Wie was de Demetrius in 3 Johannes 1:12?
In 3 Johannes 1:12 schrijft de oudste over ene Demetrius. Hij vertelt dat over Demetrius een goed getuigenis is gegeven door allen en door de waarheid zelf. Wie deze Demetrius is is echter niet duidelijk. Ook is het niet duidelijk waarom de oudste ineens over hem begint. Er verschillende theorieën ontstaan over wie Demetrius was en waarom de oudste over hem schreef, maar voor geen van de theorieën is er sluitend bewijs.
De tekst
In zijn brief aan
Gajus schrijft de
oudste het volgende over Demetrius: "
Van Demetrius is een goed getuigenis gegeven door allen en door de waarheid zelf; en ook wij geven een goed getuigenis en gij weet, dat ons getuigenis waar is." (NBG 1951)
De tekst roept de vraag op wie Demetrius eigenlijk was en waarom de oudste het nodig vond om een goed getuigenis over hem te geven.
Wie Demetrius was
Er bestaan vier theorieën over wie Demetrius was, waarbij het goed mogelijk is dat een combinatie van theorieën correct is. Het eerste luidt dat Demetrius lid was van de gemeente van Gajus en Diotrefes. Het tweede luidt dat Demetrius de bezorger van 3 Johannes was, hij was mogelijk een evangelist, of iemand die Gajus moest helpen om een tegenwicht tegen Diotrefes te bieden. Het derde luidt dat Demetrius de zilversmid uit Handelingen 19 was. Het vierde luidt dat Demetrius de Demas is die Paulus in zijn brieven een aantal keer noemt.
Lid van de gemeente van Gajus en Diotrefes
Brooke beschrijft de mogelijkheid dat Demetrius een lid was van de gemeente waar Gajus en Diotrefes ook lid van waren. Het zou kunnen zijn dat hij onder verdenking was gekomen van zonde, bijvoorbeeld door de manier waarop Diotrefes over de oudste en diens medestanders sprak (3 Joh. 1:10). Ook is het volgens Palmer mogelijk dat hij door Diotrefes was gestraft omdat hij onderdak wilde bieden aan evangelisten, wat door Diotrefes tegengewerkt werd (3 Joh. 1:10). Hier zijn echter geen aanwijzingen voor.
Bezorger van de brief
Volgens Barton, Brooke en Smalley is het hoogstwaarschijnlijk dat Demetrius de bezorger van de derde brief van Johannes was. Brooke baseert dit idee op de theorie dat de brief onder andere bedoeld was als aanbevelingsbrief voor Demetrius. Het is volgens Smalley mogelijk dat de oudste hem stuurde om Gajus te helpen om een tegenwicht tegen Diotrefes te bieden, die laatste misdroeg zich namelijk en trok anderen in zijn gedrag mee (3 Joh. 1:10-11). Ook kan het zijn dat Demetrius een reizende evangelist was die onderdak nodig had.
Het lijkt er in ieder geval niet op dat Demetrius alleen een bezorger was. Daarvoor is het drievoudig getuigenis volgens Palmer namelijk te uitgebreid. Er zijn echter ook voor deze theorie geen verdere aanwijzingen.
De Demetrius uit Handelingen 19
In het Nieuwe Testament wordt het handelen van één Demetrius beschreven. Dat is in Handelingen 19:21-40. Deze Demetrius was en zilversmid uit Efeze die Artemistempels maakte. Hij veroorzaakte een opschudding in de stad omdat de christelijke evangelisten veel mensen tot geloof brachten, wat ten koste ging van zijn handel, en dat van de zilversmeden die voor hem werkten.
Dat dit de Demetrius uit 3 Johannes is is volgens Barton e.a., Brooke en Smalley niet het geval, Womack noemt het idee zelfs onverdedigbaar, maar Palmer ziet die mogelijkheid wel. In zijn boze speech tegen Paulus en het evangelie wijst hij namelijk op het gevaar van een God die onafhankelijk is van afgodsbeeldjes, namelijk dat er dan geen zaken meer te doen zijn voor de zilversmeden. Hij zegt hierbij het volgende:
"Mannen, gij weet, dat wij aan dit werk onze welvaart danken, en gij ziet en hoort, dat deze Paulus een talrijke schare, niet alleen van Efeze, maar ook van bijna geheel Asia, overgehaald en afkerig gemaakt heeft door de zeggen, dat goden, die met handen worden gemaakt, geen goden zijn" (Hand. 19:25b-26 - NBG 1951)
Volgens Palmer haalde Demetrius zichzelf met deze woorden bijna over om zich te bekeren tot het christendom. Zodra hij zich zou realiseren hoe groot de goedheid van een God is die niet onze beelden nodig heeft verandert de boze zakenman volgens Palmer in een gelovige. Hij vraagt zich daarom af of dit misschien gebeurd is.
De Demas uit de brieven van Paulus
In Kolossenzen 4:14, 2 Timoteüs 4:10 en Filemon 1:24 wordt gesproken over een Demas, wat een afkorting van de naam Demetrius kan zijn. Deze Demas heeft de apostel Paulus volgens hem "
uit liefde voor de huidige wereld verlaten" (2 Tim. 4:10 - NBG 1951). Er zijn theologen die aannemen dat dit de Demetrius uit 3 Johannes is. Dit is volgens Barton e.a., Brooke en Smalley echter niet het geval, er is namelijk geen bewijs voor en het is vergezocht.
Waarom de oudste over Demetrius schreef
Het is onbekend wat Demetrius precies heeft gedaan om het drievoudige goede getuigenis te verdienen. Met de vraag waarom wordt dan ook niet gedoeld op wat Demetrius heeft gedaan, maar op de vraag waarom de oudste in zijn brief over Demetrius begon. De eerste hiervan is al genoemd, namelijk dat het mogelijk is dat de brief een aanbevelingsbrief was. Hiernaast kunnen er ten minste nog drie redenen zijn. De eerste luidt dat er sprake was van wantrouwen jegens Demetrius. De tweede luidt dat de naam Demetrius verdacht was. De derde luidt dat de oudste een contrast wilde creëren tussen Diotrefes en diens slechte gedrag en Demetrius met zijn goede gedrag. Alle mogelijke redenen hebben echter één probleem, er is geen bewijs voor handen om aan te tonen dat ze correct zijn.
Bron: Geralt, Pixabay Wantrouwen
Volgens Brooke is één van de hoofddoelen van de brief om een goed getuigenis te geven van Demetrius. Er was volgens hem blijkbaar een goede reden voor de gemeente van Gajus en Demetrius om hem niet te vertrouwen. Om het vertrouwen te winnen zette de oudste volgens Akin een zwaar middel in, namelijk een drievoudig getuigenis. De oudste schreef namelijk dat (1) allen, (2) de waarheid en (3) de oudste zelf en zijn gemeente (
wij) een goed getuigenis van Demetrius gaven.
De naam Demetrius
Smalley wijst erop dat de naam Demetrius letterlijk 'zoon van Demeter' betekende.
Demeter was de Griekse godin van de landbouw en in de ogen van de vroege christenen dus een afgod. Door zijn naam werd de heidense afkomst van Demetrius meteen duidelijk, wat reden genoeg kon zijn om officieel te bevestigen dat hij een goed man was, de juiste leer kende en geschikt was om te getuigen van de waarheid.
Contrast met Diotrefes
Barton e.a. en Thompson wijzen op het contrast tussen Diotrefes en Demetrius. Het kan zijn dat de oudste over Demetrius begon om een voorbeeld te tonen van hoe iemand zich wel moet gedragen. Volgens Kistemaker kende de gemeente waar Gajus en Diotrefes bij hoorden deze Demetrius goed. Daarom wordt hij verder niet geïntroduceerd in de brief.
Onduidelijk, maar wel aanwijzingen
Het is onduidelijk wie de Demetrius is waarover de oudste schreef. Het is verleidelijk om ervan uit te gaan dat het de opstandige zilversmid was, omdat zo een lelijk verhaal als in Handelingen 19 dan een prachtig einde zou hebben en omdat er voor de andere opties geen duidelijke aanwijzingen zijn. Hiernaast is het de optie waarvoor de meeste aanwijzingen zijn. Zo zou de eerdere opstandigheid van de zilversmid een goede reden kunnen zijn waarom er wantrouwen jegens hem was. Ook zou de zilversmid redelijk geschikt geweest kunnen zijn om de problemen die Diotrefes creëerde aan te pakken. Er is echter geen dwingend bewijs dat Demetrius de zilversmid was.
De reden waarom de oudste over Demetrius schreef is al even onduidelijk. Was de brief een aanbevelingsbrief? Vertrouwde men Demetrius niet vanwege iets dat hij gedaan had? Of vanwege zijn achtergrond? Of had het niets met vertrouwen te maken, maar wilde de oudste hem als goed voorbeeld gebruiken? Deze vragen blijven onbeantwoord, omdat er geen enkele aanwijzing is dat één van de theorieën hierover correct is.