Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (DMDD): symptomen
Wat is DMDD en wat zijn de kenmerken DMDD? In de vijfde editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), het alom gebruikte classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen, is een nieuwe kinderpsychiatrische stoornis verschenen: in het Nederlands 'disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis' genoemd, afgekort als DMDD, en in het Engels aangeduid als 'disruptive mood dysregulation disorder'. Het valt onder de depressieve stemmingsstoornissen. Om de diagnose DMDD te stellen wordt nagegaan of en in hoeverre de diagnostische criteria van de DSM-5 op het kind van toepassing zijn, wanneer het probleem gedrag is begonnen en in welke situaties het voorkomt. Vervolgens worden mogelijke andere verklaringen voor het probleemgedrag uitgesloten door middel van differentiële diagnostiek. Ten slotte wordt de comorbiditeit bepaald, zoals de aanwezigheid van andere stoornissen.
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (DMDD)
Nieuwe stoornis bij kinderen in DSM-5
In 2013 verscheen de vijfde editie van de
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (
DSM-5), het wereldwijd gebruikte en gezaghebbende Amerikaanse handboek met psychiatrische diagnoses, waarvan de eerste editie in 1952 verscheen. De voorgaande versie is DSM-IV-TR en deze dateert uit het jaar 2000. Het DSM is een classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen, en is jaren geleden in het leven geroepen vanwege het streven naar uniformiteit en eenduidigheid met betrekking tot de diagnostiek van psychiatrische aandoeningen. Eenduidigheid in het hanteren van definities en diagnostische criteria maakt tevens wetenschappelijke onderlinge vergelijking van (groepen) psychiatrische patiënten mogelijk. In het DSM staan geen theorieën of uiteenzettingen over mogelijke oorzaken van de stoornissen. Een nieuwe stoornis bij kinderen is de disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis, afgekort als DMDD. De stoornis geldt voor kinderen tot en met 18 jaar en heeft als inclusiecriteria onder meer persisterende prikkelbaarheid en frequente episoden van ernstige driftbuien in zich.
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis (DMDD)
Kinderstoornis die valt onder de stemmingsstoornissen
De disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis is een nieuwe kinderstoornis, die valt onder de stemmingsstoornissen (mood disorders). De stoornis wordt gekenmerkt door een ernstige en aanhoudende prikkelbaarheid. Deze ernstige prikkelbaarheid heeft twee verschijningsvormen. In de eerste plaats frequente woede-uitbarstingen. Het gaat om ernstige terugkerende driftbuien die zich verbaal (verbale agressie) en/of in het gedrag (fysieke agressie jegens personen of voorwerpen van zichzelf of anderen) in reactie op frustratie of alledaagse stressoren. Deze driftbuien komen gemiddeld drie keer per week of vaker voor gedurende ten minste één jaar, in ten minste twee situaties (thuis, op school of in contact met leeftijdgenoten), en zijn ernstig te noemen in ten minste één van deze situaties. De tweede vorm waarin de ernstige prikkelbaarheid zich kan manifesteren, is een aanhoudende prikkelbare of boze stemming die tussen de driftbuien door aanwezig is. Deze stemming is vrijwel dagelijks gedurende het grootste deel van de dag aanwezig. De negatieve stemming is waarneembaar voor anderen, bijvoorbeeld ouders, verzorgers en leerkrachten.
Eerste verschijnselen DMDD
De eerste verschijnselen doen zich voor het 10e levensjaar voor en de classificatie mag niet worden toegekend bij kinderen met een ontwikkelingsleeftijd lager dan 6 jaar. De symptomen veranderen meestal naargelang kinderen zich ontwikkelen. De classificatie moet daarom worden beperkt tot leeftijdsgroepen die vergelijkbaar zijn met die waarin de geldigheid is vastgesteld (7-18 jaar). Kinderen met een chronische prikkelbaarheid hebben een een hoger risico om op volwassen leeftijd een
depressieve stemmings- en/of
angststoornis te ontwikkelen.
Complexe psychiatrische voorgeschiedenis
Kinderen met DMDD hebben vaak een complexe psychiatrische voorgeschiedenis en de stoornis komt vaak voor bij kinderen die worden aangemeld bij instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Vaak is er sprake van een relatief uitgebreide voorgeschiedenis met chronische prikkelbaarheid en een dergelijk voorstadium kan voldoen aan de criteria voor oppositionele-opstandige stoornis. Veel kinderen met DMDD hebben symptomen die ook voldoen aan criteria voor
ADHD en voor een angststoornis. Vaak zijn dergelijke classificaties al op jonge leeftijd toegekend. Soms voldoende symptomen ook aan de criteria voor de depressieve stoornis.
Verstoring van sociale relaties
DMDD geeft een duidelijke verstoring van de relaties met gezin en leeftijdsgenoten. Ook is het van invloed op de schoolprestaties. Kinderen met DMDD hebben een extreem lage frustratietolerantie en daarom hebben ze moeite om op school te slagen en ze hebben vaak moeite om deel te nemen aan activiteiten waar gezonde kinderen normaal gesproken veel plezier aan beleven.
Classificatiecriteria DMDD: diagnose, symptomen en kenmerken DSM-5
De classificatiecriteria van de disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis zijn:
- Ernstige recidiverende driftbuien die zich verbaal (verbale agressie) en/of in het gedrag (fysieke agressie jegens personen of eigendommen) manifesteren en die wat intensiteit of duur betreft in grove mate disproportioneel zijn ten opzichte van de situatie of de aanleiding.
- De driftbuien komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau.
- De driftbuien treden gemiddeld drie keer of vaker per week op.
- De stemming tussen de driftbuien is persisterend prikkelbaar of boos, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag, en dit is door anderen waarneembaar (bijvoorbeeld ouders, leerkrachten, leeftijdgenoten).
- Criteria A-D zijn sinds één jaar of langer aanwezig. In die periode is de betrokkene nooit gedurende drie of meer achtereenvolgende maanden geheel vrij geweest van de symptomen in criterium A-D.
- De symptomen in criteria A-D zijn in minstens twee van de drie settings aanwezig (dat wil zeggen: thuis, op school of in contact met leeftijdsgenoten) en zijn in minstens één van deze settings ernstig.
- De classificatie dient niet voor de eerste maal vóór de 6-jarige leeftijd of na de 18-jarige leeftijd te worden toegekend.
- Op basis van de anamnese of door observatie kan worden vastgesteld dat criteria A-E voor de 10-jarige leeftijd zijn begonnen.
- Er heeft zich nooit een duidelijke periode van meer dan één dag voorgedaan waarin de symptomen volledig hebben voldaan aan de criteria voor een manische of hypomanische episode, met uitzondering van de duur.
- Het gedrag doet zich niet uitsluitend voor tijdens een episode van de depressieve stoornis en kan niet worden verklaard door een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld een autismespectrumstoornis, posttraumatische stressstoornis (PTSS), separatieangststoornis of persisterende depressieve stoornis (dysthymie)).
- De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of aan een neurologische of andere somatische aandoening.
Lees verder