Ruimtevrees, pleinvrees en straatvrees
Ruimtevrees noemen we ook wel agorafobie. Het is een angststoornis met of zonder paniekaanval. Ruim de helft van alle mensen met een paniekstoornis lijden ook aan ruimtevrees. Ruimtevrees kent verschillende vormen zoals pleinvrees en straatvrees. Op zich zijn het allemaal fobieën die zich kenmerken door een angst voor grote en open ruimtes. Hierdoor ontstaan er symptomen als zweten, buikpijn of diarree. Bij een paniekstoornis treden er ook nog eens klachten als hartkloppingen, trillen, duizeligheid en angst om de controle te verliezen op. Het vermijden van open ruimtes treedt steeds meer naar de voorgrond. Met een juiste behandeling is ruimtevrees te overwinnen.
Wat is ruimtevrees?
Ruimtevrees wordt ook wel agorafobie genoemd. Het is een angst voor (grote) open ruimtes. Agorafobie is een algemene term voor verschillende vormen van ruimtevrees. Ruimtevrees valt onder de psychische aandoeningen. In de psychiatrie zijn angststoornissen het meest voorkomende. Ruimtevrees is zo een angststoornis. Angst treedt normaal gesproken op bij dreigend gevaar en stelt ons in staat om te vechten of te vluchten. Angst wordt gezien als overlevingsmechanisme. Juist door angst zijn we in staat te kiezen voor een veilige of levensreddende reactie.
Wanneer angst ontstaat in een situatie waarbij angst ongegrond is, spreken we van een angststoornis. Een angststoornis, zoals ruimtevrees, kan met of zonder paniekaanvallen gepaard gaan. We spreken dan ook wel van een paniekstoornis. Ruim de helft van alle mensen met een paniekstoornis lijden ook aan ruimtevrees.
De oorzaak voor ruimtevrees is niet altijd even duidelijk. Wel is het een feit dat vrouwen er tot drie keer vaker last van hebben dan mannen. Opvallend is dat het vanaf de leeftijd van 65 jaar nog maar zeer weinig voorkomt. Ruimtevrees kan vaker voorkomen binnen één familie. Mensen met ruimtevrees zijn vaker vang voor onbekende situaties of voor andere mensen. Waardoor dit ontstaat is vaak onbekend. Een traumatische gebeurtenis in het verleden kan ruimtevrees tot gevolg hebben.
Mensen met ruimtevrees durven hun veilige en vertrouwde omgeving niet te verlaten. Daardoor ontstaat er een angst om van huis weg te gaan en zich in open(bare) ruimtes te bevinden. Er zijn meerdere vormen van ruimtevrees. Twee daarvan zijn pleinvrees en straatvrees.
Pleinvrees
De term pleinvrees wordt ook wel eens door elkaar gehaald met straatvrees, ruimtevrees of agorafobie. Pleinvrees is een fobie die zich kenmerkt door angst voor grote open ruimtes. Vaak betreft dit pleinen. Het kan ook om straten gaan maar dan spreken we eerder van straatvrees. Een plein is een grote open ruimte waar veel mensen bij elkaar komen. Dit kan tot een paniekaanval lijden. In andere gevallen blijft het bij hartkloppingen of zweten. Pleinvrees kan dus zowel in zware als in lichte vorm voorkomen. Mensen met pleinvrees durven vaak wel de straat op maar mijden grote open ruimtes zoals pleinen.
Straatvrees
Iemand met straatvrees durft amper of helemaal niet de straat op. Niet alleen grote open ruimtes zoals pleinen worden vermeden maar ook kleine straten. Er is een grote angst om de eigen vertrouwde omgeving te verlaten en zich onder de mensen te moeten begeven. Reizen met de fiets of het openbaar vervoer is vaak problematisch. Sommigen zijn wel in staat om met de eigen auto te reizen. De term straatvrees wordt ook vaak met pleinvrees aangeduid. Iemand met straatvrees lijdt zeker ook aan pleinvrees. Iemand met pleinvrees hoeft niet direct last te hebben van angsten in de kleinere of rustigere straten.
Met of zonder paniekstoornis
Ruimtevrees kan gepaard gaan met of zonder paniekstoornis. Wanneer er geen paniekstoornis bij aanwezig is dan spreken we van een zelfstandige ruimtevrees. Zonder paniekstoornis treden symptomen op als zweten, buikpijn, diarree of overgeven. Vaak zijn deze mensen wel in staat om zich in de openbare ruimte te begeven. Mensen met een paniekstoornis vermijden openbare ruimtes absoluut of hebben hier hulp bij nodig. Ze durven niet alleen te gaan. Er treden hartkloppingen op, trillen en beven, zweten, misselijkheid, braken, diarree of buikpijn, de angst om de controle te verliezen, hyperventilatie, duizeligheid, grote angst, vluchten of verstarren. Na een paniekaanval is de angst nog groter om zich nogmaals in een open ruimte te begeven. Er is sprake van langdurige stress tussen twee paniekaanvallen in.
Behandeling
Soms verdwijnt ruimtevrees verminderd worden met kalmerende en slaapbevorderende middelen zoals benzodiazepine. Daarnaast heeft gedragstherapie een goede uitwerking. Cognitieve gedragstherapie bespreekt eerst de gebeurtenis vanuit een ander perspectief. Daarna worden de gedachten die hierbij opkomen besproken. Het daaropvolgende gevoel en gedrag wordt besproken. Op deze manier wordt men zich bewust van oorzaak en gevolg.
Systematische desensitisatie is een therapie waarbij de angsten van klein naar groot worden genoteerd. Dit helpt om inzicht te krijgen in de mate en ernst van angsten. De patiënt leert met oefeningen te ontspannen. Daarna wordt hij of zij blootgesteld aan zijn minst grote angst. Wanneer het de patiënt lukt om deze angst te doorstaan volgt er een moment van ontspanning. Langzaam wordt er steeds meer toegewerkt naar de grotere angsten. Stap voor stap wordt geleerd om ongevoelig te zijn voor angstopwekkende situaties.