De betekenis van Jezus (Isa) in de Koran en Islam
Niet alleen in de christelijke Bijbel wordt over Jezus geschreven. Ook in de Koran, het heilige boek voor moslims, staan verhalen over Jezus. Jezus wordt in de Koran Isa genoemd. Net als in de Bijbel is er ook in de Koran sprake van een maagdelijke geboorte. Jezus doet wonderen en is een bijzondere profeet binnen de Islam. De Koran wijst heel nadrukkelijk de dood aan het kruis van Jezus af. Wel wordt in de Koran vermeld dat Jezus ten hemel is opgenomen, net als Mohammed, de laatste en grote profeet binnen de Islam.
De Koran, het heilige boek van moslims
Voor moslims is de Koran het heilige boek bij uitstek. Het is het laatste boek dan Allah heeft gezonden. Mohammed (v.z.m.h) is de profeet die de woorden van de Koran ontvangen heeft via de engel Gabriël (
Djibriel). Moslims geloven dat elk woord van de Koran afkomstig is van Allah zelf. De Koran werd geopenbaard in de Arabische taal. Over een periode van 23 jaar zijn de 114 soera's (hoofdstukken) en 6236 verzen tot Mohammed gekomen. Voor moslims is de Koran volledig en volmaakt. Dat betekent dat er in de Koran niets is weggelaten dat van wezenlijk belang zou zijn (Soera 6:38). Moslims leren de Koran in het Arabisch lezen. Velen leren gedeeltes of zelfs de hele Koran uit het hoofd. Binnen de Islam wordt van moslims verwacht dat zij de betekenis van de Koran proberen te begrijpen en naar zijn leer leven.
Jezus in de Koran
Mohammed heeft als laatste en ultieme profeet een bijzondere plaats in de Koran. Als we hem buiten beschouwing laten, dan zijn het Jezus, Mozes en Abraham, waarover veel geschreven wordt in de Koran. Zij hebben als het ware de heilsboodschap van Allah geopenbaard voordat Mohammed de definitieve openbaring van Allah ontving. De beschrijving van de persoon van Jezus in de Koran kan voor moslims verwarrend overkomen. Jezus is namelijk niet zomaar een gezant van God. Hij wordt in de Koran ook vol mysterie beschreven. Zijn maagdelijke geboorte, de wonderen die hij verricht en zijn ten hemelopneming zijn daar voorbeelden van. Jezus wordt in de Koran Isa genoemd. Hij is de Messias,
Masih. Vaak wordt hij niet bij zijn naam Isa genoemd, maar als zoon van Maria. Afhankelijk van de Koranvertaling heet Maria: Marjam, Mirjam of Meryem. De benaming 'zoon van Maria' legt de nadruk op het menselijke van Jezus om daarmee zijn christelijke naam als 'zoon van God' uit te sluiten.
Jezus is niet Goddelijk
Een belangrijk verschil tussen christenen en moslim is de positie van Jezus. Voor christenen is Jezus de zoon van God. Hij is zelf ook God. Jezus is een van de personen van de drie-eenheid, samen met God de Vader en de Heilige Geest. Volgens de Koran is dat allemaal niet waar. Jezus is geen godheid naast God (Soera 5: 116). Ook is Jezus, de Messias (
Masih), niet de zoon van God (Soera 4:171; 9:30; 19:35).
[...] de Christenen zeggen: 'De Masih (Isa) is de zoon van Allah'. Dat zijn hun woorden uit hun monden. Zij doen soortgelijke uitspraken als degenen die voorheen ongelovig waren. Moge Allah hen vervloeken, hoe kunnen zij zo afwijken? Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen en (ook) de Masih de zoon van Maryam, terwijl hun niets is bevolen dan dat zij één God aanbidden: er is geen god dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen. (Soera 9:30-31)
Geen drie-eenheid in de Koran
Jezus is volgens de Koran absoluut niet een god en hij heeft ook geen goddelijke eigenschappen. Allah is één, dat is de belijdenis van de Islam. Als Jezus geen god is volgt daar logischerwijs uit dat Jezus dan ook niet de derde persoon van de goddelijke drie-eenheid is (Soera 5:73; 116; 4:171). Volgens de Koran is Allah één en er bestaat geen goddelijke drie-eenheid. Er zijn geen goddelijke personen naast Allah. De Koran zet zich af tegen de drie-eenheid en noemt dan de personen van God, Maria en Jezus. Het lijkt erop dat men in de Koran niet goed doorheeft dat christenen geloven in een andere drie-eenheid, namelijk die van God de Vader, Jezus de Zoon en de Heilige Geest. Maria hoort volgens het christendom niet thuis in de goddelijke drie-eenheid.
En toen Allah zei: 'O Isa, zoon van Marjam, heb jij tot de mensen gezegd: 'Neemt mij en mijn moeder tot goden naast Allah.'' Hij zei: 'U zij geprezen! Het past mij niet iets te zeggen waartoe ik geen recht heb. Als ik het gezegd zou hebben dan zou U het geweten hebben. U weet wat in mijn binnenste is, maar ik weet niet wat in Uw binnenste is. U bent de kenner van de verborgenheden'. (Soera 5:116)
Jezus als een door God gezonden profeet
In de Koran wordt Jezus gezien als een profeet die door God, Allah, gezonden is. Hij wordt voorgesteld als een '
nabi' een profeet en een '
rasoel', een afgezant van Allah. Zijn naam wordt genoemd in de rij met andere grote profeten, Noach, Ismaël, Izak, Jakob en zijn kinderen en aan Isa. Jezus, Isa, is dus een van de profeten aan wie God zijn wil en woorden openbaarde.
Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noeh en de profeten na hem openbaarden. En Wij openbaarden aan Ibrahim en Isma`il en Ishaq en Ya`qoeb en de kinderen (van Ya`qoeb) en Isa en Ayyoeb en Yoenoes en Haroen en Soelaiman. (Soera 4: 163)
Jezus geboren uit de maagd Maria
In de Koran wordt Jezus vaak als zoon van Maria aangeduid. In de Bijbel vertelt de evangelist Lucas dat Maria van de engel Gabriël te horen krijgt dat zij een zoon zou krijgen. Hij is de beloofde Messias (Lucas 1: 26-38). Maria is verwonderd over deze boodschap en vraagt zich af hoe dat kan aangezien ze geen omgang met een man heeft. In de Koran is er een soortgelijke aankondiging van de geboorte van Jezus.
(Gedenk) toen de Engelen zeiden: "O Maryam! Voorzeker, Allah geef het goede nieuws van één van Zijn woorden ('Wees!'). Zijn naam is de Messias Isa, zoon van Maryam, geëerd in deze wereld en in het hiernamaals, en behorend tot degenen die dicht bij (Allah) gebracht wordt. En hij zal tot de mensen spreken vanuit de wieg en in volwassenheid. En hij zal behoren tot de rechtvaardigen". Zij (Maryam) zei: "Mijn Heer, hoe kan ik een kind krijgen als geen man mijn heeft aangeraakt?" Hij zei: "Het zal gebeuren, Allah schept wat Hij wil. Hij verordent een zaak, dan zegt Hij er slechts tegen 'Wees!, en het geschiedt." (Soera 3: 45-47)
Jezus een geschapen als Adam
Jezus is in de Koran een nieuwe schepping van Allah. God schiep in het begin de hemel en de aarde. Als eerste mens schiep hij Adam. De schepping staat zowel beschreven in de Bijbel als in de Koran. Jezus is volgens de Koran geschapen zoals Adam. God schiep door te spreken en het was er. "God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht" (Genesis 1:3). Op eenzelfde manier werd Jezus door God geschapen. Daarmee is Jezus in de Koran een schepping van God en dus niet zijn zoon of aan God gelijk.
Voorzeker, bij Allah is de schepping van Isa gelijk aan die van Adam. Hij schiep hem uit stof en zei vervolgens tot hem, "Wees!", en hij was. (Soera 3:59).
Jezus verrichtte veel wonderen
De uitzonderlijke positie van Jezus in de Koran komt naast zijn maagdelijke geboorte tot uiting in de wonderen die Jezus door de kracht van Allah heeft gedaan. In de Koran staan niet de uitgebreide genezingsgeschiedenissen zoals die in de evangeliën in de Bijbel staan opgetekend. Wel wordt er in de Koran een opsomming gegeven van de wonderen die Jezus deed. Hij genas blinden en mensen met melaatsheid. Hij liet zelfs doden tot het leven opstaan. Ook staat in de Koran dat Jezus als klein kind uit klei een vogel schiep. Dit verhaal is niet in de Bijbel te vinden.
Toen Allah zei: "O Isa, zoon van Marjam, denk aan Mijn genade aan jou en jouw moeder toen Ik jou sterkte met de heilige geest, zodat jij in de wieg en als volwassene tot de mensen sprak en toen Ik jou het boek onderwees en de wijsheid, de Taura en de Indjiel en toen jij met Mijn toestemming uit klei iets als de vorm van een vogel schiep en er toen in blies en het met Mijn toestemming een vogel was en toen jij blindgeborenen en melaatsen met Mijn toestemming genas en toen jij doden met Mijn toestemming [uit het graf] tevoorschijn liet komen en toen ik de Israëlieten van je afhield toen jij met de duidelijke bewijzen tot hen kwam, waarop zij onder hen die ongelovig waren zeiden dat dit duidelijk slechts toverij was." (Soera 5:110)
Jezus is niet aan het kruis gestorven
De Koran stelt duidelijk dat Jezus niet aan het kruis gestorven is. Volgens geleerden van de Islam kan een profeet van Allah niet falen. Daarmee zou Allah zelf verliezen. In de Koran staat het verhaal van de kruisiging van Jezus dus niet. Het verhaal wordt zelfs bestreden. Er zal iemand anders aan het kruis gehangen zijn, maar Jezus in elk geval niet. Jezus is wel ten hemel gevaren. Allah heeft hem omhoog gebracht (Soera 4:158). De
betekenis van het kruis voor christenen dat Jezus aan het kruis gestorven is voor de zonde, wordt door moslims afgewezen. Elk mens is volgens de Islam zelf verantwoordelijk voor zijn eigen daden en Allah zal op de dag van de opstanding over iedereen persoonlijk een oordeel uitspreken.
Zij zeggen: "Wij hebben de masieh Isa, de zoon van Marjam, Allah's gezant gedood." - Zij hebben hem niet gedood en zij hebben hem niet gekruisigd, maar het werd hun gesuggereerd. Zij die het daarover oneens zijn, verkeren erover in twijfel. Zij hebben er behalve het afgaan op vermoedens geen kennis van; zij hebben hem vast en zeker niet gedood. Echter, Allah heeft hem tot Zich omhoog gebracht. Allah is machtig en wijs. (Soera 4:157-158)
De latere betekenis van Isa in de Islam
Omdat Isa, Jezus, in de Koran met raadsel omgeven wordt, hebben moslims in hun traditie het beeld van Jezus uitgebouwd en genuanceerd. Drie punten vallen daarbij op. Er worden verhalen overgeleverd waarin de wonderkracht van Isa benadrukt wordt. Zo is er een verhaal dat hij tien kledingstukken in verschillende kleuren verfde in één verfkuip. Er is ook een verhaal hoe hij kinderen in varkens veranderde. Ten tweede wordt Jezus voorgesteld als een asceet, iemand die zeer eenvoudig leefde, een arme onder de armen. En ten slotte zijn er binnen bepaalde stromingen binnen de Islam overleveringen over de rol van Jezus aan het eind van de geschiedenis. Hij zou naar Jeruzalem neerdalen om Allah te aanbidden in een moskee, samen met andere moslims.