De waarheid die een goed getuigenis gaf in 3 Johannes 1:12a
In zijn brief aan Gajus schreef de oudste dat de waarheid een goed getuigenis gaf over Demetrius. Dit roept de vraag op wat de oudste bedoelde met 'de waarheid zelf'. Gaat het hier over Jezus, of de Heilige Geest, zelf? Of gaat het over de manier waarop Demetrius zich gedroeg? Of de orthodox-christelijke traditie? Het lijkt onmogelijk om te zeggen welk antwoord juist is. Hiernaast lijken alle antwoorden elkaar ook niet uit te sluiten.
De tekst
De
oudste schreef in 3 Johannes 1:12 het volgende over
Demetrius:
"
Van Demetrius is een goed getuigenis gegeven door allen en door de waarheid zelf".
De vraag is wat de oudste bedoelde met 'de waarheid zelf'. Hierop zijn ten minste drie verschillende antwoorden mogelijk, namelijk:
- Jezus of de Heilige Geest
- De manier waarop Demetrius zich gedroeg
- De orthodox-christelijke traditie
Jezus of de Heilige Geest
In Johannes 14:6 en 5:6 worden respectievelijk
Jezus en de Heilige Geest 'waarheid' genoemd. Dit is in de Johanneïsche literatuur (Het evangelie volgens Johannes; 1, 2 & 3 Johannes; Openbaringen) een veel terugkomend gebeuren. Om die reden moet men zich, bij het lezen van het woord 'waarheid' in deze literatuur, altijd afvragen of hiermee Jezus of de Heilige Geest worden aangeduid.
Volgens Spence en Exell en Womack is dit een mogelijkheid. Verwijzend naar Johannes 14:6 stelt Womack dat Jezus misschien iets over Demetius heeft gezegd. Spence en Exell gaan uit van de mogelijkheid dat de mensen onder leiding van de Geest der waarheid (Joh. 15:26) een krachtig, positief, getuigenis gaven over Demetrius.
Andere theologen, waaronder Smalley, stellen dat deze lezing niet past in de context van de brief. Hij onderbouwt dit door te stellen dat de getuigenis van God (Vader, Zoon of Geest) abrupt en niet op zijn plaats is tussen de getuigenissen van de mensen en de oudste zelf.
Demetrius' gedrag
Kistemaker en Kruse interpreteren het woord 'waarheid' in 3 Johannes 1:3, waarin staat dat Gajus in waarheid wandelde, als de
waarheid van het evangelie. Om die reden stellen zij dat de oudste hier met het woord 'waarheid' hetzelfde bedoelde. Demetrius wandelde in de waarheid van het evangelie. Dat wil zeggen dat hij leefde volgens Gods regels. De waarheid gaf daarom een goed getuigenis van hem. De feiten (waarheid) waren overduidelijk en spraken voor zich.
Akin is het hiermee eens en stelt dat Demetrius zijn toewijding aan de waarheid van het evangelie duidelijk was en dat zijn leefstijl strookte met de waarheid van het christelijk geloof. Dat laatste is ook de mening van Barton e.a., die stelt dat de goedheid van Demetrius' leven duidelijk was wanneer deze werd vergeleken met het evangelie.
De orthodox-christelijke traditie
Smalley is het ermee eens dat de juiste interpretatie van 'de waarheid zelf' in 3 Johannes 1:12 luidt dat het gaat over de waarheid van het evangelie, die wordt uitgedrukt door Demetrius' manier van leven. Hij haalt echter Williams aan, die 'de waarheid zelf' ziet als een metafoor voor de orthodox-christelijke traditie die de oudste verdedigde. Hij legt een hierbij een verband tussen 'allen' die een goed getuigenis gaven enerzijds en de waarheid anderzijds. Dit leidt ertoe dat volgens Williams Demetrius zijn goede getuigenis kreeg van 'de gehele actieve gemeenschap van hen die bezield zijn door de waarheid'. Hiermee wordt de nadruk verlegd van de 'waarheid' als ervaren in een individueel christelijk leven (gezien in iemands gedrag) naar de belichaming van die waarheid in de ervaring die de gemeenschap met christus heeft.
Meest natuurlijk?
De reden voor Smalley om 'de waarheid zelf' zo te interpreteren is dat het volgens hem de meest natuurlijke interpretatie van de tekst is. Dat blijkt ook uit het feit dat meerdere commentatoren, zoals Akin en Barton e.a., niet de moeite nemen om hun interpretatie van 'de waarheid zelf' te onderbouwen. Het is echter de vraag of dit voor de lezers van de brief, die hoogstwaarschijnlijk deel uitmaakten van de Johanneïsche gemeenschap, ook het geval was. In de literatuur van die gemeenschap is de term 'waarheid' doorgaans een verwijzing naar Christus of de Heilige Geest. Het is mogelijk dat het voor hen natuurlijker was om de term 'de waarheid zelf' op die manier te interpreteren.
Wat is 'de waarheid zelf'?
Het lijkt voor een moderne lezer het meest voor de hand liggend dat de oudste met 'de waarheid zelf' doelde op de waarheid van het evangelie, waarin Demetrius wandelde, of de orthodox-christelijke traditie. De derde brief van Johannes was echter geen moderne tekst en haar eerste lezers waren geen 20e- en 21e-eeuwse mensen. Daarom is de mogelijkheid dat het hier om Jezus of de Heilige Geest gaat niet minder waarschijnlijk dan dat het over de manier ging waarop Demetrius zich gedroeg.
Dat deze interpretatie niet in de context van de brief zou passen is niet sterk onderbouwd. Het getuigenis van Christus of de Heilige Geest kan namelijk via mensen gegeven worden, zoals ook Spence en Exell suggereren. Dan is het noemen van de Heilige Geest tussen de mensen niet abrupt en ook niet ongepast.
Hiernaast sluiten alle interpretaties elkaar niet uit. De waarheid van het evangelie kan door Demetrius zijn uitgeleefd, maar zou nooit als zodanig zijn herkend door mensen (de 'allen' in het vers) als zij niet geleid waren door de Heilige Geest (Spence en Exell), of niet door de waarheid bezield waren (Williams).