Reformist Rashid Rida
Rashid Rida was een van de grote Islamitische geleerden uit het begin van de twintigste eeuw. Hij had een grote invloed op Hassan al-Banna, de stichter van de Moslimbroederschap.Jeugd
Rida werd geboren in 1865, in Qalamun, vlakbij Tripoli in het huidige Libanon. Toen maakte de plaats deel uit van het Ottomaanse Rijk. Hij kwam uit een lokaal prominente familie. Eerst ging hij naar Koranschool en vervolgens ging hij naar een Ottomaanse staatsschool in Tripoli en een Islamitische school. Hoewel hij vreemde talen leerde vond hij iets anders dan Arabisch onnodig voor een Islamitische geleerde zoals hijzelf. Korte tijd was hij lid van een soefi-orde maar toen hij kennis maakte met de dansende derwishen van Mevlana, was hij dusdanig geschokt dat hij soefisme afzwoor.Jamal al-Din al-Afghani en Mohammed Abduh
Het tijdschrift dat Al-Afghani (Jamal ad-Din al-Afghani) en zijn volgeling Abduh (De modernist Mohammed Abduh) in Parijs vanuit ballingschap uitgaven was de catalysator voor Rida om zich in te zetten voor een hervormde Islam. Rida wilde zich bij Al-Afghani voegen, maar die stierf en Rida vertrok vervolgens naar Caïro, waar Mohammed Abduh zich had gevestigd. Rida werd de onafscheidelijke volgeling van Abduh en richtte het tijdschrift Al-Manar op, om zo de boodschap van Abduh te verspreiden. Een boodschap van reformisme of Salafiyyah.Al-Manar
Tot aan zijn dood gaf Rida zijn tijdschrift uit, waarbij hij de meeste artikelen zelf schreef. Ook publiceerde hij tal van andere religieuze werken. Net als bij Al-Afghani en Abduh was zijn centrale doel de 'umma' (gemeenschap van moslims) en verwonderde hij zich over de relatieve neergang van de Islamitische wereld ten opzichte van de Westerse wereld. De oorzaken hiervan zag hij in middeleeuwse toevoegingen zoals de verering van soefi-heiligen. Hij moedigde reformistische ulema aan om zich te richten op een pure Islam, een terugkeer naar de Koran en de Sunna en die te herinterpreteren naar de huidige moderne tijd.Aanvankelijk keerde Rida zich tegen de conservatieve ulema, maar naarmate hijzelf ouder werd, begon hij het gevaar vooral te zien in het liberale nationalisme en secularisme. De koning van Saoudie-Arabië Ibn Saoud begon hem financiëel te steunen.