De spons gedrenkt met zure wijn voor Jezus aan het kruis
In de Bijbel wordt uitgebreid verslag gedaan van de kruisiging van Jezus. Alle vier evangelisten, Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes schrijven daarover. Zij noemen ook allen dat Jezus vlak voordat hij sterft wat te drinken krijgt aangeboden. Ze bieden hem een spons gedrenkt in zure wijn aan. Over de betekenis van deze spons met zure wijn bestaan verschillende visies. Sommigen duiden het als hulp aan de lijdende Christus, een weldaad aan een mens in nood. Anderen zien er een daad van vernedering en bespotting in, omdat de spons op een stok voor de Romeinen de functie had van ons moderne toiletpapier.
De vier evangelisten beschrijven uitgebreid de kruisweg van Jezus. Ze melden dat hij naar Golgotha wordt gebracht. Daar wordt Jezus aan het kruis geslagen. Samen met hem kruisigden de Romeinse soldaten twee misdadigers, een aan zijn linker- en een aan zijn rechterzijde. Terwijl Jezus daar hangt wordt hij door de omstanders bespot. Op het dieptepunt van zijn lijden riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Marcus, het oudste evangelie, vervolgt het verhaal van de kruisdood van Jezus.
Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, hij roept Elia!’ Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’ Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit. (Marcus 15: 35-37)
Overeenkomsten en verschillen tussen de vier evangelisten
Marcus beschrijft dat Jezus een spons doordrenkt met zure wijn voorgehouden krijgt met het doel om hem daarvan te laten drinken. Ook de andere drie evangelisten vertellen dat Jezus zure wijn te drinken krijgt aangeboden (Matteüs 27:48; Lucas 23:36; Johannes 19:29). Er zijn ook verschillen tussen de vier evangelisten in de beschrijving van dit voorval. Lucas noemt alleen dat Jezus zure wijn aangeboden krijgt. Hij vertelt niets over een spons die op een stok gestoken is. Lucas vermeldt als enige expliciet dat het een van de Romeinse soldaten is die hem de zure wijn aanreikt. 'Ook de soldaten dreven de spot met hem, ze gingen voor hem staan en boden hem zure wijn aan' (Lucas 23:36). De evangelist Johannes heeft het over een specifiek soort stok, namelijk een majoraantak. Aan deze majoraantak wordt een spons geplaatst die naar de mond van Jezus wordt gebracht: 'Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond' (Johannes 19:29). Matteüs volgt het verhaal van Marcus.
Goedkope zure wijn voor de soldaten
Bij de plek waar Jezus gekruisigd werd stond een vat met zure zijn, aldus de beschrijving van Johannes. Met zure wijn ('
oxos' in het Grieks) wordt een drank aangeduid die bestond uit wijn aangelengd met water. Het kan ook water zijn dat ter conservering is aangezuurd met azijn of wijn (NBV-vertaalaantekeningen). Deze goedkope zure wijn stond er voor de Romeinse legionairs, zodat zij hun dorst daarmee konden lessen. Deze drank werd door de Romeinen
'posca' genoemd (Davis, 1965). Soms werden er ook nog kruiden aan de zure wijn toegevoegd. De zure wijn was in ieder geval een ideale dorstlesser. De
posca bevond zich in een vat dat met een spons was afgesloten om te voorkomen dat de drank verontreinigd werd of ging verdampen. Deze spons zou gebruikt kunnen zijn om Jezus de zure wijn aan te bieden (Ellicott's Bible Commentary).
Een bewuste weldaad aan Jezus
Verschillende Bijbeluitleggers zijn het er met elkaar over eens dat met het aanbieden van de zure wijn Jezus een dienst wordt bewezen. Als zijn dorst groot is wordt hij geholpen. Als Jezus ervan zou drinken, dan zou hem dat iets van verlichting kunnen geven (Meyer's New Testament Commentary). De theoloog Bruggen (2012) heeft het over een 'verfrissing' die Jezus krijgt aangeboden. Nielsen (1974) geeft aan dat het aanreiken van de zure wijn bedoeld is als een bewuste weldaad om de wondkoorts en de dorst van de gekruisigde te lenigen. De licht verdovende werking van de alcohol in de wijn is een van de functies van
wijn in de tijd van Jezus.
Extra pijniging
Het is ook mogelijk dat het geven van de wijn een extra pijniging voor Jezus is geweest. Twee componenten van de zure wijn, namelijk azijn en alcohol, geven een pijnscheut als ze met een open wond in contact komen. Jezus had veel open wonden toen hij aan het kruis hing. Hij is immers, vlak voor dat hij gekruisigd werd, gegeseld. De spons gedrenkt in zure wijn zal gelekt hebben en in de wonden van Jezus zijn gekomen (Keyzer, 2014).
De spons op de stok
Was de spons daar op Golgotha aanwezig om het vat met de zure wijn af te sluiten, of had de spons op de stok misschien een andere functie? Om deze vraag te beantwoorden kunnen geschriften uit de tijd van het Romeinse Rijk inzicht geven. Daaruit blijkt dat Romeinen na hun toiletgang geen wc-papier gebruikten, maar een spons op een stok (Taylor, 2006; Gowers, 1995). De spons op een stok had voor de Romeinen de functie van ons moderne toiletpapier. De stok met spons werden na gebruik in een door azijn zuur gemaakte wateroplossing gedaan. Daarna kon de spons weer door een volgend persoon worden gebruikt (Charlier e.a, 2012).
Griekse oorsprong
De spons op de stok werd door de Grieken een
'xylospongion' genoemd. Dit woord is afgeleid van twee woorden, namelijk
'xylon' wat hout betekent en het woord
'spongion' wat Grieks is voor spons. Het woord '
xylospongion' werd door de Romeinen van de Grieken overgenomen. Het bewijs hiervan vinden we in een brief van Terentianus Claudianus (P.Mich. VIII, 471.29-30). Daarin schrijft hij over een persoon die 'zijn aandacht niet meer op mij richtte maar op de stok met de spons (
xylospongion) en zich met zijn eigen zaken bezig hield'. De Romeinse schrijver Seneca vermeldt in een van zijn brieven aan Lucilius (70.20-21) de aanwezigheid van de spons met stok in een Romeinse latrine (Gilleland).
Een daad van vernedering
Als Jezus de spons op de stok met zure wijn krijgt aangeboden, die eigenlijk bedoeld is voor hygiëne van de legionairs, dan is deze daad aan Jezus zeker geen weldaad, maar een daad van vernedering en bespotting. Beide evangelisten Marcus en Matteüs beschrijven hoe de spons op de stok naar de lijdende Jezus wordt gebracht. Hoewel Lucas het niet expliciet heeft over de stok met de spons, past deze daad van vernedering wel bij de beschrijving van Lucas: 'Ook de soldaten dreven de spot met hem, ze gingen voor hem staan en boden hem zure wijn aan'. Het aanbieden van de zure drank sluit bij Lucas dan naadloos aan bij het bespotten van Jezus. Als het aanbieden van de zure wijn wel een weldaad zou zijn, dan is er een tweedeling in de tekst. Aan de ene kant bespotten de soldaten Jezus en aan de andere kant proberen ze zijn lijden te verlichten.
De marjoraantak of hysop
De evangelist Johannes (19:29) is de enigste die het bij de stok waarop de spons geplaatst is spreek over een marjoraantak. Het Griekse woord
'hussôpos' dat hij daarvoor gebruikt wordt traditioneel met ‘hysop’ vertaald. De plantensoort hysop komt echter in het Midden-Oosten niet voor. De evangelist Johannes zou eigenlijk
'majorana syriaca' bedoelen, in het Nederlands meer bekend onder de naam ‘majoraan’ (NBV vertaalaantekeningen).
Vervulling van de Schriften
Hysop zou ook eigenlijk niet geschikt zijn om een natte spons omhoog te brengen. Hysop was namelijk niet sterk genoeg voor zo'n functie. Dat Johannes het woord toch gebruikt heeft waarschijnlijk te maken met de symbolische betekenis van hysop. Hysop werd gebruikt om het bloed van het Pesach lam aan de deurposten gestreken (Exodus 12:22). Hysop verwijst naar het bloed van het lam. Zo maakt Johannes een verbinding tussen het Pesach lam en Jezus als Lam dat geslacht wordt om anderen te redden. Ook kan de evangelist gedacht hebben aan woorden uit Psalm 51 vers 9: 'Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein' (NBG'51). Het bloed van Jezus reinigt van zonde (Nieuwenhuis, 2004).
Een zure wrange smaak
Dat Jezus zure wijn, aangelengd met azijn, aangeboden krijgt, kan verwijzen naar Psalm 69. In vers 22 van deze aan David toegeschreven psalm staat: 'Ze mengden gif door mijn eten en lesten mijn dorst met azijn'. Zowel in de psalm als in het evangelie krijgt de koning van Israël, David of Jezus, een dronk aangeboden met een wrange bijsmaak. Koning David beklaagde zich erover dat zijn leven zuur werd gemaakt. Zuur is ook de smaak van de drank die Jezus krijgt vlak voor zijn sterven. Volgens Van Houwelingen (1997) wordt zo het Schriftwoord van David in Jezus voltooid.
Lees verder