Sekseverschillen in jaloezie: terug te voeren op de evolutie
Mannen én vrouwen vinden het onacceptabel als hun partner ontrouw is. Uit onderzoek blijkt zelfs dat mannen en vrouwen even vaak jaloers zijn, en met dezelfde intensiteit. Toch zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen in wat zij het ergste scenario vinden van de ontrouw van hun partner. Zo is het voor een man het allerergst als zijn vrouw seks heeft met een andere man, terwijl een vrouw het erger vindt als hun man emotionele ontrouw pleegt met een andere vrouw, dan seksuele ontrouw.
Experimenteel onderzoek naar jaloezie
Mannen en vrouwen zijn even vaak en in dezelfde mate jaloers bij ontrouw van hun partner. Bij nader onderzoek naar de jaloersheid bij de verschillende seksen is echter een interessant verschil gevonden. Vrouwen gaven namelijk aan het erger te vinden als hun man seksueel ontrouw was, dan wanneer hun man een sterke emotionele band met een andere vrouw had (1). Drieëntachtig procent van de ondervraagde vrouwen gaf aan de seksuele ontrouw erger te vinden dan de emotionele, terwijl slechts zeventien procent het tegenovergestelde aangaf. Bij mannen was het anders: zestig procent gaf aan seksuele ontrouw erger te vinden, en veertig procent vond de emotionele ontrouw het ergst.
Fysiologische metingen bevestigden dit sekseverschil. Aan een groep mannen en vrouwen werd gevraagd om zich afwisselend seksuele en emotionele ontrouw in te beelden. Terwijl ze dit deden werd huidgeleiding (wat samen hangt met transpiratie), en mate van fronsen gemeten. Deze twee metingen zijn een betrouwbare indicator van stress. Bij mannen was de stress aanzienlijk sterker bij de seksuele ontrouw. Bij vrouwen was dit weer precies andersom.
Verklaringen uit de evolutie
Deze resultaten zijn op het eerste gezicht verrassend. Evolutionair psychologen hebben echter een verklaring voor het sekseverschil. Volgens hun hypothese is het verschil in jaloezie tussen mannen en vrouwen terug te voeren op de evolutie. Binnen de evolutieleer zijn het belangrijkste mechanismen het in stand houden en overbrengen van de genen. Om dit te kunnen doen is het van het grootste belang om te overleven, zich voort te planten, en de nakomelingen te beschermen en helpen te overleven.
Voor mannen was (en is) één van de grootst mogelijke gevaren dat ze hun tijd, moeite en bezittingen investeren in genen die niet van hun zelf zijn. Omdat een man niet altijd honderd procent zeker kan zijn dat hij de biologische vader is van de kinderen die hij opvoedt, beschermt en waarin hij investeert, is het voor hem van groot belang dat zijn vrouw hem niet seksueel ontrouw is. Hij loopt dan namelijk het risico een kind op te voeden wat niet zijn genen draagt.
Vrouwen aan de andere kant weten altijd met honderd procent zekerheid dat ze de biologische moeder zijn van hun kinderen. Seksuele ontrouw van hun partner is natuurlijk zeer onwenselijk, maar hoeft in principe niet meer te betekenen dan een eenmalige gebeurtenis. Met andere woorden, het hoefde niet te betekenen dat ze haar man kwijt zou raken. Emotionele ontrouw daarentegen kon tijdens de evolutie (en eigenlijk nog steeds) een verlies van de bescherming en investering van de man betekenen, hetgeen één van de grootste gevaren was voor het in stand houden van de genen van de vrouw.
Een alternatieve psychologische verklaring
De psychologen DeSteno en Salowey (2) hebben argumenten tegen deze evolutionaire verklaring aangedragen. Volgens hen zijn seksuele en emotionele ontrouw sterk met elkaar verbonden. Mensen gaan vaak een emotionele relatie aan met degenen waarmee ze seks hebben, en vice versa. Volgens deze psychologen is het sekseverschil in jaloezie te verklaren doordat mannen en vrouwen verschillend in hoe ze dit verband tussen seksuele en emotionele relaties zien.
Vrouwen zouden eerder denken dat hun man in staat is om seks te hebben zonder dat hij emotionele gevoelens heeft voor de andere vrouw. Heeft de man echter een emotionele relatie met een vrouw, dan is de kans zeer groot dat hij ook een seksuele relatie aan zal gaan. Volgens deze visie is voor vrouwen emotionele ontrouw van hun man nog erger dan alleen seksuele ontrouw.
Voor mannen zou gelden dat ze denken dat een vrouw gemakkelijk een emotionele relatie met een andere man aan kan gaan, zonder seks met hem te hebben. Heeft ze echter seks met een andere man, dan zal ze vrijwel zeker ook een emotionele relatie met hem hebben, omdat in hun visie vrouwen niet snel seks zullen hebben zonder emotionele gevoelens voor een man te hebben. Dit houdt dus in dat seksuele ontrouw van de vrouw nog erger is dan alleen emotionele.
Hoewel de discussie tussen deze twee verschillende verklaringen doorgaat tot op de dag van vandaag, is er aanzienlijk meer experimentele data die de evolutionaire verklaring ondersteunt.
© 2008 - 2024 Doeldertje, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Vreemdgaan vreemd?Helemaal niet! Dat blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken. Deze onderzoeken laten ons zien dat vreemdgaa…
Jaloezie en ontrouwwaanJaloezie treedt voornamelijk op in relaties of bij bezittingen. Jaloezie kan ernstige vormen aannemen en overgaan in zie…
Sekseverschillen in jaloezieOnderzoek wijst in de richting dat sekseverschillen in jaloezie bij mensen zijn ontstaan door de verschillende rollen di…
Verwerking vreemdgaanBlijft de ontrouwe partner zijn relatie met de minnaar of minnares voortzetten na de ontdekking van vreemdgaan binnen he…
De Roos van LearyLeary heeft in 1957 een model ontworpen waarbij je in staat wordt gesteld relaties tussen mensen in kaart te brengen. We…
Bronnen en referenties
- (1) Buss, D.M., Larsen, R., Westen, D., & Semmelroth, J. (1992). Sex defferences in jealousy: Not gone, not forgotten and not explained by alternative hypotheses. Psychological science, 7, 373-375
(2) Desteno, D.A., & Salovey, P (1996). Evolutionary origins of sex differences in jealousy: Questioning the “fitness” of the model. Psychological science, 7, 367-372