De uitverkoren vrouw en haar kinderen in 2 Johannes 1:1a
De identiteit van de uitverkoren vrouw (en haar kinderen) aan wie de tweede brief van Johannes is geschreven is onder theologen altijd een discussiepunt geweest. De Bijbel biedt namelijk geen eenduidige aanwijzingen over haar identiteit. Daardoor zijn uit pogingen om de identiteit van de vrouw te achterhalen uiteindelijk drie verschillende theorieën ontstaan, waarvan geen enkele onbetwistbaar is.
De tekst
De
oudste (die volgens de traditie Johannes is) opent zijn brief aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen met de volgende woorden: "
De oudste aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen" (2 Johannes 1:1a - NBG 1951)
Over de identiteit van deze vrouw vermeldt de rest van de brief bijna niets. Het enige dat de brief nog vertelt is dat zij een 'uitverkoren zuster' (2 Joh. 1:13) heeft, wiens kinderen de vrouw (en haar kinderen) ook groeten stuurden. Ook in de rest van de Bijbel staat nergens iets geschreven over een 'uitverkoren vrouw'. Daarom zijn er volgens Akin drie verschillende theorieën ontstaan over wie deze vrouw was, namelijk:
- Een figuurlijke verwijzing naar een lokale kerk en haar leden
- Een figuurlijke verwijzing naar de universele kerk
- Een individuele vrouw
- Maria, de moeder van Jezus
De derde theorie kan in twee theorieën worden opgedeeld. De eerste luidt dat de oudste wilde zeggen dat zij een uitverkoren vrouw was. De tweede luidt dat één van de Griekse woorden
eklekte kuria ('uitverkoren vrouw') moet worden vertaald als de naam van de vrouw. Dan zou zij of 'de uitverkoren Kyria' zijn of 'de vrouw Electa' zijn.
Een lokale kerk
Er zijn vijf argumenten om de 'uitverkoren vrouw' te interpreteren als een lokale kerk. Het eerste luidt dat de term
kuria de vrouwelijke vorm van het Griekse woord voor 'God' is. Het tweede luidt dat de schrijver van de brief de geadresseerden een paar keer in de tweede persoon meervoud aanspreekt. Het derde luidt dat de 'uitverkoren vrouw' volgens vers 13 een 'uitverkoren zuster' heeft. Het vierde luidt dat het past bij de Oudtestamentische beelden van Israël als 'vrouw', 'echtgenote', 'moeder' en 'dochter'. Het vijfde luidt dat er geen persoonlijke details in de brief staan.
1
De term kuria
Het feit dat de oudste in de brief de vrouw de uitverkoren
kuria noemt zou volgens Akin en Smalley een hint kunnen zijn naar de kerk als de bruid van Christus. De kerk wordt namelijk op indirecte wijze zo genoemd in Efeze 5:25-27, waarin Paulus de mannen oproept om van hun vrouwen te houden zoals Christus van zijn gemeente (de kerk) houdt. Hiernaast spreekt Johannes in Openbaringen over het huwelijk van het Lam (Christus) en zijn vrouw (Op. 19:7-8).
2
Het probleem met dit argument is dat doorgaans de wereldwijde kerk als de bruid van Christus wordt gezien. Terwijl de gemeenten volgens Akin en Smalley als verschillende vrouwen worden beschreven. Een losse gemeente is dus niet 'de uitverkoren vrouw', maar 'deel van de uitverkoren vrouw'.
Tweede persoon meervoud
Hoewel de brief is geschreven aan een vrouw (en haar kinderen) en het woord 'uw' in het vierde vers in de grondtekst tweede persoon enkelvoud is, wordt in de rest van de brief (verzen 6, 8, 10 en 12) volgens Kruse de tweede persoon meervoud gebruikt. Volgens Kruse is dat een aanwijzing dat de brief aan een gemeente is gezonden.
Het probleem met dit argument is dat het meervoudgebruik ook kan wijzen op de vrouw en haar kinderen als ontvangers van de brief, in plaats van een gemeente. Op zichzelf is het meervoudgebruik dus nietszeggend.
De uitverkoren zuster
Hendriksen en Kistemaker wijzen erop dat in 1 Petrus de auteur de term 'medeuitverkorene' gebruikt, waarmee hij verwijst naar de gemeente in Babylon (1 Pet. 5:13). Daarom interpreteren zij de termen 'uitverkoren vrouw' en 'uitverkoren zuster' ook als gemeenten.
Vrouwelijke verwijzingen naar Israël
In het Oude Testament en de apocriefen wordt volgens Klauck vaak naar Israël verwezen als 'jonkvrouw Israëls' (Jer. 31:21), 'moeder (van het volk Israël)' (Bar. 4:32; 5:5; 4 Ezra 10:40-49), 'dochter van Sion' (Jer. 4:31) en 'dochter van Jeruzalem' (Sef. 3:14). Kruse voegt hier nog 'bruid (van God)' (Hos. 2:18-19) en ´echtgenote (van God)´ (Jer. 3:8) aan toe. Dit heeft een precedent geschapen waardoor christelijke gemeenschappen zichzelf en elkaar beschreven met deze en vergelijkbare termen.
Het probleem met dit argument is dat de vrouwelijke termen steeds op heel Israël werden toegepast. Terwijl hier de vrouwelijke term wordt toegepast op een klein deel van de kerk.
Geen persoonlijke details
In tegenstelling tot 3 Johannes, waarin de ontvanger Gajus, Diotrefes en Demetrius met naam genoemd worden, bevat 2 Johannes geen persoonlijke details over de ontvangers. Volgens Barton et al. is dat een teken dat de brief aan een gemeenschap is geschreven en niet aan één vrouw en haar gezin.
De wereldwijde kerk
Hiëronymus (347-420) zag in de 'uitverkoren vrouw' de wereldwijde kerk. Hij noemt de adressering van de vrouw in 2 Johannes 1:1a als een voorbeeld van een monogaam huwelijk, tussen God en de wereldwijde kerk. Met de interpretatie van de 'uitverkoren vrouw' als de wereldwijde kerk is er alleen één probleem, namelijk dat uit vers 13 van de brief blijkt dat de 'uitverkoren vrouw' een 'uitverkoren zuster' heeft. De universele kerk heeft echter geen 'zuster' of iets dergelijks, waardoor de interpretatie als wereldwijde kerk onmogelijk is.
Een anonieme vrouw
Spence en Exell kiezen ervoor om de tekst letterlijk te interpreteren om op die manier te voorkomen dat zij betwistbare uitspraken over de tekst doen. In de tekst staat 'uitverkoren vrouw' en zo lezen zij het. Het woord
kuria interpreteren zij bewust niet als haar naam, omdat dat betwistbaar is en kan leiden tot de vraag of dat echt haar naam was en of het dan toch niet ging om een kerk, in plaats van een vrouw.
Het is volgens Spence en Exell nutteloos om te vragen wie de vrouw precies was, omdat de brief dat niet duidelijk vertelt. De boodschap van de brief zit volgens hen juist in het feit dat de vrouw in de wereld niet een naam voor zichzelf heeft gemaakt. Dat haar naam niet genoemd wordt is dus passend. De brief gaat volgens Spence en Exell over gewone mensen, die door hun leiders bemoedigd mogen worden als zij trouw zijn en hun roeping als gelovige beantwoorden.
Een vrouw met een naam
Clemens van Alexandrië (+- 125/150 - 215) stelt dat 2 Johannes is geschreven aan de 'maagden' (een
titel in de katholieke en oosters-orthodoxe kerk voor vrouwelijke heiligen en maagden). Hij stelt echter ook dat de brief is geschreven aan de Babylonische vrouw Electa (
eklekte). Zij was, waarschijnlijk, volgens hem een symbool voor de 'maagden'. Clemens geeft geen uitleg waarom hij de tekst zo interpreteert.
Kenneth Taylor, die
The Living Bible3 schreef, gaat ervan uit dat 2 Johannes is geschreven aan een vrouw die Kyria heette. Hij vertaalde de openingswoorden van de brief dan ook als volgt: "
From: John, the old Elder of the church. To: That dear woman Kyria" (2 Johannes 1:1a -
The Living Bible - onderstreping toegevoegd voor nadruk).
De naam 'Kyria' is volgens Smalley het Griekse equivalent van de Aramese naam 'Martha'. Die naam betekent volgens
Catholic Online dat 'de dame' of 'de vrouw des huizes'. Het is dus mogelijk dat dit haar naam was en in ieder geval waarschijnlijker dan dat haar naam 'Electa' was.
Desondanks is er een probleem met het idee dat de vrouw een naam had. Volgens Smalley wijst het feit dat de term
eklekte kuria zonder bepaald lidwoord in de brief staat erop dat de naam van de vrouw niet genoemd wordt. Zij is dus of een anonieme vrouw, of een symbool voor de (lokale) kerk.
Maria
Er zijn volgens
Chuck Missler vier argumenten om Maria, de moeder van Jezus, te zien als de uitverkoren vrouw. Het eerste luidt dat de beschrijving van de vrouw klopt met Maria. Het tweede luidt dat de term 'uitverkoren' alleen op haar van toepassing is. Het derde luidt dat het feit dat iedereen die de waarheid kent de vrouw liefheeft naar haar verwijst. Het vierde luidt dat Johannes de auteur was.
De beschrijving
Volgens 2 Johanens heeft de uitverkoren vrouw kinderen en een zus. Ook Maria had nog kinderen, namelijk Jozef, Jakobus, Judas, Simon en een aantal dochters. Ook had zij twee zussen (Joh. 19:25).
De term 'uitverkoren'
Maria was de meest uitverkoren vrouw op aarde. Zij was immers gekozen om de moeder van Jezus te zijn. Het is dan ook gepast dat zij 'de uitverkoren vrouw' genoemd wordt.
Het probleem met dit argument is dat de uitverkoren vrouw ook een uitverkoren zuster heeft. De term wordt dus niet alleen op de vrouw toegepast, maar ook op iemand anders. De term 'uitverkoren' lijkt hierdoor niets te zeggen over de geadresseerde.
Iedereen die de waarheid kent heeft haar lief
Missler interpreteert de term 'de waarheid' in vers 1 van de brief als een verwijzing naar Jezus. Op basis daarvan zegt hij dat iedereen die Jezus kent ook houdt van de uitverkoren vrouw. Deze uitverkoren vrouw kan nooit een onbekend iemand geweest zijn omdat alle gelovigen de vrouw dan niet kenden. Het moet dus Maria geweest zijn, omdat iedereen die Jezus kende haar ook kende en liefhad, omdat zij Jezus' moeder was.
Johannes als auteur
Tijdens zijn kruisiging zei Jezus tegen zijn moeder en Johannes dat zij elkaars moeder en zoon zouden zijn vanaf dat moment (Joh. 19:26). Dat betekende praktisch gezien dat Jezus de zorg voor zijn moeder in de handen van Johannes legde. Het kan daarom zijn dat Johannes aan haar schreef.
Wie was de uitverkoren vrouw?
Het is onmogelijk om te zeggen welke interpretatie correct is. Wel kan gezegd worden dat de interpretatie van de 'uitverkoren vrouw' als de universele kerk onmogelijk is en dat de interpretatie van de 'uitverkoren vrouw' als iemand wiens naam (Electa of Cyria) genoemd wordt in de brief hoogst onwaarschijnlijk is.
De argumenten om de 'uitverkoren vrouw' te interpreteren als een lokale gemeente, als een onbekend individu, of als Maria zijn allemaal niet dwingend. Ook al bestaat er een brede consensus onder moderne theologen dat het een lokale gemeente betreft. Wel klinken alle drie uitleggingen van de tekst plausibel.
1 Smalley stelt, als argument voor de interpretatie als lokale kerk, dat het algemene karakter van de brief erop wijst dat deze aan een gemeente is geschreven en haar problemen behandelt. Hij legt echter niet uit waarom hij dit vindt. Daarom is dit argument hierboven niet beschreven.
2 De bruid in Openbaringen is "
de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel" (Op. 21:9 - 22:5 - NBG 1951). Dit Jeruzalem, ook wel het 'nieuwe Jeruzalem' genoemd, wordt door christenen gezien als de nieuwe woonplaats van de gelovigen die deel zijn van de gemeenschap die de bruid van Christus is.
3 The Living Bible is geen Bijbelvertaling, maar een parafrasering, geschreven om Bijbelteksten toegankelijker te maken. Het is niet altijd even duidelijk welke brontekst(en) Taylor gebruikte. Zelf stelde hij volgens Crim dat hij de
American Standard Version uit 1901 en de Masoretische Tekst (die laatste voor het Oude Testament) gebruikte, aangevuld met andere teksten als die logischer waren. Volgens Bowman lijkt het er echter op dat Taylor hiernaast veel leunde op de
King James Version, vermoedelijk die uit 1611, Griekse grondteksten, informatie uit Bijbelcommentaren en andere vertalingen.
Lees verder