Hyperactief kind (ADHD): wat te doen bij druk gedrag, 8 tips
Help, mijn kind is zo druk! Wat kun je doen? 🚀 Een peuter die overal op klimt, een kleuter die niet stopt met vragen, een schoolkind dat altijd wiebelt – druk gedrag hoort erbij. Maar wat als je kind altijd ‘aan’ staat? Snel afgeleid, moeilijk luisteren, onrustig, overal tussendoor praten en andere kinderen hinderen? Dan vraag je je misschien af: Is dit gewoon druk, of is er meer aan de hand? Sommige kinderen hebben een energielevel waar je als volwassene alleen maar van kunt dromen. Maar als dat energielevel constant op turbostand staat, kan het pittig zijn. Hoe zorg je voor meer rust zonder eindeloze strijd? Gebaseerd op inzichten uit 'Kinderen en hyperactiviteit' van psychiater J.K. Buitelaar, vind je hier concrete opvoedtips. Geen vage theorieën, maar praktische adviezen om je kind beter te begeleiden, zonder zijn energie volledig te temperen. Want laten we eerlijk zijn: dat levendige, bruisende karakter? Daar zit ook iets moois in.
- Hyperactiviteit werkt verstorend
- Daan, de kleine wervelwind
- Verschil hyperactief en druk
- Kan de ontwikkeling schaden
- Vóórkomen
- Is mijn kind gewoon druk, of is er meer aan de hand? 🏃♂️💨
- Vragenlijst: een eerste check ✅
- Meer dan alleen druk: bijkomende kenmerken van hyperactiviteit
- De rol van de omgeving
- Wat is hyperactiviteit?
- Hoe om te gaan met een hyperactief kind?
- 📅 Structuur: de ruggengraat van rust en duidelijkheid
- 👨👩👧👦 Ouders: één team, één boodschap
- 🎯 Haalbare eisen stellen: realistisch, niet perfectionistisch
- 🌟 Leuke kanten benadrukken: zie de sprankel, niet alleen de storm
- ⚖️ Consequent zijn: de gouden regel (maar o zo lastig!)
- 🔇 Het beperken van prikkels: minder chaos, meer rust
- 🙅♂️ Straf zo min mogelijk en bekrachtig gewenst gedrag zoveel mogelijk
- 📌 Tips voor effectief straffen en belonen:
- 🎯 Instructies geven: stuur de energie, niet het kind
- 🎯 Geef korte, duidelijke opdrachten: geen overbodige woorden!
- Wanneer korte instructies en wanneer wat langere uitleg? 🗣️👶👦👧
- 📊Maak verwachtingen visueel: geen giswerk meer!
- 🚴♂️ Zorg voor voldoende beweging: energie kwijt = minder strijd!
- 🏆 Beloon inspanning, niet alleen resultaat: kleine overwinningen tellen ook!
- 🌿 Creëer een rusthoek: prikkelvrij plekje voor overprikkelde koppies
- 😆 Gebruik humor: lach, want boosheid werkt toch niet!
- 🎲 Maak van saaie taken een spel: opruimen, maar dan leuk!
- 📅 Help met plannen en organiseren: tijdsbesef? Wat is dat?
- 🧘♀️ Leer ze ontspanningstechnieken: even de pauzeknop indrukken
- 🏫 Werk samen met school: teamwork is key!
- Kleurstoffen en conserveermiddelen maken van rustig kind een hyperactief kind
Hyperactiviteit werkt verstorend
Daan, de kleine wervelwind
Stel je voor: kleine Daan, zes jaar oud en een bundel van pure energie. De wekker is nog niet eens afgegaan of hij staat al naast zijn bed te stuiteren alsof hij oplaadt in zijn slaap. Terwijl zijn moeder nog slaperig haar koffie inschenkt, heeft Daan al drie knuffels door de kamer geslingerd, zijn speelgoedtrein uit elkaar gehaald en zijn sokken (uiteraard twee verschillende) aangetrokken. "Mam, kijk! Ik ben een ninja!” roept hij, terwijl hij een indrukwekkende sprong van de bank naar de salontafel maakt. Zijn moeder, inmiddels gewend aan de dagelijkse ‘actieshow’, zucht lachend. Daan is geen kind dat rustig met een boekje op de bank kruipt. Nee, hij ís de storm die door het huis raast.

Hyperactief kind /
Bron: Image Point Fr/Shutterstock.comOp school is het ook iedere dag een uitdaging. Terwijl de juf voor de klas uitlegt hoe je netjes binnen de lijntjes moet kleuren, probeert Daan het liefst alle stiften tegelijk te gebruiken en ondertussen nog te achterhalen hoe de puntenslijper werkt. “Daan, blijf even zitten,” klinkt het zacht maar beslist. Drie seconden later wipt hij alweer op zijn stoel. Niet omdat hij stout is, maar omdat hij het simpelweg niet kúnt laten. Zijn hoofd zit zo vol ideeën dat stilzitten voor hem voelt alsof hij een raceauto moet parkeren terwijl het stoplicht al op groen staat. Maar hé, wat je bij Daan krijgt, is enthousiasme in de puurste vorm. Geef hem een kans en hij bouwt binnen vijf minuten een toren die net zo hoog is als zijn fantasie.
Verschil hyperactief en druk
Ieder kind is wel eens druk, soms voor een langere periode. Dit kan samenhangen met de eisen die aan opgroeiende kinderen worden gesteld: netjes eten, zelfstandig eten, naar school gaan, maar ook nieuwe activiteiten vergen inspanning en kan tot druk gedrag leiden. Soms zijn er spannende, nare situaties die het kind uit evenwicht brengen, zoals een echtscheiding, het overlijden van een dierbare, verhuizing van een vriendje of vriendinnetje of het kind krijgt een andere leraar. Dan is het heel normaal dat het kind tijdelijk wat drukker is en z'n kont tegen de krib gooit. Duurt dit gedrag erg lang en is wil hij na maanden nog steeds slechts luisteren, dan zou er wel eens sprake kunnen zijn van hyperactiviteit.
Kan de ontwikkeling schaden
Hyperactiviteit kan de ontwikkeling van het kind negatief beïnvloeden. Het kind kan leerachterstanden oplopen omdat het zich niet goed kan concentreren op de taken waar hij zich voor gesteld ziet. Ook komt het sneller in conflict met zijn omgeving, zowel leerkrachten, leeftijdsgenootjes als zijn ouders en eventuele broers en zussen. Het drukke en impulsieve gedrag van het kind kan een goede motorische ontwikkeling in de weg staan. Deze kinderen hebben te weinig rust om te voelen hoe ze bewegen, waardoor ze vaak te laat zijn met bijsturen en corrigeren als er iets mis dreigt te gaan. Zo kunnen er problemen ontstaan met de uitvoering van motorische taken zoals schrijven, sporten, leren fietsen, leren zwemmen, spelen, etc.
Een vroege signalering van hyperactiviteit kan voorkomen dat het kind in een negatieve spiraal terecht komt. Niet alleen zijn omgeving maar ook het hyperactieve kind is er bij gebaat als hij geholpen wordt met zijn drukke, impulsieve gedrag.
Vóórkomen
Bij 2,7% van de kinderen van 2 tot 12 jaar rapporteerden de ouders dat er sprake was van ADHD-achtige symptomen.¹ Deze gegevens werden verzameld in de CBS-Gezondheidsenquête. Anno 2025 is de prevalentie bij jongens (4,2%) hoger dan bij meisjes (1,1%). Aan de ouders werden de volgende vragen gesteld:
- Mijn kind vertoont rusteloos gedrag, kan bijna nooit stil zitten.
- Mijn kind zit voortdurend te friemelen en te draaien.
- Mijn kind kan zich slechts kort op een bepaalde bezigheid richten.
De antwoordcategorieën luidden:
- niet van toepassing
- enigszins of soms van toepassing
- dat is duidelijk van toepassing
Als op alle drie vragen steeds werd geantwoord met 'duidelijk van toepassing', dan wordt gesteld dat het kind ADHD-achtige symptomen heeft.
Is mijn kind gewoon druk, of is er meer aan de hand? 🏃♂️💨
Sommige kinderen zijn geboren stuiterballen. Altijd in beweging, altijd een nieuw idee en vooral: nooit stil. Maar hoe weet je of dit past bij een levendig temperament of dat er sprake is van hyperactiviteit? 🤔
Vragenlijst: een eerste check ✅
De officiële diagnose wordt natuurlijk door een deskundige gesteld, maar als ouder kun je alvast een eerste inschatting maken. In zijn boek beschrijft Buitelaar een handige vragenlijst die je kan helpen om te bepalen of er mogelijk sprake is van hyperactiviteit. Deze vragen kunnen je richting geven bij het zoeken naar de juiste aanpak of hulpverlening.
Beantwoord de vragen met:
🟢 Helemaal niet = 1 punt
🟡 Soms = 2 punten
🟠 Vaak = 3 punten
🔴 Heel vaak = 4 punten
Mijn kind…
🔹 Zit vaak te friemelen en te draaien 🌀
🔹 Wil onmiddellijk krijgen wat hij wil en raakt snel gefrustreerd 😤
🔹 Is rusteloos en overbeweeglijk 🏃♂️
🔹 Wordt snel opgewonden en/of reageert impulsief ⚡
🔹 Heeft moeite om zich te concentreren, raakt snel afgeleid 👀
🔹 Maakt dingen niet af en springt van de ene naar de andere activiteit 🎭
🔹 Huilt snel en vaak 😢
🔹 Vertoont storend gedrag naar andere kinderen 🙅♂️
🔹 Heeft snelle en heftige stemmingswisselingen 🌪️
🔹 Krijgt driftbuien en vertoont onvoorspelbaar gedrag² 🔥
💡 En nu?
Als je kind bij twee of meer van deze vragen 3 of 4 punten scoort, zou er sprake kunnen zijn van hyperactiviteit. Maar let op: ook andere factoren kunnen dit gedrag verklaren, zoals een andere gedragsstoornis, emotionele verwaarlozing, overprikkeling of zelfs… gewoon verwend gedrag. Het kan dus slim zijn om verder te kijken en eventueel advies in te winnen bij een professional.
Meer dan alleen druk: bijkomende kenmerken van hyperactiviteit
Hyperactiviteit blijft zelden alleen bij ‘niet stil kunnen zitten’. Veel kinderen met hyperactief gedrag vertonen ook andere kenmerken, zoals:
🔸 Agressiviteit – snel gefrustreerd raken, uitbarstingen van boosheid 😠
🔸 Angst – onrustig en snel nerveus over nieuwe situaties 😟
🔸 Motorische onrust – constant bewegen, wippen, draaien, tikken 🌀
🔸 Onhandigheid – struikelen, dingen laten vallen, moeite met fijne motoriek 🤕
🔸 Tics – herhaalde bewegingen of geluidjes maken zonder controle 🎭
Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes, en in totaal heeft zo’n 3 op de 100 kinderen last van hyperactief gedrag. Maar waarom lijkt het bij sommige kinderen sterker aanwezig dan bij anderen?
De rol van de omgeving
De manier waarop een kind opgroeit, kan veel verschil maken. Kinderen die veel structuur krijgen en geleerd wordt hoe ze zich op een taak moeten focussen, ontwikkelen minder snel hyperactieve trekken. Ouders die bewust omgaan met rustmomenten, duidelijke verwachtingen en positieve begeleiding, kunnen helpen om de hyperactiviteit binnen de perken te houden.
Geen enkel kind is hetzelfde, maar een rustige, gestructureerde omgeving kan net het duwtje in de goede richting zijn!
Wat is hyperactiviteit?
Hyperactiviteit is een gevolg van een gebrek aan aandacht en van impulsiviteit. Hyperactieve kinderen laten zich voortdurend afleiden, zijn overbeweeglijk en handelen dikwijls zonder na te denken, alsof ze geen rem hebben en direct gehoor geven aan een impuls. Hyperactiviteit hangt samen met een lichte afwijking in de functie van de hersenen. Deze stoornis bij hyperactieve kinderen heeft voornamelijk effect op het aandachtsvermogen, het vermogen om ergens voor langere tijd de aandacht op te richten. Daarom wordt hypreactiviteit ook wel aangeduid met de term 'aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit', oftewel ADHD wat staat voor 'attention deficit hyperactivity disorder'.
Er is bij ADHD sprake van een combinatie van biologische - en psychosociale factoren. Een kind wordt geboren met aanleg voor ADHD (biologisch bepaald) en de omgevingsfactoren zijn van invloed op de mate waarin deze aanleg tot ontwikkeling komt. De omgeving veroorzaakt dus niet ADHD, maar kan het wel triggeren. Omgevingsfactoren zijn de opvoedingsstijl maar ook gebeurtenissen die het kind meemaakt. Een kind met aanleg voor hyperactiviteit die in chaos en structuurloosheid opgroeit, met slechte voeding en weinig liefde, heeft grotere kans ADHD te ontwikkelen.
Hoe om te gaan met een hyperactief kind?
Een kind met ADHD of hyperactief gedrag kan een geweldige bron van energie en creativiteit zijn, maar laten we eerlijk zijn: het kan ook behoorlijk pittig zijn. Van ochtenden die beginnen met een mini-race door het huis tot huiswerk maken dat voelt als een gevecht tegen de klok—je hebt soms het gevoel dat je een acrobaat, onderhandelaar en crisismanager in één moet zijn. Maar het goede nieuws? Met de juiste aanpak kun je die energie in goede banen leiden en het dagelijks leven voor iedereen een stuk fijner maken.
Structuur, duidelijke afspraken en een beetje humor kunnen wonderen doen. Kinderen met hyperactiviteit hebben behoefte aan houvast, maar ook aan ruimte om te bewegen en zichzelf te zijn. Strikte regels zonder flexibiliteit werken meestal averechts, net als te veel vrijheid zonder begeleiding. De sleutel ligt in balans: weten wanneer je moet sturen en wanneer je even moet loslaten. En ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar met een paar slimme strategieën kom je al een heel eind.
Daarnaast is het belangrijk om niet alleen op het gedrag van je kind te focussen, maar ook op
zelfzorg als ouder. Het is verleidelijk om altijd ‘aan’ te staan, maar als jij op je tandvlees loopt, wordt opvoeden alleen maar zwaarder. Af en toe een moment voor jezelf pakken is geen luxe, maar pure noodzaak. Een uitgeruste ouder is een betere ouder—zo simpel is het.
Met een mix van structuur, positieve bekrachtiging en slimme 'trucjes' kun je het leven met een hyperactief kind niet alleen draaglijker, maar ook leuker maken. Want laten we niet vergeten: hun enthousiasme, creativiteit en energie kunnen ook een bron van vreugde zijn. Het is soms even zoeken, maar als je de juiste balans vindt, is het alsof je samen leert dansen op hun ritme.

Creëer rust en regelmaat in het gezinsleven /
Bron: Wavebreakmedia/Shutterstock.com📅 Structuur: de ruggengraat van rust en duidelijkheid
Een hyperactief kind en een chaotisch gezinsleven? Dat is als een tornado in een porseleinkast – veel gedoe en weinig overlevenden. Structuur is geen ‘strak regime’, maar een houvast dat helpt om de dag overzichtelijk en voorspelbaar te maken. Een ADHD-brein functioneert simpelweg beter met een vaste volgorde, duidelijke afspraken en herkenbare routines.
Denk aan een dagindeling die vastligt als een treinschema. Niet strak en onbuigzaam, maar wél voorspelbaar. Ontbijt, school, huiswerk, speel- en beweegmomenten, avondeten, bedtijd – allemaal op vaste tijdstippen. Dit geeft rust in dat altijd-actieve koppie. Want laten we eerlijk zijn: als een kind niet weet wat er gaat gebeuren, schiet het meteen in de hoogste versnelling. "Wat gaan we doen? Wanneer? Hoe? Mag ik dit? Wat als dat?!"
Dus in plaats van “We gaan nu eten”, zeg je "Over tien minuten gaan we eten, dus rond maar even af." Kleine aanpassing, groot effect. ADHD-kinderen schakelen niet zo snel van de ene activiteit naar de andere. Geef ze dus even de tijd om zich mentaal voor te bereiden.
Vrijheid is prima, maar té veel vrijheid? Dat is als een losgelaten puppy in een speelgoedwinkel. Hyperactieve kinderen hebben grenzen nodig, duidelijke regels en consequenties. Niet streng, maar helder. Geen vaag gedoe of steeds wisselende afspraken. Wil je strijd? Dan moet je vooral de ene dag iets toestaan en de volgende dag niet. Wil je rust? Wees duidelijk en consequent. Maar ook: laat ruimte voor adem. Een kind moet zich niet als een robot voelen, maar wél weten waar het aan toe is.
👨👩👧👦 Ouders: één team, één boodschap
Als de ene ouder “Nee” zegt en de andere “Ach, vooruit dan maar” – gegarandeerd feest voor het kind, maar drama voor de opvoeding. ADHD-kinderen hebben een zesde zintuig voor inconsistentie en zullen het feilloos uitbuiten. Niet omdat ze ‘manipulatief’ zijn, maar simpelweg omdat ze testen waar de grenzen liggen.
Ouders moeten dus op één lijn zitten. Dat betekent niet dat je altijd alles perfect eens hoeft te zijn, maar wél dat je het achter de schermen uitvecht en niet waar het kind bij is. Een meningsverschil? Prima, maar bespreek het onder vier ogen, niet in het heetst van de strijd. Zodra je als ouders een verdeeld front toont, weet je kind: "Aha, hier kan ik mee spelen!"
En nee, dat betekent niet dat je altijd als een strenge eenheid moet opereren. Steun je partner in opvoedbeslissingen, zelfs als je twijfelt. Bijvoorbeeld: als vader de iPad afpakt omdat het tijd is om te slapen, ga dan niet meteen in discussie in het bijzijn van het kind. Bespreek later samen of de aanpak misschien aangepast moet worden. Maar op het moment zelf? Eén lijn, geen discussie.
Kinderen zoeken altijd de zwakke plekken in het systeem – en een onenige opvoeding is als een open poort in een vesting. Zorg dus dat jullie samen een stevig team vormen, niet tegen je kind, maar vóór je kind. 💙
🎯 Haalbare eisen stellen: realistisch, niet perfectionistisch
Iedere ouder wil dat zijn kind verantwoordelijkheid leert dragen. En ja, ook een hyperactief kind kan prima zijn jas ophangen, zijn bed opmaken en zijn speelgoed opruimen. Maar laten we eerlijk zijn: verwachten dat een kind met ADHD dit altijd zonder strijd en met militaire precisie doet, is als hopen dat een puppy meteen zindelijk is. Het kost tijd, herhaling en vooral: de juiste aanpak.
Belangrijk is dat de eisen concreet en haalbaar zijn. Zeg dus niet: "Kun je je kamer een beetje opruimen?" Want dan hoor je na tien minuten: "Ik weet niet waar ik moet beginnen." Maar zeg: "Pak nu al het speelgoed van de grond en doe het in de doos." Simpel, duidelijk, en – het belangrijkste – uitvoerbaar zonder dat het brein van je kind overloopt.
Een voorbeeld: Mees, 7 jaar, had altijd een slagveld van een kamer. Zijn ouders riepen: "Ruim je kamer op!" maar kregen alleen maar weerstand. Totdat ze het opknipten in kleine, concrete stappen: "Eerst alle knuffels in de kast. Dan alle boeken op de plank. Dan de vuile was in de wasmand." Mees deed het – en voelde zich achteraf trots in plaats van overweldigd.
Hyperactieve kinderen moeten verantwoordelijkheid leren, maar wel op een manier die bij hun brein past. Kleine stappen, heldere verwachtingen en successen vieren – dát is de sleutel.
🌟 Leuke kanten benadrukken: zie de sprankel, niet alleen de storm
Soms voelt het alsof je hele dag bestaat uit "Niet doen!", "Hou op!", "Stop daarmee!". En eerlijk? Dat slurpt energie. Niet alleen bij jou, maar ook bij je kind. Niemand bloeit op van constante correctie, en een hyperactief kind al helemaal niet.
ADHD is niet alleen ‘druk en lastig’. Het is ook energie, creativiteit, spontaniteit en een eindeloze bron van ideeën. Een kind dat de hele dag hoort wat het fout doet, raakt ontmoedigd. Maar een kind dat hoort wat het goed doet, gaat stralen.
Neem Tess, 9 jaar. Haar ouders waren continu aan het corrigeren: "Niet wiebelen! Niet schreeuwen! Niet afgeleid raken!" Totdat ze besloten bewust te letten op wat wél goed ging. "Wauw, je hebt echt goed geholpen met tafeldekken!" of "Je hebt al vijf minuten supergoed zitten werken, knap!" Binnen een paar weken zag Tess zichzelf niet meer als ‘het drukke kind dat altijd in de problemen zit’, maar als een kind dat óók goed bezig kon zijn.
Wil je minder strijd? Zorg dat je kind zich gezien voelt in wat wél goed gaat. En onthoud: ze kiezen er niet voor om zo te zijn. Geef ze de kans om te groeien in wie ze zijn, niet alleen in wat ze fout doen.
⚖️ Consequent zijn: de gouden regel (maar o zo lastig!)
Als er één opvoedregel is die staat als een huis, dan is het deze: wat je belooft, moet je nakomen. En wat je verbiedt, moet je verbieden. Klinkt simpel? Nou, bij een hyperactief kind wordt die theorie vaak flink op de proef gesteld.
ADHD-kinderen geven niet op. Ze proberen, testen, onderhandelen, smeken, huilen en als dat niet werkt… proberen ze het gewoon nóg een keer. En als jij negen keer "Nee" zegt en de tiende keer tóch toegeeft? Boem! Gefeliciteerd, je hebt zojuist geleerd dat volhouden loont.
Een klassieker: Sem, 6 jaar, wilde langer op de iPad. Zijn moeder zei: "Nee, het is tijd om te stoppen." Maar Sem bleef doorgaan: "Alsjeblieft? Nog maar één filmpje? Echt de allerlaatste keer?" Eerst bleef ze standvastig. Maar na het honderdste "alsjeblieft" zuchtte ze en zei: "Oké, vooruit, nog vijf minuten." Wat leerde Sem? Als ik maar lang genoeg doorzeur, win ik.
Wil je die strijd stoppen? Nee is nee, altijd. Niet streng, maar duidelijk. Bied desnoods een alternatief: "Nee, geen iPad meer. Maar we kunnen wél nog een verhaaltje lezen." Zo voelt je kind zich gehoord, zonder dat hij zijn zin doordramt.
Het is moeilijk, want ja, soms ben je moe en wil je de strijd niet aangaan. Maar als je één keer toegeeft, heb je het volgende onderhandelingsmoment al in de agenda staan. Dus wees consequent – je toekomstige zelf zal je dankbaar zijn. 🙌
🔇 Het beperken van prikkels: minder chaos, meer rust
Stel je voor: je staat in een drukke kermisattractie, lampen flitsen, muziek schalt door de speakers, mensen praten door elkaar, en ondertussen probeert iemand je uit te leggen hoe je een ingewikkelde puzzel moet oplossen. Welkom in het hoofd van een hyperactief kind. ADHD-kinderen hebben geen natuurlijke ‘filter’ voor prikkels. Ze horen, zien, ruiken en voelen álles, en dat alles komt even hard binnen.

Het beperken van prikkels /
Bron: Myriams Fotos, PixabayWil je dat je kind zich beter kan concentreren en minder snel overprikkeld raakt? Beperk de chaos in zijn omgeving.
✅ Rust in huis – Zorg dat de plekken waar je kind veel is (woonkamer, eetkamer, slaapkamer) zo prikkelvrij mogelijk zijn. Geen rondslingerend speelgoed, geen overvolle tafels, geen onnodige drukte.
✅ Geen achtergrondruis – Tijdens het eten? Radio en tv uit. Tijdens huiswerk? Geen schreeuwende broertjes en zusjes om zich heen. Een rustige omgeving betekent minder afleiding.
✅ Minimaliseer visuele overdaad – Een kamer vol posters, felle kleuren en een ontplofte speelhoek? Overload! Houd het rustig en overzichtelijk.
Kijk naar Finn, 8 jaar. Zijn moeder klaagde dat hij zich nooit kon concentreren op huiswerk. Totdat ze zijn bureau leeghaalde (alleen een lamp, een schrift en een potlood) en de tv uitdeed. Ineens zat Finn tien minuten gefocust te werken. ADHD-brein = minder ruis, meer focus.
🙅♂️ Straf zo min mogelijk en bekrachtig gewenst gedrag zoveel mogelijk
Laten we eerlijk zijn: straffen lijkt soms de enige optie. Je kind trekt wéér zijn broertje aan de haren, gooit zijn bord op de grond of schreeuwt alsof hij op een rockfestival staat. Maar hoe effectief is straf nou echt?
🔸 Positieve straf = Iets onaangenaams toevoegen (boze blik, strafcorner, geen schermtijd).
🔸 Negatieve straf = Iets leuks wegnemen (geen zakgeld, niet mee naar de speeltuin).
Klinkt logisch, toch? Maar hier komt de valkuil: straf werkt vaak maar kort. Hoe vaker je straft, hoe minder indrukwekkend het effect. En het kind leert wat niet mag, maar niet wat wél moet.
Neem Sofie, 6 jaar. Ze gooide steeds met haar bord als ze geen zin had om te eten. Haar ouders riepen boos: “Sofie, stop daarmee!” en zetten haar zonder eten naar haar kamer. Maar de volgende dag? Zelfde verhaal. Totdat ze een andere aanpak probeerden: “Sofie, als je je bord op tafel laat staan, krijg je een sticker op je kaart. Vijf stickers = een verrassing.” Binnen een week stond het bord netjes op tafel.
🔹 Kinderen leren beter van belonen dan van straffen.
🔹 Geef direct na gewenst gedrag een compliment. (“Goed gedaan, jij hebt supernetjes gegeten!”)
🔹 Wees consequent met regels, maar richt je vooral op wat wél goed gaat.
📌 Tips voor effectief straffen en belonen:
✅ Beloon positief gedrag direct. Hoe sneller de beloning volgt, hoe sterker de link.
✅ Straf alleen als het écht moet en direct na het ongewenste gedrag. Een kind koppelt ‘s avonds geen straf meer aan iets wat hij ‘s ochtends deed.
✅ Vermijd ‘troost-straf’. Je kunt niet eerst boos worden en daarna meteen knuffelen. Dan wordt straf een manier om aandacht te krijgen.
✅ Geef time-outs alleen als je een goede band met je kind hebt. Anders voelt het als afwijzing en werkt het averechts.
✅ Combineer straf altijd met een alternatief. Zeg niet alleen “Niet schreeuwen!”, maar ook “Je mag het wel rustig zeggen.”
Kinderen met ADHD hebben geen opzet om ‘lastig’ te zijn – hun brein werkt gewoon nét even anders. Geef ze de tools om gewenst gedrag aan te leren, en je zult zien dat de strijd afneemt. 💙
🎯 Instructies geven: stuur de energie, niet het kind
Een hyperactief kind is als een op hol geslagen raceauto zonder stuur. Vol gas, overal tegelijk, zonder remmen. Verwachten dat hij uit zichzelf stopt met springen op de bank, roepen, rennen en alles omgooien? Mission impossible. Je moet hem helpen om die energie in de juiste richting te sturen. En dat doe je met duidelijke, concrete instructies.
Want laten we eerlijk zijn: een standaard “Hou daar eens mee op!” heeft net zoveel effect als tegen een blaffende hond zeggen dat hij stil moet zijn. Het kind hoort je, maar snapt niet wat je bedoelt en weet niet wat hij dán moet doen.
👀 Contact maken: eerst verbinding, dan actie
Stel, je kind springt als een bezetene op de bank. Wat doe je? Niet vanuit de keuken roepen! ADHD-kinderen filteren geluid slecht. Alles is even luid en belangrijk – de tv, de stofzuiger, de vogeltjes buiten en jouw stem ergens in de verte.
👉 Stap naar hem toe.
👉 Maak oogcontact.
👉 Zeg zijn naam.
Reageert hij niet? Zeg opnieuw zijn naam en voeg er iets dwingends aan toe: "Kijk me aan, Willem." Vraag het niet, beveel het vriendelijk maar vastberaden. ADHD-kinderen zitten in hun eigen bubbel en jij moet die doorbreken voordat je boodschap aankomt.
💡 Positief beginnen: erken het gedrag, maar stuur het om
Zodra je kind je aankijkt, begin je positief. Laat merken dat je zijn energie niet per se afkeurt. Want een hyperactief kind is niet ‘slecht’ omdat hij beweegt – hij is gewoon wie hij is.
Zeg bijvoorbeeld: "Ik zie dat je veel energie hebt en lekker wilt springen, dat is prima." Daarmee haal je de weerstand weg. Want zeg nou zelf, als iemand je eerst complimenteert voordat hij iets van je vraagt, sta je toch veel meer open voor wat hij zegt?
🙅♂️ Wat wil je niet, en vooral: wat wil je wél?
Nu komt het belangrijkste deel: je kind snapt alleen een verbod als hij óók een alternatief krijgt. Dus niet: “Stop met springen.” Maar wel:
🔹 Zeg wat je níét wilt. (“Ik wil niet dat je op de bank springt, want dan gaat hij stuk.”)
🔹 Zeg waarom. (“Ik wil dat de bank heel blijft, zodat we er lekker op kunnen zitten.”)
🔹 Bied een alternatief. (“Je mag buiten op de trampoline springen.”)
💡 Waarom werkt dit? Omdat ADHD-kinderen impulsief zijn en niet uit zichzelf een alternatief bedenken. Verbied je het zonder oplossing? Dan zoeken ze zelf iets nieuws – en dat is negen van de tien keer óók iets wat niet mag. Geef ze direct een optie die wél kan.
✅ Afsluiten: check of je boodschap is aangekomen
Heb je alles gezegd? Sluit dan af met:
🔹 "Heb je dat begrepen?" of
🔹 "Oké?"
Niet omdat je kind dan verplicht ja moet zeggen, maar omdat je wilt controleren of je boodschap écht is aangekomen. ADHD-kinderen dwalen snel af, dus het kan best zijn dat ze halverwege je instructie alweer aan een ander idee denken. Door deze ‘check’ voorkom je misverstanden.
📌 Samenvatting: de gouden formule[
Wil je dat je instructies effect hebben? Volg deze stappen:
✅ Maak contact – Loop naar je kind toe, maak oogcontact, noem zijn naam.
✅ Begin positief – Laat merken dat het gedrag op zich niet slecht is.
✅ Zeg wat je niet wilt en waarom – Maak het concreet.
✅ Geef een alternatief – Voorkom dat hij zelf een nieuwe (ongewenste) activiteit zoekt.
✅ Vraag om bevestiging – Zorg dat hij je écht heeft gehoord.
Voorbeeld:
🗣️ “Willem, ik zie dat je graag wilt springen, dat is prima. Maar ik wil niet dat je dat op de bank doet, want dan gaat hij stuk. Ga maar buiten op de trampoline springen. Heb je dat begrepen?”
Waarom werkt dit?
🔹 Je kind voelt zich erkend en niet direct afgewezen.
🔹 Hij begrijpt waarom iets niet mag, wat de kans op herhaling verkleint.
🔹 Hij krijgt een duidelijke optie en gaat niet zelf iets ‘nieuws’ zoeken.
🔹 Je voorkomt eindeloos herhalen, omdat hij het echt snapt.
🎯 Duidelijkheid = veiligheid, veiligheid = rust
ADHD-kinderen zoeken onbewust structuur. Niet omdat ze ‘moeilijk’ zijn, maar omdat hun brein moeite heeft met het plannen en sturen van gedrag. Hoe duidelijker jij bent, hoe veiliger en rustiger zij zich voelen.
En ja, in het begin voelt het gekunsteld om zo te praten. Maar geloof me: hoe vaker je het doet, hoe natuurlijker het wordt – en hoe makkelijker het leven wordt. 🚀
🎯 Geef korte, duidelijke opdrachten: geen overbodige woorden!
“Ik wil dat je nu even je jas gaat pakken, want we moeten over tien minuten weg en als je dat niet doet, komen we te laat, en je weet hoe mama het vindt als we te laat zijn, dus zou je alsjeblieft gewoon even willen luisteren?”
Tegen een hyperactief kind praten alsof je een roman voorleest, is vragen om chaos. Halverwege zin drie is je kind geestelijk al afgedwaald naar een fantasiewereld waarin hij een ninja is die zijn sokken als nunchucks gebruikt.
Korte instructies werken beter. “Jas pakken.” “Tafel afruimen.” “Boekentas meenemen.” Hoe minder woorden, hoe kleiner de kans dat de boodschap verdwijnt in de mist van prikkels.
Een simpele test: vraag je kind iets terwijl hij ergens mee bezig is. Als hij na vijf seconden nog steeds geen aanstalten maakt om het te doen, heb je waarschijnlijk te veel gezegd. Knip het op in kleine stappen en wees duidelijk. Geen vragen, maar opdrachten. En nee, dat is niet ‘bazig’, dat is gewoon slim omgaan met een ADHD-brein.
Wanneer korte instructies en wanneer wat langere uitleg? 🗣️👶👦👧
De lengte van je instructies hangt sterk af van de leeftijd en het concentratievermogen van je kind. Een peuter snapt een hele uitleg niet en heeft korte, bondige opdrachten nodig. Een ouder schoolkind kan iets langere instructies begrijpen, maar alleen als ze duidelijk en gestructureerd zijn. Hier een handig overzicht per leeftijd:
🔹 1-3 jaar (peuters) – Korte, directe instructies. Ze begrijpen nog weinig en raken snel afgeleid. Houd het simpel: "Schoenen aan!" of "Kom hier." Lange uitleg? Die verdwijnt in de peuternevel.
🔹 3-5 jaar (kleuters) – Iets uitgebreider, maar nog steeds kort. Ze kunnen een paar stappen onthouden, maar niet te veel tegelijk. "Eerst je jas aan, dan schoenen." Verbind opdrachten met visuele hulp: wijs naar de jas of doe het voor.
🔹 6-8 jaar (jong schoolkind) – Mag iets langer, maar nog steeds helder en gestructureerd. Gebruik maximaal twee of drie stappen per instructie en vraag of ze het begrepen hebben. "Ruim eerst je speelgoed op, dan tanden poetsen en dan naar bed."
🔹 9-12 jaar (ouder schoolkind) – Meer uitleg mogelijk, maar structuur blijft cruciaal. Dit is de leeftijd waarop kinderen leren plannen, maar nog steeds moeite hebben met lange monologen. Geef instructies met een logische volgorde: "Eerst je huiswerk afmaken, dan mag je op de tablet."
🔹 12+ jaar (tieners) – Meer verantwoordelijkheid, maar nog steeds duidelijke kaders nodig. Je kunt meer uitleg geven, maar houd het relevant. Vraag wat ze nodig hebben om een taak goed te doen en check of ze echt luisteren.
👉 Vuistregel: Hoe jonger het kind, hoe korter de instructie. Maar ook oudere kinderen en tieners hebben baat bij duidelijke, gestructureerde aanwijzingen. En als je merkt dat je kind je halverwege niet meer hoort? Korter en concreter maken! 😉
📊Maak verwachtingen visueel: geen giswerk meer!
Ken je dat? Je zegt tegen je kind: "Trek je schoenen aan, pak je tas en ga klaarstaan bij de deur," en vijf seconden later staat hij midden in de woonkamer met een sok op zijn hoofd, een stripboek in zijn hand en geen idee meer wat hij eigenlijk moest doen. Hyperactieve kinderen hebben vaak moeite met verbale instructies. Niet omdat ze niet luisteren, maar omdat hun brein onderweg alweer vijf zijwegen is ingeslagen.
Oplossing? Maak verwachtingen zichtbaar! Denk aan een whiteboard met plaatjes of een to-dolijstje met eenvoudige stappen. Bijvoorbeeld: een ochtendroutine met pictogrammen van een tandenborstel, ontbijt, schoenen en jas. Voor oudere kinderen werkt een checklist of planner. En het mooie is: visuele reminders raken niet geïrriteerd als je kind ze negeert. Geen boze blikken, geen frustratie, gewoon een stil maar standvastig geheugensteuntje.
Neem Lars, 8 jaar. Zijn moeder was er helemaal klaar mee: elke ochtend een strijd om hem op tijd de deur uit te krijgen. Totdat ze een whiteboard ophing met eenvoudige stappen. Lars vond het geweldig – vooral omdat hij elke taak kon afstrepen als een ‘level’ in een game. Drie dagen later stond hij uit zichzelf op tijd klaar bij de deur. Magic? Nee, gewoon helderheid!
🚴♂️ Zorg voor voldoende beweging: energie kwijt = minder strijd!
Denk even aan een fles cola die je tien minuten schudt. Wat gebeurt er als je de dop opendraait? BOEM! Kinderen met ADHD zitten altijd in die ‘opgeschudde colafles’-fase. Verwachten dat ze lang stilzitten zonder eerst hun energie kwijt te kunnen, is vragen om problemen.
De truc? Laat ze eerst bewegen! Laat je kind bijvoorbeeld tien keer op en neer springen voordat hij aan zijn huiswerk begint. Of zet een timer en laat hem rond de tafel rennen voordat je hem vraagt aan tafel te komen. Klinkt misschien gek, maar het werkt. Bewegingsmomenten helpen om overtollige energie kwijt te raken, waardoor concentreren daarna een stuk makkelijker wordt.
Neem Thijs, 6 jaar. Zijn juf had moeite om hem rustig in de kring te krijgen. Totdat ze ontdekte dat Thijs, als hij eerst even mocht springen als een kikker naar de mat, wél rustig kon luisteren. Binnen een week was het ochtendritueel geen strijd meer. Moralisme over ‘je moet gewoon stil kunnen zitten’ werkt niet – slim inspelen op de energie wél.
🏆 Beloon inspanning, niet alleen resultaat: kleine overwinningen tellen ook!
Een hyperactief kind kan zich snel ontmoedigd voelen. “Ik kan dit toch niet,” of “Ik krijg het nooit af.” En eerlijk? Als je vaak te horen krijgt wat je niet goed doet, verlies je vanzelf de motivatie.
De oplossing? Focus op de poging, niet alleen op het eindresultaat. Heeft je kind vijf minuten stil kunnen werken aan een taak, ook al is die niet af? Top! Heeft hij netjes geprobeerd iets op te ruimen, al ligt de helft nog scheef? Prima! Complimenteer het proces, niet alleen de prestatie.
Een voorbeeld: Finn, 9 jaar, had een hekel aan schrijven. “Mijn letters zijn lelijk,” klaagde hij. Zijn moeder zei niet: “Nee joh, ze zijn prima.” In plaats daarvan zei ze: “Ik zie dat je echt je best hebt gedaan om netjes te schrijven, en wauw, je hebt het hele blad afgemaakt!” Finn voelde zich gezien, en de volgende keer begon hij zonder morren. Kleine beloningen – een high five, een sticker, een knipoog – doen wonderen.
🌿 Creëer een rusthoek: prikkelvrij plekje voor overprikkelde koppies
Als de wereld voelt als een flitsende kermis zonder uit-knop, hebben hyperactieve kinderen een plek nodig waar ze kunnen ontprikkelen. Niet als straf, maar als reset-knop.
Een rusthoek is een plekje zonder schermen, harde geluiden of felle lichten. Denk aan een zachte zitzak, een paar kussens, een boekje of een koptelefoon met kalmerende muziek. Een plek waar je kind even kan ‘landen’ als alles te veel wordt.
Neem Mila, 7 jaar. Ze had woede-uitbarstingen als ze overprikkeld raakte. Haar ouders maakten een knusse hoek met een dekentje en een kleine tent in de woonkamer. Zodra ze voelde dat ze overliep, kroop ze in de tent met een knuffel. Gevolg? Minder drama, meer zelfregulatie.
Kinderen met hyperactiviteit
kunnen zichzelf kalmeren – als ze weten hoe. Een rusthoek helpt hen te leren dat ze niet altijd in de hoogste versnelling hoeven te staan. En eerlijk? Zelfs ouders kunnen daar soms wat van leren. 😉
😆 Gebruik humor: lach, want boosheid werkt toch niet!
Boos worden op een hyperactief kind is als schreeuwen tegen de wind: het helpt niets en je wordt er alleen maar moe van. Ze horen je wel, maar hun hersenen zitten al drie bochten verder. Wat wél werkt? Humor! Een speelse aanpak kan de grootste strijd in no-time ombuigen naar een lachmoment.
Neem Sam, 5 jaar. Zijn moeder zat met haar handen in het haar: iedere avond tandenpoetsen was een gevecht. “Neehee, ik doe het zelluf!” of “Wacht, ik ben nog een dinosaurus!” Totdat ze het anders aanpakte. Ze maakte een spel: “Oh nee, ik zie een monster tussen je tanden! Wacht, ik moet hem wegpoetsen!” Sam gierde het uit en deed zijn mond wijd open. Vanaf dat moment was tandenpoetsen geen strijd meer, maar een avontuur.
Humor haalt de spanning weg. Dus in plaats van gefrustreerd zuchten als je kind de zoveelste keer zijn schoenen verkeerd om aantrekt, kun je zeggen: “Nou jaaa, je hebt vandaag wel een unieke stijl, maar ik denk dat de wereld nog niet klaar is voor achterstevoren schoenen.” Grote kans dat je kind lachend zijn schoenen alsnog goed aantrekt.
🎲 Maak van saaie taken een spel: opruimen, maar dan leuk!
“Ruim je kamer op!” klinkt in de oren van een ADHD-kind ongeveer zo spannend als “We gaan een uur lang stilzitten en naar een muur staren.” Hun motivatie verdwijnt sneller dan een koekje bij een peuter. Maar maak er een wedstrijd van, en ineens staan ze wél te springen om aan de slag te gaan.
Stel je voor: Milan, 7 jaar. Opruimen? Echt niet. Maar toen zijn vader er een spel van maakte – “We zetten de timer op 5 minuten, en wie de meeste blokken in de doos krijgt, wint!” – veranderde alles. Milan begon fanatiek te stapelen alsof zijn leven ervan afhing. De kamer was in recordtijd opgeruimd.
Of denk aan leren. Woordjes stampen? Saai. Maar doe het als een quiz met grappige stemmetjes, of geef elke fout een ‘gek dansje’ als straf, en ineens wordt het lachen. ADHD-kinderen leven van dopamine – dus als je saaie taken een spelelement geeft, vinden ze het ineens geweldig.
📅 Help met plannen en organiseren: tijdsbesef? Wat is dat?
ADHD-kinderen en tijd... een dramatisch duo. “Nog vijf minuten” betekent voor hen hetzelfde als “Nog een eeuwigheid” of juist “Ik moet nú rennen!” Ze vergeten afspraken, starten aan iets en maken het niet af, en hebben geen idee hoe lang iets duurt.
Oplossing? Visuele timers en reminders.
- Een zandloper bij het tandenpoetsen.
- Een kookwekker voor schermtijd.
- Een digitale klok met gekleurde blokken voor ‘schooltijd’, ‘chilltijd’, ‘bedtijd’.
- Een planner met leuke stickers of pictogrammen.
Kijk naar Noa, 9 jaar. Ze vergat altijd haar huiswerk, tot haar moeder een belletje op haar telefoon instelde: “Noa, tijd voor je huiswerk!” En verrek, het werkte. Hyperactieve kids kunnen heus plannen – als ze maar de juiste tools krijgen.
🧘♀️ Leer ze ontspanningstechnieken: even de pauzeknop indrukken
Hyperactieve kinderen zitten altijd in de hoogste versnelling. Zelfs als ze moe zijn, blijft hun brein rondjes draaien. Even stilzitten? Ondenkbaar. Maar juist daarom is het zo belangrijk om ze te leren hoe ze zichzelf kunnen kalmeren.
Denk aan Jesse, 8 jaar. Hij raakte in paniek als iets niet lukte en gooide zijn potloden door de kamer. Totdat zijn moeder hem leerde om drie keer diep in te ademen en langzaam tot tien te tellen. In het begin vond hij het onzin, maar na een paar weken werkte het écht.
Manieren om een hyperactief kind te helpen ontspannen:
- Blaasoefeningen 🎈 – Laat ze een ballon opblazen of in hun handen blazen als een ‘rustsignaal’.
- Drukpuntmassage 🤲 – Een simpel duwtje op de handpalm of een zachte knuffel helpt.
- Rustgevende muziek of witte ruis 🎵 – Helpt bij het slapen.
- Schrijf- of tekenmomenten ✍️ – Laat ze hun gevoelens uiten op papier in plaats van uitbarsten.
Zelfbeheersing leer je niet in een dag, maar als kinderen weten hoe ze kunnen kalmeren, worden driftbuien minder en vinden ze makkelijker rust.
🏫 Werk samen met school: teamwork is key!
Het grootste deel van de dag zit je kind op school – en laten we eerlijk zijn, de standaard aanpak past vaak niet bij een ADHD-brein. Stilzitten, lange instructies, weinig beweging? Een ramp. Daarom is samenwerken met de school cruciaal.
Tips voor een ADHD-vriendelijkere schooldag:
✅ Een vaste plek in de klas – Niet vooraan (te veel druk), niet achteraan (te veel afleiding).
✅ Bewegingsmomenten – Laat ze even een rondje lopen of iets halen.
✅ Korte instructies – Lange uitleg? Grote kans dat de eerste helft van de zin al vergeten is.
✅ Gebruik van hulpmiddelen – Een stressbal, een wiebelkussen of een koptelefoon tegen prikkels.
Neem Isa, 10 jaar. Ze was altijd afgeleid en raakte snel gefrustreerd. Tot haar leraar haar een wiebelkruk gaf en haar af en toe een ‘klusje’ liet doen (papieren uitdelen, iets halen). Resultaat? Betere focus, minder frustratie, en geen constante strijd meer.
Kortom: een kind met ADHD gedijt bij een aanpak op maat. Hoe beter ouders en school samenwerken, hoe minder stress voor iedereen.
Kleurstoffen en conserveermiddelen maken van rustig kind een hyperactief kind
Kleurstoffen en conserveermiddelen worden al geruime tijd geassocieerd met hyperactief gedrag bij kinderen. Diverse studies hebben aangetoond dat kleurstoffen en conserveermiddelen kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) hyperactiever maken. Onderzoek uit 2007 heeft voor het eerst aangetoond dat kleurstoffen en conserveermiddelen hyperactief gedrag kunnen veroorzaken in de algemene populatie.³ De gebruikte concentraties kleurstoffen en conserveermiddelen zijn echter hoog en door de toepassing van mixen is niet te achterhalen welke toevoeging het effect heeft veroorzaakt. Verder onderzoek is derhalve gewenst.
Noten:
- Volksgezondheid en zorg. Prevalentie van ADHD-achtige symptomen bij kinderen. https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/adhd/cijfers-context/huidige-situatie#node-prevalentie-van-adhd-achtige-symptomen-bij-kinderen (ingezien op 4-1-2022)
- Dr. J.K. Buitelaar: Kinderen en hyperactiviteit; Kosmos-Z&K Uitgevers BV, Amsterdam, tweede herziene druk 1996, p11.
- McCann D, Barrett A, Cooper A, Crumpler D, Dalen L, Grimshaw K, et al. Food additives and hyperactive behaviour in 3-year-old and 8/9-year-old children in the community: a randomised, double-blinded, placebo-controlled trial. Lancet 2007;370:1560-7.
Lees verder