De annunciatie: de engel Gabriël bezoekt Maria (Lucas 1)
De evangelist Lucas beschrijft hoe de engel Gabriël door God naar Maria in Nazareth wordt gezonden. Hij krijgt de opdracht om haar te vertellen dat zij zwanger zal worden. De Heilige Geest zal de maagd Maria bevruchten en zij zal een zoon krijgen die ze Jezus moet noemen. Na wat onzekerheid neemt Maria de boodschap van de engel aan. Ze noemt zich een dienstknecht van de Heer. Deze aankondiging van de geboorte van de zoon van God wordt de annunciatie genoemd. Er zijn vele kunstenaars die een schilderij van de annunciatie gemaakt hebben. De kerkelijke feestdag van de aankondiging of de Maria-Boodschap is op 25 maart.
De engel Gabriël wordt naar Maria gestuurd (Lucas 1:26-27)
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God naar Maria gezonden. De zesde maand verwijst naar de zesde maand van de zwangerschap van Elizabet. Elizabet en Zacharias krijgen op hoge ouderdom een zoon die zij Johannes moeten noemen. Dat had de Engel Gabriël tegen Zacharias gezegd toen hij als priester dienst had in de Tempel.
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. (Lucas 1:26-27)
Nazareth in Galilea
De engel wordt naar Nazareth in Galilea gestuurd. Het is de plaats waar Jezus later zal gaan wonen. Dat Gabriël naar Zacharias in de tempel te Jeruzalem wordt gestuurd was voor joodse begrippen een logische keus, maar dat Gabriël naar Nazareth werd gestuurd was een onvoorstelbare gedachte. Nazareth en Galilea hadden een slechte naam en stonden als goddeloos bekend. Nazareth was een klein, afgelegen boerenstadje. Net achter Nazareth liep een belangrijk weg voor handelsreizigers. Deze weg stond in de dagen van Jesaja bekend als 'de weg van de zee'. Deze weg ging van de haven in Acre (nu bekend onder de naam Akko) tot aan de stad Damascus. Karavanen met handelswaar reisden van Damascus naar Judea en Egypte. Ze trokken daarbij door Israël en kwamen langs de voet van de heuvel waar het stadje Nazareth ligt. De evangelist Mattheüs ziet in Nazareth de vervulling van oude profetieën (Matteüs 4:14-16 verwijst naar Jesaja 8:23 en 9:1).
De maagd Maria
In Nazareth wordt de engel gezonden naar de maagd Maria die in ondertrouw was met Jozef. Rabbijnse berichten uit die tijd spreken van een leeftijd van 12 of 13 jaar waarop meisjes in ondertrouw gingen. Tweemaal wordt Maria een maagd genoemd. Het maagd-zijn van Maria is voor de evangelist Lucas van belang.
Wees gegroet, Maria (Lucas 1:28)
Maria is alleen thuis als Gabriël bij haar komt en begint te spreken. De engel groet haar. Deze groet bestaat uit drie delen. Het eerste deel is 'Wees gegroet, begenadigde'. In het tweede deel wordt tegen haar gezegd dat God met haar is: 'De Heere is met u'. En tot slot zegt de engel dat ze gezegend is: 'U bent gezegend onder de vrouwen'. Een driedelige groet als deze was gebruikelijk in die tijd. Deze groet vormt het begin van het Rooms Katholieke gebed: 'Wees gegroet, Maria, vol van genade, De Heer is met U, …'.
En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen. (Lucas 1: 28)
De aankondiging door Philippe de Champaigne, 1644 /
Bron: Philippe de Champaigne, Wikimedia Commons (Publiek domein)Gabriël kondigt de geboorte van Jezus aan (Lucas 1:29-33)
Maria schrikt van de engel die tot haar sprak. Ze raakt van zijn woorden in de war. Gabriël stelt haar gerust: 'Wees niet bevreesd, Maria'. Dan vertelt hij haar dat ze zwanger zal worden en een zoon zal krijgen die ze Jezus moet noemen. De naam Jezus betekent redder. De naam Jezus is afgeleid van de Hebreeuwse naam Jozua, wat ook redder betekent. Hij zal de langverwachte Messias uit het huis van koning David zijn.
Toen zij hem zag, raakte zij in verwarring door zijn woorden, en zij vroeg zich af wat de betekenis van deze groet kon zijn. En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. (Lucas 1:29-33)
Geen ding is bij God onmogelijk (Lucas 1:34-38)
Maria snapt er weinig van. Verbaasd vraagt ze zich af hoe het nu mogelijk is dat zij zwanger wordt aangezien ze geen omgang met een man heeft. Gabriël antwoordt dat de Heilige Geest over haar zal komen en dat zij door de kracht van God zwanger zal worden. Daarna maakt Gabriël aan Maria bekend wat ze nog niet weet, namelijk dat Elizabet ondanks haar hoge leeftijd zwanger is. Zo zal ook Maria zwanger worden. Bij God is niets onmogelijk, zegt Gabriël.
Maria zei tegen de engel: Hoe zal dat mogelijk zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man? En de engel antwoordde en zei tegen haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal het Heilige Dat uit u geboren zal worden, Gods Zoon genoemd worden. En zie, uw nicht Elizabet is eveneens zwanger van een zoon, in haar ouderdom. Dit is de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar genoemd werd. Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. (Lucas 1:34-37)
Maria aanvaart het woord van Gabriël (Lucas 1:38)
Maria accepteert de woorden van de engel. Ze geeft aan een dienares van God te willen zijn. Ze stelt zich open voor de woorden van God. Maria is hier echt een gelovige, die in vertrouwen het woord van God aanneemt. Ze maakt zich afhankelijk van God. Daarna vertrekt de engel.
Maria zei: Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord. En de engel ging van haar weg.(Lucas 1:38)
De engel Gabriël
In het Nieuwe Testament wordt Gabriël uitgezonden om de priester Zacharias aan te zeggen dat Johannes de Doper een voorloper zal zijn van de Heer (Lucas 1:17). Enkele maanden daarna wordt hij naar Maria gestuurd om te zeggen dat haar zoon 'de zoon van
de Allerhoogste' geboren zal worden (Lucas 1:32). De engel Gabriël wordt het eerst in de Bijbel genoemd in het boek van Daniël. Gabriël krijgt daar de opdracht om Daniël zijn visioen uit te leggen.
Het gebeurde, toen ik het visioen zag – ik, Daniël – dat ik het probeerde te begrijpen. En zie, er stond iemand voor mij met het uiterlijk als van een man. En ik hoorde een stem van een Mens tussen de oevers van de Ulai. Hij riep en zei: Gabriël, laat hem daar het visioen begrijpen! Hij kwam naast de plaats staan waar ik stond. Toen hij kwam, werd ik door angst overvallen, en ik wierp me met het gezicht ter aarde. Toen zei hij tegen mij: Begrijp, mensenkind, dat het visioen betrekking heeft op de tijd van het einde. (Daniël 8: 15-17)
De aankondiging van Mikhail Nesterov /
Bron: Mikhail Nesterov, Wikimedia Commons (Publiek domein)Een engel met vleugels
In het verhaal van de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria (Lucas 1:26-38) wordt er geen beschrijving gegeven van het uiterlijk van Gabriël. We weten niet hoe hij er uit zag. In de populaire kunst wordt de engel Gabriël afgebeeld met vleugels. Deze vleugel verwijzen waarschijnlijk naar Daniël 9:21. Daar schrijft Daniël: 'Terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, kwam de man Gabriël, die ik in het begin in het visioen gezien had, snel aangevlogen en raakte mij aan, omstreeks de tijd van het avondoffer'. Dat Gabriël kwam aangevlogen suggereert dat hij vleugels heeft.
Een angstwekkende verschijning
Het uiterlijk van Gabriel wekt angst op. Als Daniel de engel Gabriël ziet valt hij met zijn gezicht op de grond (Daniël 8:18). Als de engel Zacharias begroet zijn eerste woorden zijn: 'Wees niet bevreesd' (Lucas 1:13). En zijn groet aan Maria wekt ook vrees op, want direct daarna zegt Gabriël ook tegen haar dat ze niet bang hoeft te zijn (Lucas 1:30).
Overeenkomst met de aankondiging van de geboorte van Isaak
In Genesis 18 vers 1 tot 15 wordt verteld hoe de Heer aan Abraham verschijnt bij de eik van Mamre. In dit verhaal vertelt de Heer Abraham dat Sara in haar ouderdom zwanger zal worden en een zoon zal krijgen. Er wordt verteld hoe Sara luisterde vanuit de tent wat de Heer tot Abraham zie. Toen ze hoorde dat ze zwanger zou worden lachte ze in zichzelf, omdat zowel Abraham als zij al oud waren. De Heer vroeg aan Abraham: 'Waarom heeft Sara toch gelachen en gezegd: Zou ik ook werkelijk baren, nu ik oud geworden ben? Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn?' (Genesis 18: 13-14a). Net als in het verhaal van het bezoek van Gabriël aan Maria, is ook dit verhaal van Abraham en Sara een aankondigingsverhaal van een geboorte van een zoon. In Lucas 1 vers 37 gebruikt Gabriël dezelfde woorden die God gebruikte in Genesis 18 vers 14: Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn?
Zowel het verhaal van Abraham en Sara als het verhaal van Maria gaan over een geboorte die vanuit een menselijk perspectief niet mogelijk is. Dat was de reden dat Sara moest lachen en dat Maria haar vraag stelde. Zowel het antwoord van de Heer als het antwoord van de engel Gabriël is dat bij de Heer niets onmogelijk is.
Het feest van de aankondiging van de Heer (Maria-Boodschap)
Op 25 maart viert men in de Rooms-Katholieke kerk het feest van de aankondiging van de Heer, ook wel de Maria-Boodschap genoemd. Het is een Hoogfeest, dat wil zeggen een belangrijk feest van de Rooms-Katholieke kerk. Men viert dat de engel Gabriël de maagd Maria de wonderbaarlijke conceptie van Jezus Christus door de Heilige Geest aankondigt. Christenen zien Maria niet alleen als een bijzonder uitverkoren vrouw, maar ook als vertegenwoordiger van de hele mensheid. Gods genadig omzien naar de mens en de gelovige reactie van Maria zijn reden voor dit vreugdevolle feest.
Plaats op de kalender van het feest
Vanaf de vijfde eeuw worden er preken gevonden die de datum van 25 maart melden als de feestdag voor de aankondiging van de Heer. In de eeuwen daarvoor was datum van het feest onzeker. Het werd op verschillende data gevierd afhankelijk van de plaatselijke gebruiken. De meest doorslaggevende reden om voor 25 maart te kiezen is dat de conceptie van Christus dan precies negen maanden voor zijn geboorte plaatsvindt.
De annunciatie in de kunst
De aankondiging van de geboorte van Jezus heeft veel kunstenaars geïnspireerd. Vanaf de Middeleeuwen hebben veel schilders Maria en Gabriël afgebeeld. Meestal wordt Maria in huis afgebeeld en staat de engel Gabriël, die te herkennen is aan zijn vleugels, bij Maria om haar het nieuws aan te zeggen. Met name voor Rooms-Katholieke kunstenaars was het een geliefd onderwerp om te schilderen. Een bekend fresco met deze afbeelding is gemaakt door Fra Angelico. Deze Italiaanse schilder uit Florence maakte deze fresco zo rond 1440-1445. Het werd geschilderd op de muur van een klooster. De zachte en lichte kleuren van het fresco geven het een serene sfeer. De kunstenaar had veel oog voor details. Zo is de kleding van Gabriël met grote zorg geschilderd gezien de ingewikkelde decoraties van de mantel en de engel heeft veelkleurige vleugels. Door de lichtheid van de afbeelding en de figuren wordt de spiritualiteit van het fresco benadrukt. Het is een schilderij over de communicatie van het geloof. Zo heeft het voor de monniken van het klooster gefunctioneerd.
Lees verder