Cliëntgerichte psychotherapie van psycholoog Carl Rogers
In de psychologische hulpverlening is het belangrijk dat de cliënt zoveel mogelijk zelf op zoek gaat naar oplossingen. De theorie van de Amerikaanse psycholoog Carl Rogers is een methodiek die daarbij kan helpen. Nooit eerder werd in de psychologie of andere vorm van hulpverlening volgens een cliëntgerichte methode gewerkt. Carl Rogers was de eerste die met zijn bevindingen een nieuwe manier toepaste om mensen zelf hun eigen kracht te ontdekken. Hij was de grondlegger van de humanistische psychologie. Rogers werkte vanuit die psychologie een eigen methode uit. In zijn methode is het echter wel belangrijk dat de therapeut een onvoorwaardelijke positieve houding aanneemt. Daar is veel ervaring, inzicht en geduld voor nodig. In de cliëntgerichte psychotherapie van Carl Rogers wordt niet gewerkt aan de waarheid voor een oplossing maar worden obstakels uit de weg geruimd.
Wie was psycholoog Carl Rogers
Carl Rogers is geboren in 1902 en overleden op 4 februari 1987. Zijn werk staat bekend als de '
Rogeriaanse psychologie'. In de vijftiger jaren van de twintigste eeuw begon hij te publiceren over de cliëntgerichte benadering. De kern van zijn visie gaat over de dynamiek van ervaringen. Heel kort samengevat gaat het bij de psychologie van Rogers om de veranderende wereld en wat die met de ervaringen en de waarden van het individu doet. De veranderende omgeving heeft invloed op de persoon en zijn interactie erop. De psycholoog moet de ander leren begrijpen vanuit het referentiekader van die ander. Door de ervaringen worden waarden ontwikkelt maar voor een deel zijn die overgenomen van anderen. Door middel van al die processen wordt een ik-structuur opgebouwd. Rogers is van mening dat we de ander nooit helemaal goed kunnen doorgronden omdat elk individu de werkelijkheid anders ervaart.
Cliënt centered therapy
De therapie van Carl Rogers is in het buitenland bekend als de
Cliënt centered therapy. Ook in Nederland wordt de term gebruikt in de hulpverlening maar, in het Nederlands is de methode beter bekend als de 'cliëntgerichte psycho-therapie'. Het meest gelezen boek over de therapie heet '
Mens worden'.
Als hulpverlener belangstelling hebben voor de cliënt
In de cliëntgerichte benadering richt de hulpverlener zich op de persoonlijke kant van de cliënt. De hulpverlener vraagt zich af wie die persoon is die tegenover hem zit, wat heeft die allemaal meegemaakt, wat wil hij of zij bereiken? Het gaat er dus om dat de hulpverlener een gezonde dosis belangstelling heeft voor de cliënt. Voordat de therapie van Carl Rogers zijn intrede deed waren therapeuten vooral gericht op het probleem van de client. Hij of zij moest in staat zijn zelf het probleem te erkennen, onderkennen en op kunnen lossen. Dat gaf in veel gevallen onbegrip en onmacht gevoelens. Mensen zijn nu eenmaal niet in staat om elk probleem op te lossen. Dat kan zijn door het missen van cognitie, lichamelijke of geestelijke gezondheid. Het inzicht en begrip ontstaat door echte belangstelling voor de cliënt.
Visie van Carl Rogers over hulpverlening aan mensen
Rogers is de belangrijkste vertegenwoordiger van de
cliëntgerichte benadering. Rogers is voorstander om eerst een goede basis te leggen voordat er direct over een oplossing gesproken kan worden. Hij was van mening dat de hulpverlener eerst rust en vertrouwen moet bieden. Ten tweede moet hij zich verdiepen in de belevingswereld van de cliënt en tenslotte hun wijzen op eigen mogelijkheden om problemen op te lossen.
Veiligheid en vertrouwen van de psycholoog in de hulpverlening
Carl Rogers ontdekte dat in de hulpverlening te weinig naar de persoonlijke behoefte van de mens werd gekeken. Het positieve effect en resultaat van psychologische hulpverlening, kon alleen maar bereikt worden wanneer eerst aan veiligheid en vertrouwen werd gewerkt. Als een psycholoog direct met zijn of haar programma begint is er geen oog voor de mens zelf in alle complexiteit. Rogers is van mening dat eerst het verhaal van de cliënt verteld moet worden zoals hij of zij het ervaart. Van daaruit kan de hulpverlener aansluiten bij wat echt nodig is. Dus niet wat de hulpverlener of de cliënt wil maar wat er echt nodig is. Dat wat nodig is kan vaak ook confronterend zijn voor de persoon in kwestie.Maar alleen dan kan de ander aan het probleem werken.
Zelfactualisering, Humanisme, Carl Rogers en Maslow
Carl Rogers legt de nadruk op
self-actualizing tendency. Dat wil zeggen dat de mens zelf een drijvende kracht in zich heeft. De neiging tot zelfactualisering is een kenmerk van de mens om zo zijn eigen identiteit te ontwikkelen. In het wereldbeeld van het Humanisme is men ervan overtuigd dat de mens behoefte heeft om zich altijd verder te ontplooien dan bijvoorbeeld de basisbehoeften die we bij de visie van Maslow zien. Volgens Maslow vertoont de zelf-actualiserende mens zelfs een identiek gedrag t.o.v. de niet zelf-actualiserende mens.
Onvoorwaardelijke acceptatie van de hulpverlener volgens de psychotherapie van Carl Rogers
Volgens Rogers is het van belang dat mensen van jongs af aan zich gewaardeerd voelen. Positieve aandacht en zorg van mensen uit de eigen omgeving. Zonder voorwaarden voldoende warmte en liefde ontvangen. Dus niet ‘als je de afwas doet ben je een lieve meid’ (zonder de afwas te doen ben je ook een lieve meid) Mensen die in zo’n omgeving zich ontwikkelen voelen zich veilig kunnen zich ook beter uiten. Rogers is tegen oordelen en veroordelen. Met het plakken van etiketten op mensen belemmer je de ander zichzelf te zijn. Ook is er dan geen perspectief om te groeien omdat het etiket bepaald wat je bent. Eigenlijk zijn het de maatschappij en de wetenschappers die je niet kent, die bepalen wat je bent n.a.v. dat etiket.
Onvoorwaardelijke positieve waardering in de cliëntgerichte benadering
De hulpverlener moet de cliënt accepteren zoals hij is. Ondanks alle slechte eigenschappen en gedragingen moet er respect en erkenning zijn. De hulpverlener hoeft het niet altijd met zijn cliënt eens te zijn maar het is wel belangrijk om het eigene van de ander te respecteren. Mensen die in de hulpverlening terecht komen zijn in de meeste gevallen emotioneel beschadigde en dus 'high sensitive'. De hulpverlener moet daar dus goed rekening mee houden. Een onvoorwaardelijke positieve houding vraagt heel veel ervaring, geduld en inzicht.
Echtheid en het begrijpen van de therapeut
De therapeut moet authentiek en transparant zijn. Bij ‘echtheid’ moeten we onderscheid maken tussen het denken en beleven van de therapeut enerzijds en de uitvoering anderzijds. Hij moet in eerste plaats echt en eerlijk tegenover zichzelf zijn. Hij kan allerlei gedachten en gevoelens hebben over de cliënt maar hoe gaat hij daar mee om in het contact met de cliënt. Hij kan bijvoorbeeld niet alle negatieve gedachten die hij over de cliënt heeft uitspreken. De 'echtheid' blijkt ook uit de juiste vragen stellen. Geen 'verhoorvragen' maar vragen die de ander het gevoel geven dat er interesse is. Het gaat hier niet om 'begrijpen' want dat kan niet. De therapeut kan de ander nooit begrijpen. Het is ook niet verstandig om te zeggen dat je de ander begrijpt. Wanneer de ander beseft dat hij begrepen wordt zal hij zich als een 'leesbare' brief ervaren. De uitspraak "die therapeut begrijpt mij" kan misleidend zijn. Zegt de ander om de therapeut te claimen of zit er iets anders achter? De therapeut moet daar alert in zijn.
Empathie van de therapeut in de hulpverlening
Empathie wordt ook wel ´inleven´ genoemd. Als de hulpverlener de cliënt onvoorwaardelijk kan accepteren is het mogelijk om de belevingswereld van de ander te begrijpen. Het is hierbij wel belangrijk om de term 'ik begrijp je' niet al te nadrukkelijk te benoemen. Bij het uitspreken van deze term kan de ander zich namelijk niet geheel gehoord of begrepen voelen. Als de therapeut de ander zegt te begrijpen dan kan de ander het gevoel krijgen dat hij een begrijpbaar 'iets' is. De ander kan dan stoppen met vertellen. Het inleven kan men vooral laten merken door de houding. Een gebaar, lichaamshouding of een gelaatsuitdrukking kan veelzeggend zijn.
Kritiek op de psychotherapie van Carl Rogers
De methode van Carl Rogers wordt niet door alle psychologen toegepast. Er is zelfs veel kritiek op de aanpak van Rogers. Maar op zich geeft dat niet want dat is vrijwel normaal binnen de psychologie. Bijna elke psycholoog heeft andere zienswijzen op een therapeutische aanpak. De kritiek was er in eerste instantie op gericht dat de methode van Carl Rogers niet voldoende wetenschappelijk onderbouwd kon worden. Zoals bij alle methoden is dat niet altijd het geval terwijl het wel in de praktijk goed werkt. Net als bijvoorbeeld de '
'Presentie theorie' van prof. A. Baard niet wetenschappelijk onderbouwd is maar, in de praktijk dagelijks zijn waarde bewijst. De methode van Rogers heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de communicatie tussen mensen. Rogers wist uit ervaring en uit studie dat mensen ten diepste aandacht nodig hadden. Dit werd ook nog onderbouwd door het onderzoek van Maslow.
Boeken en artikelen over de psychotherapie van Carl Rogers
Carl Rogers heeft over de cliëntgerichte benadering een aantal boeken en artikelen geschreven die ook in het Nederlands zijn vertaald. Zijn hoofdwerk 'Client Centered Therapy, its current practice, implications and theory' uit 1951 is in 1960 in het Nederlands vertaald. Veel van zijn boeken zijn in verschillende herdrukken opnieuw uitgebracht. De meeste boeken zijn nog wel via internet verkrijgbaar. In het engels zijn ze nog volop verkrijgbaar.
Boekenlijst van Carl Rogers
- Psychotherapie en menselijke verhoudingen: theorie en praktijk van de non-directieve therapie, Utrecht/Antwerpen, 1960
- Leren in vrijheid, Haarlem, 1971
- Cliënt als middelpunt, Rotterdam, 1971
- Individueel: over encounter-groepen, Amsterdam, 1972
- Van echtgareel tot partners, Den Haag, 1973
- De stille revolutie, Amsterdam, 1977
- Intermenselijk: problemen van het menszijn. Een nieuwe tendens in de psychologie, Amsterdam, 1977
- Mens worden: de visie van een psychotherapeut op persoonlijke groei, Utrecht, 1980, sindsdien vele herdr.
- Over mens zijn: een perspectief, Haarlem, 1982
Lees verder