Retorica: psychologische valkuilen
Er zijn verschillende soorten argumenten die je kunt gebruiken om iemand te overtuigen. Echter, niet elk argument is even waardevol en even betrouwbaar. Argumenten die emotionele reacties uit proberen te lokken zijn vaak geen betrouwbare argumenten.
Hoe moeilijker het wordt een serieuze discussie te vinden over een belangrijk issue, hoe gemakkelijker het wordt om voorbeelden te vinden van retorische mechanismen die ontworpen zijn om emotionele reacties uit te lokken. Hieronder worden mechanismen besproken die zelf een valkuil zijn. Andere mechanismen laten óns een fout begaan maar zijn zelf geen valkuil. We moeten opletten gelegitimeerde argumenten niet als fouten te zien omdat ze ons herinneren aan fouten.
Verontwaardiging
Geschiedenis leert ons dat boosheid vaak een slechte raadgever is. Er is opzich niets verkeerd aan verontwaardigd zijn. Echter, wanneer we verontwaardigd zijn vervallen we snel in onlogische gedachten. We kunnen bijvoorbeeld denken dat we een reden hebben voor onze verontwaardiging terwijl die er eigenlijk niet is. Daarnaast laten we de verontwaardiging die we voelen als het resultaat van een ding onze evaluatie van ongerelateerde zaken beïnvloeden.
Limbaugh valkuil
Wanneer je iets heel duidelijk presenteert alsof het een van de meest logische verklaringen ter wereld gebruik je de “Limbaugh valkuil”.
Scapegoating
Een speciale, gevaarlijke vorm van de Limbaugh valkuil is “scapegoating”. Hierbij stel je een zekere groep mensen, of soms zelfs één persoon, verantwoordelijk voor alle problemen in de wereld.
Emotionele technieken
Wanneer mensen een hevige emotie ervaren denken ze vaak niet meer helder. Daardoor kan men vervallen in emotionele valkuilen. Daarnaast kan angst voor X de evaluatie van een ongerelateerde Y beïnvloeden. Het is daarom verstandig na te gaan waar de angst aan gerelateerd is en wanneer dit relevant is.
Scare tactics
Hieronder wordt het door middel van schrik aanjagen bij mensen ze overhalen om iets te doen of een positie te accepteren verstaan.
Argument by force
Dit is het enkel schade aanrichten bij een persoon.
Argument from pity
Het inspelen op ons gevoel van medelijden. Men speelt dan in op de compassie die met anderen hebben. Compassie kan ertoe leiden dat we vooral de positieve kant van een zaak bekijken en benadrukken. Afgunst en jaloezie kan er juist toe leiden dat we vooral de negatieve kant van een zaak bekijken en benadrukken. Dit laatste wordt het
“argument van afgunst” genoemd.
Apple polishing
Dit is het prijzen van zichzelf als basis voor een beslissing over de waarheid van een claim. Trots kan ertoe leiden dat we onze eigen vaardigheden en handelingen overwaarderen. Hierdoor kunnen we ook irrelevante beslissingen nemen.
Wishful thinking
Hoop, wensen en aversie kunnen onze redenering ook beïnvloeden. “Wishful thinking” gebeurt wanneer we geneigd zijn tot acceptatie/verwerping van een claim simpelweg omdat dit plezier oplevert. Dit is vergelijkbaar met de lege retorica van positief denken.
Peer pressure
Het verlangen geaccepteerd te worden kan ons motiveren een claim te accepteren, niet vanwege de inhoud, maar omdat we iemands waardering krijgen wanneer we de claim accepteren. Groepsidentificatie is sterk gerelateerd aan peer pressure. Hierbij is men geneigd te doen wat de rest van de groep doet.
Rationaliseren
Hierbij gebruiken we een onware illusie om onze eigen verlangens te bevredigen. Het bevat een verwarring in het denken, en in de mate waarin we dit willen vermijden proberen we rationaliseren te vermijden. Rationaliseren hoeft niet egoïstisch te zijn. Rationaliseren bevat een zekere mate van zelfbedrog, maar is niet noodzakelijk bedrieglijk.
Iedereen snapt…
Zinnen als deze worden vaak gebruikt wanneer een spreker eigenlijk geen argumenten heeft. Ze worden ook gebruikt in “peer pressure argumenten” en “group think fallacies”. Soms worden zinnen als deze echter ook gebruikt als bewijs. Júist omdat iedereen het weet, is het zo. Wanneer we dit doen, wanneer we iemand stimuleren een claim te accepteren simpelweg op basis dat alle of een groot aantal mensen het geloven, begaan we een valkuil die
“argument from popularity” genoemd wordt. Er zijn twee belangrijke varianten op het “argument from popularity”:
- “Argument from common practice”: proberen een actie of praktijk te rechtvaardigen of verdedigen op grond van dat het alledaags is.
- “Argument from tradition”: men doet dingen op een bepaalde manier omdat men het altijd zo gedaan heeft.
Rode haring/rookgordijn/smoesje
Wanneer een persoon een nieuw onderwerp inbrengt in een conversatie dat afleidt van het huidige onderwerp, zeker als het ingebracht wordt om af te leiden, zegt men dat de persoon een rode haring heeft ingebracht. Deze naam komt voort uit het zorgen dat een hond van zijn spoor afkomt door een rode haring op een ander pad te gooien waardoor hij dat pad opgaat en van zijn oorspronkelijke pad afwijkt en daardoor de misdadiger niet pakt. Het verschil tussen een rode haring en een rookgordijn is subtiel en niet heel belangrijk. Rode haringen leiden af door iemands attentie weg te nemen van het ene onderwerp naar het andere onderwerp. Rookgordijnen proberen een onderwerp extreem ingewikkeld te maken waardoor het origineel verloren gaat in de verbale “rook”.