Spinnenangst, telefoonangst of spreekangst: dit doe je eraan
Voor pleinvrees of een smetfobie bestaan allerlei therapieën, dat is overbekend. Maar wat moet je aan met kleine, 'dagelijkse' angsten zoals telefoonangst, spreekangst of angst voor muizen? Antwoord: aanpakken als het nodig is, of gewoon accepteren als deel van jezelf. Vuistregel: wat je ook doet, doe het bewust.
Leuk voor een saaie dag: bespied je medemens. Zoek kleine tekenen van afwijkend, of liever gezegd, ontwijkend gedrag. Pakt je collega de telefoon, of doet ze haar contacten weer eens per mail af? Verzint je beste vriendin de mooiste smoezen om geen toespraak te hoeven houden op jouw bruiloft? En hoe zit het met jouzelf? Praat je je krampachtig onder de belofte van een diner voor vrienden uit, aangezien je nog liever in een roeiboot de Amazonerivier trotseert? Vermijd je op weg naar huis de kortste route, omdat je dan over een luchtrooster moet lopen?
Het bovenstaande experiment gaat over angst. Niet over grote angsten en fobieën. Wel over kleine angsten uit het dagelijks leven. Het zijn er veel, en dat geldt ook voor wie eraan 'lijden.' Tik 'ik ben bang voor' in op Google, en ze rollen voorbij. Angsten voor dood en ziekte natuurlijk voorop, maar ook talloze kleine angsten. Voor wormen, speeches, feestjes, kaal worden, liften, telefoneren of onweer. Tijd om de kleine angst te ontleden.
Schade en schande
Kort samengevat, stelde wijsgeer Aristoteles dat angst wordt opgeroepen door de verwachting van schade, waar jij geen raad mee weet. Op het eerste gezicht valt dat idee moeilijk te rijmen met kleine dagelijkse angsten. Leeuwen en ernstige ziektes zijn schadelijk voor lijf en leden. Angst daarvoor is reëel. Maar waarin zit de mogelijke schade van een muis of telefoontje? Sociologe, psychologe, schrijfster en coach Dr. Susanne Piët weet meer van het verschijnsel angst. Ze promoveerde op de dissertatie 'Het loon van de angst' en schreef o.a. het boek 'Emotiemanagement'. Susanne: 'Kleine angsten kunnen uitingen zijn van grotere. Telefoonangst of spreekangst zijn vormen van sociale angst: de angst om af te gaan, afgewezen of buitengesloten te worden. Die angst is zeer wezenlijk. Iedereen wil erbij horen.'
Veel, maar niet alle angsten zijn zo te herleiden. Neem angst voor slakken of vogels. Die kan gebaseerd zijn op bewuste of onbewuste vroegere ervaringen - of is stomweg onbegrijpelijk. Toch speelt ook dan sociale angst vaak een rol. Je schaamt je voor je angst tegenover jezelf of de omgeving, wordt bang dat je volgende keer bang zult zijn, enzovoorts. Zo ontstaat een vicueuze cirkel. Je schiet in een kramp. Hoe doorbreek je de cirkel?
Angst en zelfacceptatie
We leven in een maakbaarheidsmaatschappij, en sleutelen aan onszelf en ons leven. Perfectie is het doel. Idealen zijn mooi, maar onaangenaam gevolg is dat we onszelf zo langzamerhand wel héél erg serieus nemen. Bovendien zijn er weinig levensbedreigende angsten over om je op te concentreren (beren, hongersnoden, rampen). Des te meer gelegenheid om imperfecties, zoals kleine angsten, met argusogen te bekijken. Tot de zelfrelativering zoek is en zelfs dat kleinste smetje weggepoetst moet worden. Susanne Piët: 'Angst is lastig, maar het wordt pas erg als je jezelf met die angst niet kunt accepteren. Ik kom in mijn werk veel perfectionisten tegen die echt lijden onder hun zogenaamde tekortkomingen. Dat is de verkeerde boodschap van deze tijd, vind ik: we zouden elkaar en onszelf veel meer moeten leren accepteren in hoe en wie we zijn!'
Jij ook een handtasje?
Het is misschien een vreemde suggestie, maar je zou kunnen proberen om die zogenaamde imperfectie wat positiever te bekijken. Susanne: 'In de dingen waar we goed in zijn, lijken we op elkaar. In imperfecties niet. Feitelijk geeft een imperfectie je identiteit, het geeft kleur aan je persoon.' Kleur? Zo lijkt dat bepaald niet, als je naar de tv kijkt: afvalcoach, woninginrichtingscoach, kinder- of huisdierencoach, ze komen ons redden van onszelf. Suzanne Piët ziet dat anders: 'Perfectie-coaches' worden mainstream. Kijk op straat of op weblogs. De voorlopers zoeken niet de perfectie, zij zijn juist bezig met imperfectie. Naar die trend gaan we toe. Mensen willen weer de vrijheid hebben om zichzelf te zijn, en zichzelf vrijelijk uit te drukken. Met alle ruimte voor persoonlijke eigenaardigheden. Een kleine angst kun je ook zien als een accessoire, een handtasje. Het hoort bij wie je bent, jij 'draagt' het.'
Last van je angst?
Soms zijn kleine angsten echter ongeschikt als 'handtasje.' Of je goed met een dagelijkse angst door het leven kunt, moet je zelf uitmaken. In plaats van eromheen te fietsen, zou je een eerlijke, persoonlijke inventarisatie kunnen maken. Wat kost het je, praktisch, sociaal en emotioneel? Lijd je eronder? Blokkeert je angst mogelijkheden die je liever wel zou hebben? Is het antwoord op zulke vragen 'ja', dan kun je wellicht beter aan je angst(je) gaan werken, zoals dat zo mooi heet. Een opsteker vooraf: angst is een voorbode van een flinke kick. Heb je onder het oog van een leger bruiloftsgasten een speech afgestoken, of eigenhandig een spin de deur uitgezet in plaats van om bijstand te gillen? Die zelfoverwinning was bepaald niet gratis, maar geeft wel een erg goed gevoel.
Te wapen
Wil je van je angst af, begin dan bij het bestuderen van je eigen reacties op de 'triggers'. Susan Jeffers schreef het boek 'Niet durven, toch doen.' Zij wijst erop dat angst voor triggers als speech of spin vaak wordt opgeroepen door gedachtes. Wie een muil en slagtanden ziet, voelt primaire angst. Met speechangst zit dat anders. Een inwendige stem roept 'Ik ga stotteren, ik word rood, één vreselijke verspreking en ik kan me hier nooit meer vertonen!' Daarop volgt de angst. Susans theorie: versla je doemgedachtes, en je verslaat je angst.
De eerste tactiek die coach Susanne Piët aanraadt, is afleiding. Piët: 'In mijn boek noem ik het voorbeeld van een vrouw die geen boodschappen meer durfde te doen. Haar angsttherapeut stuurde haar naar de bakker met de opdracht te vragen of hij hondendrollen verkocht. Ze was zo bezig met de gedachte aan die belachelijke vraag, dat het die andere angst verdrong!'
Een andere techniek: gebruik je fantasie. Verbeeld je dat je iets of iemand anders bent. De koningin, een stripfiguur, een dier. Susanne Piët: 'Een cliënte durfde niet meer 's avonds met haar hond te gaan wandelen. Tot ze tijdens het wandelen in de huid van haar hond kroop. Wat ruikt zo'n dier als hij aan een lantaarnpaal snuffelt? Hoe ziet de stoep eruit van dichtbij? Je inleven in je rol, ontspant en leidt af van je angst.' Je kunt jezelf hierbij innerlijk toespreken in je rol. Zo coach je jezelf door de situatie heen. Overdrijven mag, humor en zelfrelativering zijn bondgenoten. Denk aan teksten als 'Een vrouw moet doen wat een vrouw moet doen.'
Spreekangst
Senna (28): 'Anderen noemen me open, spontaan en extravert. Ik ga graag met mensen om, en heb meestal geen moeite met opvallen. Als ik uitga, dans ik zó op een podium. Maar moet ik voor een groep spreken, dan herken ik mezelf niet terug. Dat is altijd zo geweest. Toen ik op school zat en een presentatie moest houden, ging ik blozen en stotteren, en liep uiteindelijk huilend de klas uit.
Ik lijd niet echt onder die spreekangst, presentaties komen in mijn werk weinig voor. Toch heb ik me weleens voorgenomen om eroverheen te komen, door het zelf op te zoeken. Ik bood aan een presentatie te houden voor een groep collega's. Maar de weken erna werd ik diep ongelukkig. Ik kreeg rode vlekken, werd doodnerveus, kon spontaan in janken uitbarsten bij het idee. Ik heb me er met een smoes onderuitgewerkt. Sindsdien doe ik wat ik kan om zulke situaties te vermijden.
Mijn angst komt volgens mij voort uit mijn perfectionisme. Ik wil altijd de volle 100% scoren, bereid me overdreven goed voor en bedenk tot in de puntjes hoe het 'moet' gaan. Ik mag niet falen, zie wat ik doe snel als 'fout' of 'raar,' en straf mezelf af. Eén keer liep het anders. Ik moest spontaan een verhaal houden voor een groep, zonder voorbereiding. Niemand merkte dat ik nerveus was, ik kreeg zelfs complimenten. Geweldig. Ik dacht dat ik het zó weer zou doen, maar dat bleek niet zo te zijn. Heb ik tijd om erover na te denken en me voor te bereiden, dan gaat het fout. Als ik nog eens van dat perfectionisme afkom, verdwijnt die spreekangst ook.'
Ritueeltjes
Nog een goed hulpmiddel: verleg de focus van alles wat mis kan gaan, naar het gewenste resultaat. Neem barrières weg, met name als je de eerste stappen naar je doel voorbereidt. Durf je niet alleen in een restaurant te dineren? Bedenk vooraf waar je je handen laat. Susanne Piët: 'Ik laat mensen graag ritueeltjes bedenken. Belachelijk? Welnee! Ik heb de meest geslaagde zakenmannen meegemaakt die in bepaalde situaties met een mobieltje zitten te doen of ze de hele wereld moeten bellen, of driftig onzin op hun palmtop gaan intypen. Iedereen is regelmatig bezig de wereld te laten zien dat ze volkomen in orde zijn. Neem van mij aan: elke leeuw heeft een raar vlekje. Je bent nooit de enige. Dat zie je alleen niet als je met je eigen angst bezig bent, want dan zit je in jezelf opgesloten.' Vier elk succes bij het werken aan je angst. Koop iets, ga uit eten met vriendinnen, maak er een gelegenheid van. Niets bemoedigt je meer voor de volgende stap.
Tot slot nog een belangrijke vraag: wanneer moet je denken aan deskundige hulp? Coach Susanne Piët: 'Dat is alleen nodig als je angst een hardnekkig probleem vormt en ondanks je inspanningen eerder groeit dan afneemt. Meestal kun je je eigen houding tegenover angsten echter zelf heel goed beïnvloeden. Je erdoor laten opnaaien of niet, is een keuze. Ga met zelfhulpboeken aan de slag. Spreek met vriendinnen af om elkaar te helpen. Coach elkaar, steun elkaar, en vooral: relativeer, lach er samen om, en giet er eens een glas champagne over!'
Spinnenangst
Esther (39): 'Kleine spinnetjes kan ik verdragen, althans, ik bedwing mijn afgrijzen. Maar bij de aanblik van een grote, sta ik hulpeloos te sidderen en te gillen. Een keer zat er één in mijn haar. Ik was panisch. Ze lijken zo plakkerig, alsof ze nooit meer loslaten.
Afgelopen zomer zat er een joekel op het plafond. Mijn man was in Brabant. Ik belde alle buren, maar niemand was thuis. Radeloos was ik. Uiteindelijk moest mijn zoon van zes me redden. Hij hengelde het beest naar beneden met een bezem en gooide hem naar buiten.
Ik ben één keer boven mezelf uitgestegen. Jaren geleden kwam ik 's nachts thuis en daar zat hij, op de bank: een spin zo groot als een kinderhand, beige met haren. Ik dacht dat ik hallucineerde. Ik kan dan heel vreemd reageren, lachte en huilde tegelijk. Ik voelde mijn haar overeind komen. Lange tijd was ik aan de grond genageld. Maar ik woonde alleen, en wie roep je in het holst van de nacht? Met de moed der wanhoop zoog ik dat beest op met de stofzuiger. Die 'plop' herinner ik me nog steeds. Ik hees de loeiende stofzuiger naar het balkon, zonder me om slapende buren te bekommeren, en smeet de balkondeuren in het slot. De stofzuiger bleef dagen buiten, tot ik zeker wist dat de spin dood of gevlucht was.
Achteraf moet ik altijd om mezelf lachen: mijn reactie is buiten elke proportie. Maar aan spinnentherapie begin ik niet. Ieder haar of zijn angstjes, en deze is toevallig van mij. Zo kan de buurman of mijn zoon zich af en toe lekker stoer voelen.'
Sommige namen in dit interview zijn om privacyredenen gefingeerd.