Agorafobie (met paniekstoornis): symptomen en kenmerken
Wat zijn de symptomen van agorafobie (met paniekstoornis)? Het woord 'agorafobie' betekent letterlijk angst voor openbare marktplaatsen, pleinen. 'Agora' is Grieks voor marktplaats of plein. Dit was in Griekenland bij uitstek de plaats waar mensen elkaar ontmoeten en waar handel gedreven werd. Na verloop van tijd is de term agorafobie een verzamelnaam geworden voor een aantal plekken of situaties, waarin de agorafobici zich onredelijk angstig voelen. Fysieke symptomen die optreden tijdens een paniekaanval kunnen zijn: snelle hartslag, zweten, trillen, kortademigheid, duizeligheid en een gevoel van verstikking. Agorafobie met paniekstoornis kan leiden tot het vermijden van deze situaties, wat het dagelijks leven aanzienlijk kan beperken. Behandeling kan bestaan uit cognitieve gedragstherapie (CGT), waarbij patiënten leren om hun angstige gedachten en gedragingen te veranderen. Daarnaast kunnen medicijnen zoals antidepressiva en anxiolytica worden voorgeschreven.
Wat is agorafobie (straatvrees of pleinvrees)?
Uitleg
Het woord agorafobie betekent letterlijk angst voor openbare marktplaatsen, pleinen. Agora is Grieks voor marktplaats of plein. Dit was in Griekenland bij uitstek de plaats waar mensen elkaar ontmoeten en waar handel gedreven werd. Na verloop van tijd is de term agorafobie een verzamelnaam geworden voor een aantal plekken of situaties, waarin de agorafobici zich onredelijk angstig voelen. Een ander woord voor agorafobie is straatvrees of pleinvrees.
Vermijdingsgedrag
De plaatsen of situaties waarin agorafobici zich angstig voelen, gaan ze vermijden teneinde een
paniekaanval te voorkomen. Daardoor ontstaat vermijdingsgedrag ten opzichte van deze angstaanjagende situaties of plaatsen, waardoor de wereld van agorafobici steeds kleiner wordt en daarmee dus ook hun bewegingsvrijheid. Agorafobie heeft dus veelal ingrijpende en verstrekkende gevolgen voor het sociale leven, het werk en de relaties van de agorafobici. De agorafobicus komt in de extreemste gevallen de deur niet meer uit.
Twee soorten agorafobie
Agorafobie wordt omschreven als de angst om zich op plaatsen of in situaties te bevinden waaruit het moeilijk is om te ontsnappen of waarin geen hulp beschikbaar is in geval van een paniekaanval. De
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (afgekort DSM; classificatie van psychische stoornissen), onderscheidt twee soorten agorafobie:
- agorafobie welke samenhangt met een paniekstoornis; en
- agorafobie zonder dat er een paniekstoornis in de anamnese (ziektegeschiedenis) voorkomt.
Agorafobie is de meest voorkomende fobie: circa 60% van alle mensen met een fobie heeft straatvrees.
Paniekstoornis: symptomen en kenmerken
Bij een paniekstoornis is het meest opvallende kenmerk de recidiverende (wederkerende) paniekaanvallen op schier onvoorspelbare momenten. De paniekaanvallen worden gekenmerkt door een plotseling begin van heftige angst, dat vaak gepaard gaat met het gevoel dat er een dreiging boven het hoofd hangt. Tijdens ten minste één van de paniekaanvallen komen vier van de volgende symptomen voor binnen tien minuten, gerekend vanaf het eerste symptoom waarmee de aanval begint. Wanneer minder dan vier symptomen aanwezig zijn, wordt gesproken van een beperkte symptoomaanval. De DSM onderscheid de volgende symptomen:
- kortademigheid of het gevoel dat men stikt - naar adem snakken;
- hartkloppingen, bonkend hart, tachycardie (abnormaal snelle hartslag);
- pijn op de borst of een onaangenaam, vervelend gevoel op de borst;
- het gevoel te stikken;
Paniek /
Bron: Istock.com/bahados
- duizeligheid, wankelen, flauwte, licht in het hoofd;
- gevoelens van derealisatie en depersonalisatie (zie onderstaande);
- tintelingen in handen en/of voeten of verdoofd gevoel;
- warme en koude rillingen;
- transpireren / zweten;
- uitputting, beven, trillen;
- misselijkheid;
- angst om dood te gaan;
- angst om gek te worden;
- angst om de controle over zichzelf te verliezen.
Het gaat hier overigens niet om situaties waarin buitengewone krachtsinspanningen geleverd worden of het leven daadwerkelijk bedreigd wordt.
Depersonalisatie en derealisatie
Bij depersonalisatie treedt er een verandering op van iemands zelfwaarneming, zodat zijn of haar realiteitszin tijdelijk verstoord is. De persoon ervaart hierbij een gevoel van zelfvervreemding en onwerkelijkheid. Dikwijls gaat depersonalisatie gepaard met derealisatie. In dat geval ondergaat de persoon de ervaring alsof zijn gewone omgeving veranderd is. De werkelijkheid lijkt onwerkelijk geworden. Zowel depersonalisatie als derealisatie zijn subjectieve belevingsvormen, dat wil zeggen het is de persoon (het subject) dat deze ervaringen heeft. Hij zal het zelf moeten meedelen, een buitenstaander kan er geen weet van hebben.
Hyperventilatie
Lichamelijke symptomen die bij paniek optreden, zoals zweten, trillen, druk op de borst, angst om flauw te vallen en warme en koude rillingen over het lichaam, vertonen grote overeenkomsten met de lichamelijke symptomen die met
hyperventilatie gepaard gaan. Hyperventilatie kan als de lichamelijke component van een paniekaanval worden gezien. De plotselinge ervaring van angst kan als de psychologische component worden opgevat. Deze psychologische component - de irrationele gedachten - zetten aan tot de neiging om te ontsnappen aan de situatie en weg te vluchten, die zo kenmerkend is voor de paniekaanval: "Ik moet hier hoe dan ook zo snel mogelijk weg, voordat het te laat is."
Prevalentie van paniekstoornis ooit in het leven in Nederland
De prevalentie van paniekstoornis in procenten uitgedrukt.(1)
| Mannen | Vrouwen | Totaal |
Totaal | 1,9 | 5,7 | 3,8 |
18-24 jaar | 1,5 | 4,0 | 2,7 |
25-34 jaar | 2,0 | 5,9 | 3,9 |
35-44 jaar | 2,1 | 7,2 | 4,6 |
45-54 jaar | 2,3 | 6,1 | 4,1 |
55-64 jaar | 1,4 | 3,9 | 2,7 |
Oorzaken van paniekstoornissen
Thans is de overheersende visie dat paniekstoornissen berusten op een combinatie van cognitieve en biologische factoren, foute attributies (verkeerde kijk op de onderliggende oorzaken) en fysiologische reacties.(2) Voorbeelden van verkeerde attributies zijn: interne lichamelijke sensaties toeschrijven aan een naderend
hartaanval of het gevoel gek te worden of andere ernstige aandoeningen en stoornissen. De mate waarin iemand aanleg heeft voor het ontwikkelen van een paniekstoornis, is deels bepaald door genetische factoren zo blijkt uit onderzoek. Naast genetische kwetsbaarheid, speelt angstgevoeligheid (cognitieve factoren) waarschijnlijk ook een rol: bepaalde lichamelijke sensaties ten onrechte interpreteren als signalen voor een hartaanval. Deze angstgevoeligheid waardoor een persoon overdreven reageert op lichamelijke cues of symptomen van
angst, leidt tot een versterking van die lichamelijke sensaties en angstsymptomen en dit leidt weer tot meer angst en bezorgdheid en nog meer lichamelijk veranderingen, enz. Deze vicieuze cirkel leidt al snel tot een escalatie van de situatie: een complete paniekaanval.
Ernstig vermijdingsgedrag
Gevolgen
Het bovengenoemde onderscheid tussen twee soorten agorafobie, heeft vooral betrekking op de reden waarom iemand situaties vermijdt. Agorafobici met paniekaanvallen gaan al vrij snel na hun eerste paniekaanval situaties of activiteiten vermijden, waarvan ze denken dat die een paniekaanval zou kunnen uitlokken of oproepen. Ernstig vermijdingsgedrag kan maken dat iemand geen paniekaanvallen meer heeft, maar tegelijkertijd de deur niet meer uitkomt. De prijs die zij moeten betalen voor hun vermijdingsgedrag kan zeer hoog zijn.
Angst om de controle te verliezen
Bij agorafobici zonder paniekstoornis bestaat angst voor plotseling optredende symptomen die iemand in verlegenheid kunnen brengen of hulpbehoevend maken. Vaak gaat het om de irreële angst om de controle over het lichaam te verliezen, in het bijzondere over de blaas of de darmen (sluitspier), zodat er ongewild verlies is van urine en ontlasting. Of het gaat om de angst de controle over zichzelf of de omgeving te verliezen. Ten gevolge van deze ingebeelde angst, beperkt iemand het reizen, of gaat slechts in gezelschap wat verder van huis. Het komt ook wel voor dat de persoon zich desondanks in de gevreesde situatie begeeft, maar dan wel met angst en beven.
Voorbeelden van situaties die vermeden worden
Uit het voorgaande wordt duidelijk dat vermijdingsgedrag één van de opvallendste kenmerken is van agorafobie. Het aantal situaties dat agorafobici angstaanjagend vinden is bijzonder groot. Enkele voorbeelden van zulke situaties zijn:
- In de rij staan bij de kassa;
- In een groot winkelcentrum of grote winkel zijn;
- Reizen met het openbaar vervoer;
- Autorijden op de snelweg, door de onmogelijkheid rechtsomkeer te maken;
- In de file staan;
- Bij de kapper zitten;
- Mensenmassa's, zoals drukke straten, grote bijeenkomsten en andere evenementen zoals een concert.
Hier zijn nog enkele situaties die agorafobici mogelijk angstaanjagend vinden:
- Bezoeken van bioscopen of theaters;
- Naar een restaurant of café gaan;
- Een ziekenhuis of dokterspraktijk bezoeken;
- In een lift staan, vooral als deze druk is;
- Vliegreizen maken;
- Naar de tandarts gaan;
- In een klaslokaal of vergaderzaal zitten, vooral zonder gemakkelijke toegang tot de uitgang;
- Bijeenkomsten of feesten bijwonen in een besloten ruimte;
- Over een brug lopen of rijden;
- Parkeren in een drukke parkeergarage;
- Wachten in een drukke wachtruimte;
- Open ruimten zoals pleinen of parken, vooral als ze afgelegen zijn;
- Een afspraak maken en bijwonen bij een overheidsinstantie, zoals het gemeentehuis.
Deze situaties kunnen bij agorafobici angst oproepen vanwege de moeilijkheid om snel te ontsnappen of hulp te krijgen indien nodig.
Het centrale thema
Niet zomaar wegkunnen
Het gaat dus om situaties waarin de agorafobici zich ingeklemd en ingeperkt voelen en waarin ze zich gevangen voelen. Het centrale thema is derhalve het niet zomaar weg kunnen of vastzitten. Vermindering van angst of zelfs het geheel verdwijnen van de angst wordt door de meeste agorafobici gevoeld wanneer er vertrouwde mensen, dieren of bepaalde vertrouwde voorwerpen aanwezig zijn, wanneer een veilige plaats zoals de eigen woning op steenworp afstand is, wanneer het donker is, of als de uitgang dichtbij is van bijvoorbeeld een bioscoop of theater.
Ingrijpende gevolgen
Het behoeft geen uitleg dat het vermijdingsgedrag van agorafobici ingrijpende en verstrekkende gevolgen heeft voor zowel hun omgeving als voor henzelf. Het sociale leven, werk en relaties lijden eronder. Bij een spinnenfobie is dat bijvoorbeeld veel minder het geval. Daarom is het een voorwaarde dat agorafobici eerst van hun fobie afkomen, vooraleer ze weer optimaal kunnen functioneren in alle facetten van het dagelijkse leven. Bestaat de fobie al een tijd en is het vermijdingsgedrag een ingeslepen gedragspatroon, dan is er slechts met professionele, vakkundige hulp van af te komen en veel agorafobici zoeken, vroeg of laat, hulp bij een therapeut. Daarover kun je
hier meer lezen.
Onderzoek en diagnose
De diagnose van een paniekstoornis en agorafobie wordt meestal gesteld door een psychiater of psycholoog door middel van gesprekken, vragenlijsten en observaties.
Behandeling van paniekstoornis en agorafobie
Behandeling van een paniekstoornis bestaat vaan uit cognitieve gedragstherapie (CGT) en/of medicijnen. Bij aanwezigheid van agorafobie wordt vaak een combinatie van beide aanbevolen.
Cognitieve Gedragstherapie (CGT)
CGT is effectief bij de behandeling van paniekstoornissen en bestaat uit drie hoofdcomponenten:
Cognitieve therapie:
- Richt zich op het veranderen van irrationele rampgedachten.
- Helpt je bij het vervangen van irrationele en onrealistische gedachten ("Ik ga dood") door realistische gedachten ("Ik heb weer een paniekaanval, het is vervelend maar niet gevaarlijk").
Ontspanningsoefeningen:
- Bestaat uit ontspannings- en ademhalingsoefeningen.
- Wordt eerst geoefend in rustige situaties en vervolgens tijdens een paniekaanval.
Exposure in vivo:
- Betreft het blootstellen aan angstaanjagende situaties.
- Gebeurt onder begeleiding van een therapeut, en wordt geleidelijk opgebouwd van makkelijke naar moeilijkere situaties.
Medicatie
Medicijnen kunnen helpen bij het herstellen van de balans van neurotransmitters in de hersenen. De meest gebruikte medicijnen zijn SSRI's (serotonine heropnameremmers).
Opbouw van medicatie:
- De dosering wordt geleidelijk opgebouwd.
- In het begin kunnen de klachten erger worden, wat meestal na enkele dagen tot weken afneemt.
Bijwerkingen:
- Mogelijke bijwerkingen zijn misselijkheid, duizeligheid, diarree, obstipatie, gewichtstoename, en verminderd libido.
- Bij combinatie met andere medicijnen of middelen (zoals Sint-Janskruid) kunnen er vervelende bijwerkingen optreden. Overleg altijd met de arts.
Duur van de medicatie:
- Meestal wordt aanbevolen om de medicatie minstens een jaar te gebruiken.
- Bij stoppen kunnen de klachten terugkomen en onttrekkingsverschijnselen optreden. Stop nooit plotseling en overleg met uw arts.
Tips
- Oefen regelmatig met cognitieve technieken en ontspanningsoefeningen.
- Bouw de blootstelling aan angstige situaties geleidelijk op.
- Volg het advies van uw arts bij het gebruik van medicatie.
- Bespreek bijwerkingen altijd met uw arts en overweeg alternatieven indien nodig.
Casus: Agorafobie (met paniekstoornis)
Patiënt
Sarah, 34 jaar, marketingmanager.
Presentatie
Sarah ervoer intense angst in drukke plaatsen zoals winkelcentra en openbaar vervoer. Ze kreeg vaak paniekaanvallen: snelle hartslag, zweten, duizeligheid en een gevoel van controleverlies. Ze begon sociale situaties te vermijden.
Onderzoek
De psychiater voerde een uitgebreide anamnese uit. Diagnostische criteria bevestigden agorafobie met paniekstoornis.
Behandeling
- Cognitieve gedragstherapie (CGT): Met daarbij aandacht voor het herkennen en veranderen van angstgedachten.
- Medicatie: Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) om de paniekaanvallen te verminderen.
- Exposuretherapie: Geleidelijk blootstellen aan angstige situaties onder begeleiding van ene therapeut.
Advies
- Ontspanningstechnieken: Ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
- Zelfhulpstrategieën: Dagelijks een angstdagboek bijhouden en positieve zelfspraak oefenen.
Prognose
Na enkele maanden therapie en medicatie nam de frequentie en intensiteit van Sarah's paniekaanvallen af. Ze kon geleidelijk weer deelnemen aan sociale activiteiten zonder overweldigende angst.
Gezonde leefstijl is meer dan alleen gezonde voeding /
Bron: Anna Shepulova/Shutterstock.comPreventie
- Regelmatige therapie.
- Gezonde leefstijl met voldoende slaap en dagelijkse beweging.
- Vroege interventie bij terugkerende symptomen.
Noten:
- Jeffrey S. Nevid, Spencer A. Rathus en Beverly Greene: Psychiatrie - een inleiding; Pearson Education, zesde editie, 2008, p. 295.
- Ibid.
Lees verder
Reacties
Hans, 19-03-2012
Beste mw. hr, ik word komende maand 58 jaar, ben vorig jaar in behandeling geweest voor pleinvrees, ik heb het aardig onder controle, ben ook niet met ziekte uitgevallen. Helaas heb ik geregeld last van ontzettende hoestbuien, kan het zijn dat ik mijn pleinvrees te zeer wil onderdrukken en daardoor in de stress raak en zodoende die hoestbuien krijg, heb verschillende onderzoeken gehad, is niets uit de bus gekomen, doch nu heb ik een artikel gelezen dat je ook hoestbuien kunt krijgen t.g.v. stress, ik ben nu helaas 2 mnd thuis omdat ik door die hoestbuien niet kan werken.
Reactie infoteur, 21-03-2012
Hoest kan soms worden veroorzaakt door stress en spanning. Hierbij is er vaak sprake van een kriebelhoest. Mocht een fysieke oorzaak worden uitgesloten, dan kan een verwijzing naar een instelling voor de geestelijke gezondheidszorg wellicht zinvol zijn. Overleg dit met uw huisarts.
Linda, 05-01-2011
Ik ben met ongeveer 18 jaar overspannen geweest en ben nu 46, en heb het idee dat je daar eigenlijk nooit echt helemaal van af komt. Ik heb veel tegenslagen moeten maken, en zeg altijd mezelf niet gek te laten maken hierdoor, en dus is het constant een gevecht met weer eens een tegenslag van welke aard dan ook. Geluk lijkt mijn pad niet te kennen, maar als er weer eens iets fout gaat ga ik er van uit dat elk negatief ding ook een positieve kant heeft, al ben ik die ook nog niet tegen gekomen. Nou heeft een paar jaar geleden een bedrijfsarts tegen mij gezegd dat ik straat vrees aan het creëren was, dit omdat ik toen aangaf dat ik me zo raar voelde bij de winkels, dat het net leek of ik een stolp om me heen had. Dit gevoel komt de laatste tijd weer terug. Ik ben 10 jaar alleenstaande ouder, en sinds kort zonder werk. En normaal ga ik er met goede moet tegenaan, pak alles aan wat ik maar zie, maar heb daar de puf niet voor, slaap weinig, maar loop wel veel te gapen en te zuchten, en daarvan weet ik dat dit met hyperventilatie te maken kan hebben. En door die korte nachtjes is mijn gevoeligheid niveau erg laag, kan zo janken. Ik kan nu niet alles aanpakken, want ik krijg gauw last van mijn rug, en schouder, komt bij dat ik lip/limf oedeem heb, hou dus veel te veel vocht vast, in vooral mijn benen, waardoor lang staan, en door de knieën gaan veel last geeft.
Ik ben juist een mens van dingen doen, maar deze lichamelijke klachten helpen niet echt mee een nieuwe baan te vinden. Alles bij elkaar is het gewoon 1 chaos aan het worden, visuele cirkel, en nu dat stolp gevoel weer erbij. Het liefst zit ik thuis, niet teveel mensen om me heen ( scheelt, ik heb haast geen kennissen), en ook dat is het rare, ik praat graag, maar zelfs dat gaat me steeds minder goed af, voel me niet prettig om in gesprek te gaan, dat is dus niet handig, met sollicitaties. Maar wat ik met mijn lange geneuzel graag wil weten, is dat rare gevoel in mijn hoofd, bij mensen, en winkels, dat stolp gevoel, is dat nou inderdaad een teken van straat vrees?
Reactie infoteur, 05-01-2011
Iemand die steeds meer plaatsen gaat vermijden om een paniekaanval te voorkomen, ontwikkelt straatvrees.
Ik begrijp van u dat u het nodige hebt meegemaakt in uw leven, veel tegenslagen hebt moeten incasseren en dat u er al 10 jaar alleen voor staat. Onlangs bent u uw baan kwijtgeraakt. Dat is een verlieservaring en het kost tijd dat te verwerken.
U zegt slecht te slapen, snel van streek te zijn (snel te huilen) en u vindt zaken zoals praten met mensen lang niet meer zo prettig als voorheen. U gaat sociale contacten uit de weg en u lijkt zich wat te isoleren. Het lijkt erop dat u last heeft van neerslachtigheid. Ik adviseer u dan ook contact op te nemen met uw huisarts en uw klachten met hem te bespreken.
Fobisch Persoon, 11-10-2010
Ik heb nou al iets langer als een jaar last van een agorafobie. Ik ging vroeger meerdere keren in het weekend uit, was overal te vinden op elk feestje… En nu ben ik 19, zonder werk, zonder opleiding, zonder normaal leven eigenlijk. Ik fungeer tegenwoordig meer als menselijke zeef, om het half uur staat mijn blaas alweer op knappen. Ik had ook nooit gedacht dat uitgerekend ik hier last van zou hebben. Ik heb nu medicatie in combinatie met therapie, maar het lijkt niet te helpen. Een tijd lang gaat het goed en dan ineens krijg ik weer een terugval. Dit heb ik nu al 6/7 keer gehad. Het scheelt dat ik van m'n eigen al vrij pessimistisch ben, anders was ik nog depressief geworden:-p Ik vraag me voornamelijk af of ik überhaupt mijn oude leven terug zou kunnen krijgen. Ik wordt er namelijk vrij chagerijnig van dat ik elke keer tegen m'n maten moet zeggen dat ik nog steeds niet mee kan feesten. Iedereen probeert me wel met alles te helpen, maar ik heb zelf eigenlijk meer de hoop verloren. Maar goed, mocht er iemand tips hebben, ik sta overal voor open.
Reactie infoteur, 12-10-2010
Ik weet niet welke therapie u volgt, maar de Multidisciplinaire Richtlijn (www.ggzrichtlijnen.nl) adviseert voor paniekstoornis met agorafobie een combinatiebehandeling van medicatie én cognitieve gedragstherapie aangezien dit volgens onderzoek de meest effectieve aanpak is gebleken.
Sterkte gewenst!
Marianna, 21-11-2009
Ik ben 19 jaar, Na het zoeken en leven van dit artikel, ben ik er achter gekomen dat ik ook aan agorafobie lijd.
Ik heb het nu ongeveer twee jaar en ik snapte nooit wat het was en waar het vandaan komt.
Ik heb ook een lange tijd gedacht dat ik gewoon langzamer hand gek aan worden was, en door de angst dat het steeds erger word, kwam het ook steeds vaker voor dat ik ergens weg rende en paniek aanval kreeg.
Maar ik weet niet wat ik moet doen, ik ben naar jeugdzorg geweest en die hebben mij doorgewezen naar drugsmisbruik?
Omdat ze niet wisten wat ze er mee moesten heb ik het er ook bij gelaten.
Met mijn moeder kan ik er ook niet over praten want ze zegt dat het allemaal in mijn hoofd zit en ik gewoon niet zo moet aanstellen.
ik heb nu geen vrienden meer omdat ik mij er ongemakkelijk bij voel om over te praten.
Kunt u mij aub helpen? of teminste zeggen wat ik het beste kan doen?
Reactie infoteur, 21-11-2009
Hallo Marianna,
Het is goed als je hulp zoekt voor je problemen. Als je straatvrees hebt, is het niet even een kwestie van 'je erover heen zetten'. Je hebt daarbij professionele hulp nodig. Ik weet niet of er ook nog andere problemen een rol spelen of dat je klachten een symptoom zijn van iets anders, maar agorafobie is heel goed te behandelen. Je huisarts kan voor een goede verwijzing zorgen. Je kunt ook contact opnemen met een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (afgekort GGZ). Ik heb een aantal GGZ instellingen (in heel Nederland) op een rijtje gezet die je zou kunnen benaderen voor informatie. Je kunt deze instellingen gewoon bellen voor informatie en het maken van een afspraak voor een eerste gesprek (dat noemen ze een intakegesprek). Doen dus!
Stichting GGZ Friesland
Sixmastraat 2
8932 PA Leeuwarden
Telefoon: 058 - 28 48 700
Linis, geestelijke gezondheidszorg
Hereweg 80
Postbus 86
9700 AB Groningen
Telefoon 088 114 3000
Jonx, geestelijke gezondheidszorg voor jongeren
Laan Corpus den Hoorn 102 -2
Postbus 86
9700 AB Groningen
Telefoon 088 114 2000
GGZ Drenthe
Dennenweg 9
9404 LA Assen
Telefoon: (0592) 33 48 00
Mediant GGZ
Broekheurnering 1050
7546 TA Enschede
Telefoon: (053) 4 755 755
GGNet
Vordenseweg 12
7231 PA Warnsveld
Telefoon: (0575) 58 08 08
De Gelderse Roos
Volwassenen (ambulant, deeltijd en opname)
RCG De Braamberg
Wagnerlaan 2
6815 AG Arnhem
T (026) 312 40 00
AMC De Meren
Meibergdreef 5
1105 AZ Amsterdam
Telefoon: (020) 891 39 58
De Grote Rivieren
Hellingen 21
3311 GZ Dordrecht
Telefoon: (088) 40 50 600
RIAGG Amersfoort en Omstreken
Westsingel 41
3811 BB Amersfoort
Telefoon: (033) 460 35 00
Emergis
Oostmolenweg 101
4481 PM Kloetinge (gem Goes)
Telefoon: 0113-267000
GGZ Eindhoven en de Kempen
Boschdijk 771
5626 AB Eindhoven
Telefoon: (040) 297 0170
GGZ-Groep Noord- en Midden-Limburg
Stationsweg 46
5803 AC Venray
Telefoon: (0478) 52 75 27
Succes ermee, Tartuffel.
Astrid, 02-06-2009
Mijn dochter van 19 heeft straatvrees, en omdat ik veel van haar herken in mijzelf, denk ik dat ze ook borderline heeft, net als ik. maar nu wilden ze haar in een praatgroep hebben! Hoe kan dat nou, als je doodsbang bent om alleen al naar buiten te gaan!?!?!?
Ik heb ontzettend veel baat bij ritalin, en ik weet zeker dat het haar ook zou helpen. Maar nu heeft de hulpverleningsorganisatie haar uitgeschreven omdat ze niet in een praatgroep wil! kan, natuurlijk… ik weet het nu effe niet meer.
Reactie infoteur, 02-06-2009
Hallo Astrid,
Het is heel naar dat dit gebeurt met uw dochter en dat ze uitgeschreven is. Als moeder moet u zich machteloos voelen. Het is belangrijk dat er een goede diagnose wordt gesteld en op basis daarvan een passend behandelaanbod komt. Ik weet niet of dat bij uw dochter is gebeurd. Dit kan bij een instelling voor de geestelijke gezondheidszorg, een zorginstelling voor mensen met psychische problemen en psychiatrische ziekten. In Gelderland heb je bijvoorbeeld De Gelderse Roos: (026) 354 48 85. Mocht uw dochter al bekend zijn bij een erkende zorginstelling (misschien de instelling waar zij uitgeschreven is?), dan is het aan te raden dat zij (weer) contact opneemt met haar behandelaar. Had zij (nog) geen behandelaar, dan met de persoon met wie zij het intakegesprek heeft gehad.
Ik hoop u hier een beetje mee vooruit te hebben geholpen. Veel sterkte gewenst!
mvg, Tartuffel.