen op de echte messias past. Het frappante is dat Jezus al deze voorzeggingen vervulde.Voor dit thema interviewde hij drs. Louis S. Lapides, een Messiasbelijdende Jood, die joods was opgevoed en via een geestelijke zoektocht bij Yeshua (de joodse naam van Jezus) terecht kwam en Hem als verlosser aannam. Dit ging niet zonder slag of stoot. Hij stond zeer sceptisch ten opzichte van het christendom en het Nieuwe Testament dat hij beschouwde als een antisemitisch schotschrift. Maar Lapides ontdekte door het lezen van de bijbel dat Jezus de langverwachte Messias was en dat Jezus alle profetieën in het Oude Testament over de Messias had vervuld. Ook ging hij gaandeweg inzien dat de Evangeliën de interactie weergeven tussen Jezus en de Joodse gemeenschap en dat in het boek Handelingen de Joden het evangelie gingen brengen aan de heidenen en niet andersom!
Enkele profetieën uit het Oude Testament die van toepassing zijn op Jezus
In Jesaja 53 treffen we het beeld van de messias die zou lijden en sterven voor de zonden van Zijn volk Israel en de wereld, ruim 700 jaar voordat Jezus op aarde wandelde:1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,
als een wortel die uitloopt in dorre grond.
Onopvallend was zijn uiterlijk,
hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3 Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg,
veracht, door ons verguisd en geminacht.
4 Maar hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op zich nam.
Wij echter zagen hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.
5 Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,
zijn striemen brachten ons genezing.
6 Wij dwaalden rond als schapen,
ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons allen
liet de HEER op hem neerkomen.
7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een ooi die stil is bij haar scheerders
deed hij zijn mond niet open.
8 Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen.
Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad?
Hij werd verbannen uit het land der levenden,
om de zonden van mijn volk werd hij geslagen.
9 Hij kreeg een graf bij misdadigers,
zijn laatste rustplaats was bij de rijken;
toch had hij nooit enig onrecht begaan,
nooit bedrieglijke taal gesproken.
10 Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek.
Hij offerde zijn leven voor hun schuld,
om zijn nageslacht te zien en lang te leven.
En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.
11 Na het lijden dat hij moest doorstaan,
zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.
Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht,
hij neemt hun wandaden op zich.
12 Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen
en zal hij met machtigen delen in de buit,
omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood
en zich tot de zondaars liet rekenen.
Hij droeg echter de schuld van velen
en nam het voor zondaars op.(NBV)
In Psalm 22:15-19 treffen we het beeld aan van Gogoltha:
15 Als water ben ik uitgegoten,
mijn gebeente valt uiteen,
mijn hart is als was,
het smelt in mijn lijf.
16 Mijn kracht is droog als een potscherf,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte,
u legt mij neer in het stof van de dood.
17 Honden staan om mij heen,
een woeste bende sluit mij in,
zij hebben mijn handen en voeten doorboord.
18 Ik kan al mijn beenderen tellen.
Zij kijken vol leedvermaak toe,
19 verdelen mijn kleren onder elkaar
en werpen het lot om mijn mantel.(NBV)
Psalm 34:20-21 vervolgt:
20 Al blijft de rechtvaardige niets bespaard,
de HEER zal hem steeds weer bevrijden.
21 Hij waakt zelfs over zijn beenderen,
niet één ervan wordt verbrijzeld.(NBV)
In Amos 8:9 staat:
Op die dag – spreekt God, de HEER – zal ik op het middaguur de zon doen ondergaan, en het land verduisteren op klaarlichte dag.(NBV)
En zo zijn er nog talloze voorzeggingen die exact op Jezus van toepassing zijn. Toeval is uitgesloten.
Tot slot
Andere wetenschappers, onder wie een medicus en een psycholoog, behandelen vragen als: is de Jezus van de geschiedenis dezelfde als de Jezus van het christelijk geloof? Was Jezus ervan overtuigd Gods Zoon te zijn? Was Jezus gek toen Hij beweerde Gods zoon te zijn? Voldeed Hij aan de kenmerken van God? Was Jezus' dood een schijnvertoning en zijn opstanding boerenbedrog? Is Jezus' lichaam echt uit het graf verdwenen en is Hij na zijn kruisdood nog levend gezien. Deze vragen betreffen de quintessens van het christelijke geloof. Zonder Jezus' dood en opstanding, kun je het christelijk geloof bij het vuilnis zetten.Dit boek leest vlot weg en is een goed begin voor verdere studie en onderzoek. Aan het einde van ieder hoofdstuk staan literatuurverwijzingen naar minder populaire boeken en soms zelfs doorwrochte studies. De meeste boeken waarnaar verwezen wordt zijn jammergenoeg nooit in het Nederlands vertaald. Ook sluit ieder hoofdstuk af met vragen voor overdenking of groepsstudie, waardoor het geschikt is voor zowel individueel als groepsgebruik.
Lees het boek en vel zelf een oordeel over de zaak Jezus.
Noten:
[OLIST]Simon Greenleaf: The Testimony of the Evangelists; Grand Rapids, Baker, 1984, VII.
Prof. Dr. F. F. Bruce: De betrouwbaarheid van de geschriften van het Nieuwe Testament, zd. Te lezen op: http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Betrouwbaarheid-NT.pdf[/OLIST]