Bijbelverhalen: (Koning) David
David en de Bijbel. Bij veel mensen gaat er misschien wel een lichtje branden. Er zijn weinig personen in de Bijbel waar meer aandacht aan wordt besteed dan aan David. Het schijnt zelfs zo te zijn dat er geen enkele naam vaker genoemd wordt in de Bijbel dan de naam David. David is de jongste zoon van Isaï, en wordt door God uitgekozen om koning van het volk Israël te zijn. Er zijn verschillende bekende verhalen over het leven van David.
Afkomst David
In de Bijbelboeken 1 Samuël en 2 Samuël wordt over het leven van David geschreven. Het verhaal begint met Samuël die een boodschap van God krijgt. God vertelt Samuël dat één van de zonen van Isaï koning over het volk Israël moet worden. Op dat moment was koning Saul aan de macht. Alle zonen van Isaï moeten één voor één bij Samuël komen. Eerst komt de oudste, een grote en sterke man. Samuël verwacht dat God deze grote en sterke oudste zoon gekozen heeft om koning te worden, maar nee God vertelt dat deze zoon geen koning zal worden. Eén voor één komen de zonen van Isaï tot Samuël, maar steeds krijgt Samuël de boodschap van God dat dit niet de zoon is die koning zou worden. Op een gegeven moment vraagt Samuël: "Isaï zijn dit al je zonen?" "Nee", zegt Isaï, "ik heb nog één zoon, de jongste, maar hij is in het veld bij de schapen". "Haal hem", zegt Samuël. God vertelt aan Samuël dat deze jongste zoon, David, koning moet gaan worden.
David en Goliath
Eén van de bekendste verhalen over David is het verhaal van David en Goliath. Het verhaal gaat over de strijd tussen het volk Israël en de Filistijnen. Op een dag wordt het volk Israël aangevallen door de Filistijnen. Koning Saul, toen nog koning over het volk Israël, roept snel zijn soldaten bij elkaar om erop af te gaan. De Filistijnen hebben een enorm groot leger. Er is één Filistijn die de grootste van allemaal is. Goliath, de reus. Goliath daagt het leger van Israël uit om één iemand te sturen om tegen hem te vechten. Niemand uit het leger van Saul durft. Zo gaat het dagen achter elkaar door. Op een dag komt David brood brengen bij zijn broers die in het leger zitten. Als David Goliath ziet roepen, zegt hij: "Ik zal tegen Goliath vechten." Niemand heeft er vertrouwen in. De kleine en jonge David tegen de grote sterke Goliath. Het enige wat David bij zich heeft is zijn stok, een slinger en wat steentjes. Goliath lacht als hij David aan ziet komen. "Gaat dit jonge jongetje zonder zwaard tegen mij vechten?" Maar David laat zich niet uit het veld slaan. Hij doet een steen in zijn slinger, zwaait zijn slinger in het rond en de steen vliegt eruit richting Goliath. De steen raakt Goliath de reus tegen zijn voorhoofd, hij wankelt, en valt op de grond.
David en Batseba
Een ander heel bekend verhaal is dat van David en Batseba. Dit verhaal speelt zich af als David al koning is. David is een goede koning. Hij heeft God lief, en is goed voor zijn volk. Op een gegeven moment maakt hij een grote fout. David zit op een avond op het dak van zijn paleis en kijkt naar beneden. Daar ziet hij een hele mooie vrouw die zich aan het wassen is. Hij herkent de vrouw en merkt op dat het de vrouw van Uría, één van Davids soldaten, is. David is zo onder de indruk van Batseba dat hij zich niet in kan houden en haar naar zijn paleis laat brengen. David slaapt met haar en Batseba raakt zwanger. David schaamt zich en probeert ervoor te zorgen dat anderen denken dat Batseba gewoon zwanger is van Uría. Dit mislukt echter. David zoekt naar een andere oplossing en stuurt een bericht aan zijn legeroverste Joab om Uría vooraan in het gevecht te plaatsen, zodat hij gedood zal worden. Zodra Uría dood is, trouwt David met Batseba. God is erg boos op David. Hij stuurt Nathan naar David toe om hem op zijn fouten te wijzen. David heeft veel spijt. Om deze reden doodt God hem niet, maar hij zegt wel dat David veel ellende zal overkomen. De zoon waar Batseba zwanger van is sterft. Later krijgen David en Batseba samen nog een zoon: Salomo.