Woede voorkomen: vervormde gedachten leren ontmaskeren
Vervormd denken is een normaal onderdeel van het mens-zijn. Zonder dat we het beseffen beoordelen we mensen en doen aan 'invullen, gedachtelezen'. Vervormd denken houdt in dat we denken dat de ander op kwaad uit is. Een vreemde man lacht naar je en je denkt: "wat wil hij van mij?". Een bezoekster van de expositie kijkt je aan alsof je gek bent, nadat je je enthousiasme met haar gedeeld hebt. Let maar eens op en luister naar wat om je heen zoal gezegd wordt, ook daar zit een flinke portie vervormd denken bij.
Negatief
Vervormd denken is altijd negatief. Blijkbaar staan we niet stevig in onze schoenen en hebben we niet veel vertrouwen in onze medemens. Maar als je je ervan bewust wordt, ben je al een eind op de goede weg. Pas dus op voor negatieve gedachten! Als je zulke gedachten leert herkennen, zul je je minder vaak gekwetst of aangevallen voelen. Zelfs wanneer dergelijke opmerkingen op jou betrokken worden, kun je rustig concluderen: “Daar hoef ik me niet veel van aan te trekken.”
Vervormde gedachten
Je wantrouwt de vreemdeling, maar waarom eigenlijk? En misschien is het toch niet zo gek dat de vrouw die je zomaar aansprak niet even enthousiast reageerde. Dat kan pijnlijk zijn, en een gemiste kans. Daarom is het belangrijk je eigen en andermans vervormde gedachten te ontmaskeren en te vervangen door gedachten die je wel verder helpen. Vervormd denken helemaal uitschakelen zal niet lukken, sterk verminderen wel.
Woede
Woede komt vaak voort uit dergelijke negatieve gedachten die bovendien niet kloppen. Als je bewuster met je woede leert omgaan en je woedeaanvallen gaat analyseren, leer je verschillende vormen van vervormd denken die jij toepast, en die anderen toepassen, te onderscheiden. Op den duur gaat er een belletje rinkelen zodra je
‘nooit’ of ‘altijd’ zegt (of hoort), of een retorische vraag stelt (of hoort). Zo word je je emoties de baas. Dit kun je doen:
- Je kunt leren je niet langer te richten op hoe je zou willen dat het is: “Ik wilde dat ík die kans kreeg,” maar te focussen op hoe jij wilt reageren op wat er gebeurt: "het geeft niet, een andere keer ben ik aan de beurt!"
- Het is zinloos retorische vragen te stellen: "Waarom krijg ík nooit zo'n kans?" Accepteer de werkelijkheid zoals die is en beslis wat je ermee doet, want die keuze heb je: "Gelukkig zijn er nog zoveel andere leuke dingen om te doen."
- Goed of slecht zijn gebaseerd op jouw persoonlijke voorkeur: "Ook al is hij beroemd, dit is niks."
- Bij alles-of-niets-denken gaat het niet om een moreel dilemma, maar simpelweg om een probleem dat erom vraagt opgelost te worden: "Het lukt me niet! ik kan het verder wel vergeten."
- Veroordeel of beschuldig niet: "Ze bakt er niks van, ze moet een keuze maken, je kunt niet alles." kijk naar de feiten en naar mogelijke oplossingen, daar heb je wat aan!
- Een andere fout die gauw gemaakt wordt is de zaken overdrijven. Laat de feiten voor zich spreken. Wees nauwkeurig! Teleurstellingen en pijn maken nu eenmaal deel uit van het leven. Hoe erg is dit vergeleken met een echt drama? Accepteer de tegenslag en kijk hoe je de schade zoveel mogelijk kunt beperken.
- Benoem de dingen zoals ze zijn, generaliseer niet. Loop niet te schelden, richt je op de oplossing.
Afschuiven
Een probleem kun je ook ‘oplossen’ door de
oorzaak ervan buiten jezelf te leggen. Wat je in feite doet is je verantwoordelijkheid afschuiven op iets of iemand anders. Dit gaat vaak samen met veroordelen en bekritiseren van alles en iedereen die volgens jou het probleem veroorzaken. Vaak is die gedachte gebaseerd op een
verborgen norm die meestal een aspect van de werkelijkheid bevat dat je moeilijk kunt accepteren, of iets wat je niet wilt doen. Bijvoorbeeld:
Situatie: je bezoekt een schilderijententoonstelling die je niet kan bekoren.
Je denkt: wat een waardeloos werk, hoe kunnen ze dat tentoonstellen?
De
impliciete stelling kan zijn: dat kan ik beter!
De
onderliggende norm: mensen zouden mijn kwaliteiten moeten erkennen.
Externaliseren lost niets op, want:
- de gedachte leidt af van het eigen aandeel in het ontstaan van de situatie; zo hoef ik er zelf niets aan te doen (meer schilderen, meer exposeren, etc.)
- de gedachte legt alle verantwoordelijkheid voor het oplossen van het probleem bij anderen; dit creëert de illusie dat het niet mijn verantwoordelijkheid is om iets aan de situatie te doen.
- de gedachte gaat ervan uit dat mijn behoeften en verlangens belangrijker zijn dan die van anderen en dat de ander een charlatan, een oplichter, is.
- dit is geen effectieve strategie om mijn behoeften te vervullen; het werkt niet!
Na verloop van tijd dooft je geconditioneerde reflex uit.
Invullen
Gedachtelezen oftewel
invullen is een manier van
vervormd denken waarbij je meent te weten wat de ander denkt of voelt of wat de onderliggende bedoeling is van zijn gedrag, ook al heb je daar geen enkele aanwijzing voor. Gedachtelezen gepaard aan externaliseren gaat vaak uit van de veronderstelling dat anderen erop uit zijn je kwaad te doen.
Wat kun je hiertegen doen?
Als je toch aan het gedachtelezen bent, gebruik het dan in constructieve zin, namelijk om te proberen de ander te begrijpen. Ga in zijn schoenen staan:
- Wat deed die ander wat je kwaad maakte?
- Welke behoefte / verlangen maakte dat hij/zij zich zo gedroeg?
- Door welke overtuiging of elementen uit haar/zijn verleden (kwetsing, verlies, succes, angst, onvermogen, etc.) werd zijn/haar gedrag beïnvloed?
- Als ik dit allemaal overweeg, hoe had ik me dan anders = doeltreffender kunnen gedragen?
Ontmaskeren
Probeer het gedrag van de ander zo goed mogelijk vanuit zijn/haar perspectief te begrijpen. Niet om het goed te praten, te bagatelliseren, maar om er zelf
wijzer van te worden: namelijk om hem/haar te begrijpen zodat je er adequaat op kunt reageren. Als je het niet begrijpt, is het altijd nog beter om alle opties open te houden, of, als je de kans krijgt, te vragen wat de ander bedoelde om er zeker van te zijn dat je het goed verstaan hebt.
Tijdreizen
Tijdreizen is het verschijnsel dat je op een situatie of een persoon in het heden reageert alsof het een situatie of persoon uit je verleden is. Bijvoorbeeld:
Elly is eraan gewend dat haar moeder haar problemen niet serieus neemt. Haar moeder vond dat Elly teveel met zichzelf bezig was en altijd (!) zelfmedelijden had. Als Elly een vriend krijgt durft ze bij hem haar problemen niet te uiten uit angst dat hij hetzelfde zal zeggen en zich van haar af zal keren.
Hoe kun je hiervan loskomen?
- Constateer wat er gebeurt
- Constateer wat er feitelijk aan de hand is
Bereid je voor op een te verwachten vervelende situatie door je deze vragen in te prenten en herhaal ze in de situatie zelf. Na verloop van tijd dooft je geconditioneerde reflex uit. Neem
time-outs als je door een vervelende situatie wordt overvallen en het je niet lukt om rustig te blijven.