mijn kijk opWaardoor ontstaat stigmatisering?
Ik verklaar het probleem, stigmatisering ten aanzien van mensen met een psychische stoornis door de samenleving dat uiteindelijk tot zelfstigmatisering leidt, vanuit de cognitieve psychologie. Ik kies hiervoor omdat er meerdere interventies binnen (onder andere) GGZ WNB gericht zijn op het veranderen van disfunctionele denkschema's. Volgens mij is het probleem ook het best te verklaren middels deze stroming.
Cognitieve schema's
Het boek 'Het palet van de psychologie (Rigter pp. 192) vertelt dat mensen cognitieve schema's hebben met bijvoorbeeld betrekking op kinderen en een specifiek kind, van ouders en hun eigen ouders, van mensen en zichzelf (dit is het zelfbeeld), van angst en angst voor een speciale hond enzovoorts. Een cognitief schema bevat feitelijke aspecten die door iemand emotioneel ingekleurd worden. Dit kan wat betreft stigmatisering zijn, dat mensen door de berichten vanuit de media een cognitief schema hebben ontwikkeld inzake mensen met een psychische stoornis, bijvoorbeeld dat zij eng en gevaarlijk zijn.
Vier mechanismen
De cognitieve schema's dienen als leidraad voor het selecteren, coderen (interpreteren), terughalen (herinneren) en verwerken van informatie, volgens het boek 'Palet van de psychologie (Rigter pp. 193)'. Hierbij zijn er 4 mechanismen te onderscheiden, te weten:
- Schema’s beïnvloeden welke informatie wordt waargenomen en welke genegeerd wordt (selectie). Toen Tristan van der V. 6 mensen doodschoot werd er meteen een verklaring gezocht (waarom doet iemand zoiets?). Tristan bleek schizofrenie te hebben, dit werd waargenomen terwijl het feit dat er heel veel mensen met schizofrenie zijn die niemand kwaad doen, wordt genegeerd.
- Op basis van de schema's wordt aan de geselecteerde informatie een betekenis toegekend (interpretatie) en wordt informatie verder verwerkt tot nieuwe betekenissen (transformatie). "Iemand met schizofrenie is gevaarlijk want Tristan had ook schizofrenie en schoot 6 mensen dood".
- Schema's beïnvloeden welke informatie iemand uit zijn geheugen kan ophalen en welke betekenis daaraan wordt toegekend (herinnering). Iemand ontmoet iemand met de diagnose schizofrenie en de persoon in kwestie herinnert zich het schietincident in Alphen.
- Schema's beïnvloeden en sturen het gedrag dat iemand uitoefent (actie). Personen vermijden en bekritiseren mensen met schizofrenie. Er ontstaat stigmatisering.
Attributiestijlen
Er is onderscheid tussen attributiestijlen. Het boek 'Palet van de psychologie (Rigter pp. 215)' zegt hierover dat dit de manier is waarop iemand de waargenomen werkelijkheid oorzakelijk verklaart. Hierbij hebben mensen de keuze tussen interne attributie (ik was zelf de oorzaak) en externe attributie (iets of iemand anders is de oorzaak). Ook is er een keuze tussen stabiele (blijvende) of variabele oorzaken, en algemeen geldende of specifieke oorzaken. De manier waarop iemand zijn eigen gedrag verklaart, oftewel attribueert, kan belangrijk zijn voor zijn zelfbeeld.
Iemand met een psychische stoornis, die tijdens zijn zoektocht naar sociale contacten, wordt afgewezen door iemand omdat hij deze stoornis heeft, kan de oorzaak bij zichzelf leggen (ik ben inderdaad gek). Als deze attributie ook nog stabiel en algemeen is, denkt de persoon in kwestie dat hij in de toekomst ook dergelijke negatieve ervaringen zal opdoen. Hij zal denken dat andere mensen hem ook gek vinden en geen contact met hem willen. Dit vergroot de kans op een negatief zelfbeeld en zelfstigmatisering.