Intelligentie meetbaar? Beperkingen en invloed van IQ-tests
Intelligentie is een moeilijk te definiëren begrip. Er zijn wel talrijke pogingen om het begrip te definiëren, maar ze dekken niet voldoende waar het voor staat. Dat komt omdat intelligentie een bedacht, hypothetisch, begrip is dat moeilijk concreet is te maken. Intelligentietests delen mensen in categorieën in. Maar tests verschillen en daardoor meten ze niet allemaal hetzelfde. De vraag is in hoeverre achterliggende denkprocessen worden gemeten. En juist die processen blijken belangrijk voor het functioneren in de maatschappij. Een score op een intelligentietest blijkt invloed te hebben op de identiteit van een persoon. Is het begrip intelligentie nog wel zinvol om te hanteren?
Voorbeelden van hoe intelligentie zoal wordt gedefinieerd
Omdat intelligentie niet een concreet begrip is kan een ieder er op grond van intuïtie zijn eigen invulling aan geven. Vaak zijn het definiëringen waarbij een gevoel is wat het zou kunnen inhouden, maar men weet niet precies wat het inhoudt. Wel wordt een poging gedaan om met vage woorden een omschrijving te geven. Dat blijkt uit bijvoorbeeld de volgende twee definiëringen:
- Intelligentie is probleem oplossen door abstract redeneren en leren (1)
- Intelligentie is informatie goed kunnen verwerken om problemen op te lossen
Wat zeggen bovenstaande definiëringen?
Bovenstaande definiëring roepen een aantal vragen op zoals:
- probleem oplossen: wat voor soort problemen?
- abstract redeneren: wat moet er precies onder worden verstaan? En is dat beter dan concreet redeneren?
- informatie goed verwerken: wat voor soort informatie? Wat is goed?
In feite wordt in dit soort definiëringen het ene vage begrip door een ander vaag begrip vervangen. Het is een formulering op
intuïtief niveau (2).
Intelligentie deelt mensen in, op grond waarvan?
Intelligentie is een begrip waarbij men mensen probeert in te delen. In de dagelijkse omgang wordt al gauw iemand intelligent of dom genoemd. Onduidelijk is waarom. Zelfs generaliseringen komen voor, vaak wel grappig bedoeld maar toch. Bijv. blondjes zijn dom. Om toch vat op het begrip te krijgen wordt gebruik gemaakt van tests.
Intelligentie-indeling door tests
Er zijn talrijke intelligentietests in omloop. Bijv. Wisc, Wechsler, IDS. Deze test stellen dat ze intelligentie kunnen vaststellen door een IQ (intelligentie quotiënt). Bijv. Achmed heeft een IQ van 110, Shullivan van 80 etc. Op grond van deze cijfers deelt men mensen in met een IQ-score: laag (onder 90), midden (tussen 90-119), hoog (boven 119).
Hoe werkt zo’n test?
Het vage begrip intelligentie wordt opgedeeld in door de testsamensteller bedachte subbegrippen waar men opgaven voor bedacht heeft. Voorbeelden van zulke subbegrippen zijn: ruimtelijk vermogen, woordenschat, geheugen. Hier heeft de testsamensteller opgaven, subtestjes voor bedacht. De score op deze testjes worden samengenomen en hieruit wordt een totaal IQ samengesteld. Het totale IQ geeft de mate van intelligentie aan.
Meten de verschillende intelligentietests hetzelfde?
De verschillende intelligentietesten verschillen onderling nogal van inhoud en ook de scores verschillen. (3) Dus ze meten
niet hetzelfde IQ. Een IQ-score van een bepaalde test geeft alleen de score op die test weer. Het is dan ook wenselijk om de naam van de test te noemen. Een zuiverder definitie van intelligentie is dan ook:
intelligentie is wat de test meet (3).
Wat meet een intelligentietest eigenlijk?
Een intelligentietest meet resultaten op de subtests. Dus als je goed bent in woordenschat dan scoor je daar hoog, maar als je slecht bent in figurenreeksen dan scoor je daar laag. Met elkaar wordt wel je totale IQ bepaald. Zegt dat dan wel wat over je capaciteiten die leiden tot je intelligentie?
Wat meten intelligentietests te weinig of niet?
Het gaat bij een IQ-test om resultaten, maar de achterliggende denkprocessen worden deels gemeten of niet. Hier gaat het om processen als kunnen plannen, strategieën bedenken, impulscontrole, beslissingen kunnen nemen, oordelen, empathisch vermogen etc. Dit worden
executieve functies genoemd. Ook is er nog een belangrijke factor als doorzettingsvermogen. Al deze processen, die deel uitmaken van de persoon als geheel, zijn juist belangrijk voor succes in het leven, hetzij op school, hetzij in een werksituatie. Oudere intelligentietests meten deze processen nauwelijks. Er ligt aan intelligentietests een theoretisch model ten grondslag, het zgn. CHC-model dat richtinggevend is om bepaalde cognitieve functies in de test op te nemen. Nieuwere intelligentietests zoals de Wechsler V testen ook een aantal van deze functies, maar niet alle (4).
Hoe kan een foute intelligentievaststelling worden voorkomen?
Een onderzoeker zal ook naar de persoon moeten kijken. Een intelligentietest op zich zegt niet zoveel. Een voorbeeld:
Een leerling die onzeker is of hyperactief kan veel tijd verliezen met het invullen van een testopgave, hierdoor scoort hij laag omdat hij niet binnen de tijd klaar is. Een andere leerling scoort ook laag maar deze leerling mist het planningsvermogen om de opgave goed te maken. Beide leerlingen scoren dus laag terwijl de eerste leerling best kan plannen als hij meer tijd tot zijn beschikking zou hebben. De tweede leerling heeft wel planproblemen. Plannen, een belangrijk onderdeel van het denkproces wordt hier niet gemeten (5).
Door de handelingen en werkhouding bij het maken van een test en in andere situaties te observeren kan een gedragsdeskundige te weten komen waarom iemand een (sub)test bijvoorbeeld slecht maakt. Een intelligentietest zou dan ook het best individueel kunnen worden afgenomen zodat de observator zicht krijgt op het hoe de geteste persoon te werk gaat. Hierdoor kan de geteste persoon dan wel weer nerveus worden.
Hoe kan een intelligentiescore de identiteit van iemand beïnvloeden?
Een intelligentiescore geeft weer hoe iemand functioneert. Het geeft iets aan over zijn identiteit:
wie ben ik en wat kan ik? (6) Als een score laag is en er zitten consequenties aan vast zoals baan, schoolkeuze, dan kan het invloed hebben hoe de persoon zich verder denkt te kunnen ontwikkelen. Hij of zij solliciteert bijv. niet naar een leuke baan omdat gedacht wordt dat het te hoog gegrepen is of kiest een lagere opleiding. Ook in het dagelijks leven in gesprekken kan steeds het gevoel naar voren komen: anderen zijn beter.
Wat bepaalt bij identiteit vooral succes?
We zagen dat een intelligentiescore op zich niet zoveel zegt. Het gaat om de
totale persoon waarbij drie punten belangrijker blijken te zijn (7):
- doorzettingsvermogen,
- stellen van doelen
- passie
Er zijn voorbeelden van mensen die juist hierdoor grote zaken voor elkaar konden krijgen. Deze mensen hebben een identiteit van: ik kan wat, als ik me er maar met passie voor inzet. Ze hebben hiervoor geen intelligentietest nodig.
Discussie
Het begrip intelligentie wordt niet eenduidig gedefinieerd. De definiëring is vaag en moeilijk meetbaar. Bovendien verschillen testen van samenstelling evenals de uitkomsten. De beste definitie blijkt: intelligentie is wat een intelligentietest meet. Ook testen intelligentietests niet of te weinig achterliggende cognitieve processen die invloed hebben op de score. Een behaalde score blijkt invloed te hebben op de identiteit van een persoon. Testonderzoekers stellen dat een IQ-score dringend aan modernisering toe is.(4) De vraag is of het
begrip intelligentie niet beter kan worden afgeschaft en vervangen door een totaalprofiel van een persoon die zowel door gedragsdeskundigen als door de persoon zelf en in samenspraak kan worden samengesteld.
Lees verder