Kerk en kerkdiensten van de Amish
Tijdens de zestiende eeuw kwamen diverse mensen in opstand tegen het katholieke geloof. Deze mensen vormden zelf een nieuw geloof, het protestantisme. Uit dit protestante geloof ontstonden weer andere, kleinere groepen, waaronder de Amish. Onder leiding van de Duitser Jakob Ammann vormden zij hun eigen visie op geloof. Hierbij stond het naleven van de Bijbel centraal, maar ook ‘Meidung’ – sociale vermijding. De Amish moesten zich apart houden van de rest van de wereld en zich bij hun eigen gemeenschap houden. Dat is één van de redenen waarom de Amish niet naar de kerk gaan voor diensten, maar de diensten houden in de huizen van leden van de gemeenschap. Een andere reden is dat de Amish vervolgd werden vanwege hun geloofsovertuiging en hun diensten stiekem thuis moesten houden.
Kerkdiensten thuis
De Amish-gemeenschap is verdeeld in verschillende districten, ingedeeld naar waar ze wonen. Elk district bestaat uit zo’n vijfentwintig tot vijfendertig families. Deze maken heel soms gebruik van een gezamenlijke gebouw voor kerkdiensten (de ‘Church Amish’, de Kerk Amish), maar meestal van huizen van gemeenschapsleden (de ‘House Amish’, de Huis Amish). Elke familie moet zijn eigen huis beschikbaar bestellen voor de kerkdienst. Omdat de kerkdiensten niet elke zondag, maar om de week worden gehouden, is een familie vaak maar één keer per jaar aan de beurt.
Als een familie aan de beurt is om de kerkdienst bij hen thuis te houden, wordt het hele huis uitgebreid schoongemaakt. Niets wordt overgeslagen, zelfs de kleinste hoekjes niet. Ook wordt er gekeken of het huis en de bijbehorende gebouwen, bijvoorbeeld de schuur, nog netjes geverfd zijn. Zo niet, dan wordt het gebouw opnieuw geverfd.
Bij de bouw van een Amish-huis wordt al rekening gehouden met de kerkdienst: vaak zijn er op de benedenverdieping muren die er gemakkelijk uitgehaald kunnen worden, zodat de ruimte groot genoeg is voor iedereen. Een Amish-district kan namelijk gemakkelijk uit tweehonderd mensen bestaan, omdat families vaak veel kinderen hebben. Bij goed weer wordt de kerkdienst ook wel in de schuur gehouden.
De kerkelijke leiding
Een Amish-district staat onder leiding van minimaal vier en maximaal zes mensen: twee tot vier predikers, een diaken en een bisschop. Iedereen heeft zijn eigen taak.
De bisschop
De bisschop heeft de leiding over het Amish-district, hij staat aan het hoofd van de kerkenraad. Ook leidt hij speciale diensten en vieringen als bruiloften en begrafenissen. Ook is hij degene die erop let dat iedereen zich houdt aan de afspraken in het district en de regels uit de Bijbel.
De diaken
De diaken staat tussen de bisschop en de predikers in. Hij is vooral belangrijk op het moment dat er een nieuwe prediker gekozen moet worden: de diaken is dan degene die de communicatie verzorgt tussen de leden van het district en de bisschop. Verder leest de diaken tijdens de dienst altijd de tekst uit de Bijbel voor.
De predikers
De predikers houden tijdens de kerkdiensten de preken. Omdat ze geen speciale opleiding hebben gehad tot prediker, gaan de preken altijd over hoe zij persoonlijk de Bijbel zien. De prediker moet zijn preek altijd uit het hoofd houden. Een voorbereidingstijd heeft hij niet: vaak hoort hij pas een paar minuten voor de kerkdienst dat hij vandaag degene is die de preek mag houden.
Het kiezen van de predikers
Omdat de Amish geen opleiding hebben tot prediker, worden de predikers altijd gekozen. Het is wel belangrijk dat hij getrouwd is en lid van de gemeenschap. Bovendien moeten ze Hoog Deitsch kunnen praten: het Duitse dialect dat de Amish als hun eigen taal gebruiken. Hoog Deitsch is officiëler dan het Deitsch dat de Amish thuis praten, waardoor kinderen de kerkdiensten vaak niet begrijpen. Predikers worden meestal voor hun hele leven benoemd. Ze krijgen geen vergoeding voor wat ze doen.
Als er een nieuwe prediker gekozen moet worden, wordt dit tijdens een kerkdienst verteld. De leden van de gemeenschap hebben dan twee weken de tijd om thuis erover te bidden en mediteren. Na die twee weken vindt de verkiezing plaats. Aan het einde van de kerkdienst gaat ieder lid van de gemeenschap naar een aparte ruimte waar de diaken zit. In zijn oor fluisteren ze de naam van degene die zij geschikt vinden als prediker. De diaken geeft de namen door aan de bisschop.
Alle mannen met drie of meer stemmen loten mee om de nieuwe prediker te worden. Dit gebeurt alleen als ze hier zelf mee akkoord gaan. Zodra ze ‘ja’ hebben gezegd, wordt er gebeden en wordt God gevraagd degene aan te wijzen die de nieuwe prediker moet worden. Dit gebeurt door een bijbelvers op een los stukje papier te schrijven. Dit stukje papier wordt in een liedboek gestopt. Vervolgens worden er evenveel liedboeken als er kandidaten zijn gepakt. Het liedboek met het stukje papier is hier bij. De liedboeken worden vervolgens door de kandidaten gekozen en dan mogen ze erin kijken. Degene die het liedboek heeft met het stukje papier, is de nieuwe prediker.
Hoe ziet een kerkdienst eruit?
De kerkdienst is eens in de twee weken op zondag en begint om half negen ’s morgens. De dienst begint altijd met zingen. Het tweede lied dat gezongen wordt, is bij alle Amish-gemeenschappen hetzelfde. Alle liederen worden zonder muziek gezongen, omdat muziekinstrumenten verboden zijn. Ook staan er geen muzieknoten in de ‘Ausband’ (het liedboek), er staan alleen teksten in. De mannen moeten de melodieën uit hun hoofd kennen, zodat zij voor kunnen gaan in het gezang.
Na het zingen volgt een korte preek vanaf ongeveer een halfuur. Daarna volgen gebeden, bijbellessen en voorgelezen teksten. Vervolgens wordt er een tweede preek gehouden, die meestal een uur of langer duurt. Na de preek kunnen andere predikers en de diaken korte opmerkingen geven, waarna de prediker van de tweede preek afsluit. De dienst is dan nog niet klaar: er volgen nog wat gebeden, voorgelezen teksten en uiteindelijk een lied. Rond twaalf uur is de dienst afgelopen. De Amish gaan dan nog niet naar hun eigen huis: er is altijd een gezamenlijke maaltijd. ’s Avonds is er voor jongeren nog een zangbijeenkomst.
In de kerk
Tijdens de kerkdienst zit iedereen op houten banken. Deze hebben geen rugleuning, zodat iedereen gedwongen wordt rechtop te zitten. Oudere Amish-mensen mogen eventueel een eigen stoel meenemen als hun gezondheid het niet toelaat op de banken te zitten. Tijdens het bidden wordt verwacht dat iedereen knielt, opnieuw de oudere Amish uitgezonderd wiens gezondheid het niet toelaat.
Iedereen heeft tijdens de kerkdienst een vaste plaats. De mannen zitten aan de ene kant, de vrouwen aan de andere kant. De predikers zitten altijd in het midden. Getrouwde mannen en vrouwen zitten vooraan in de kerk, ongetrouwde mannen en vrouwen zitten meer naar achteren.
Doop en bijzondere diensten
De Amish geloven dat iedereen zelf voor de kerk moet kunnen kiezen. Daarom worden kinderen niet gedoopt. Pas als ze in hun tienerjaren zijn, kunnen ze gedoopt worden. Als ze besluiten bij de Amish te blijven, volgen ze enkele speciale bijeenkomsten, zodat de kerkleiding zeker weet dat ze klaar zijn om gedoopt te worden. Na hun doop zijn de tieners officieel lid van de gemeenschappen en moeten zij zich aan alle Amish-regels houden. Doen zij dit niet, dan kunnen zij verstoten worden uit de gemeenschap. Ze hebben echter wel de mogelijkheid om hun zonden op te biechten voor de hele gemeenschap en om vergeving te vragen.
De doopdiensten worden meestal vier weken voor de halfjaarlijkse diensten gehouden. De halfjaarlijkse diensten zijn bijzondere diensten: ze beginnen om acht uur ’s ochtends en gaan door tot drie uur ’s middags. Tijdens de dienst wordt veel gebeden, gezongen en uit de bijbel gelezen. De dienst wordt afgesloten met het wassen van de voeten.