Persoonlijkheid: opbouw en ontwikkeling

Persoonlijkheid: opbouw en ontwikkeling Het begrip persoonlijkheid wordt in de literatuur niet eenduidig omschreven. Hoewel een ieder wel een idee heeft wat persoonlijkheid inhoudt, worden de begrippen persoonlijkheid, identiteit, karakter, temperament door elkaar gebruikt. Toch zijn ze te onderscheiden. Uitgaand van de opbouw en ontwikkeling van persoonlijkheid kan tussen de verschillende begrippen een onderscheid worden aangebracht en de samenhang worden aangegeven.

Opvattingen over persoonlijkheid

Het begrip persoonlijkheid is door menig wetenschapper vanuit verschillende uitgangspunten, beschreven. De analytische psychologen Cattell en Eysenck hebben de wezenlijke kenmerken (opbouw) van de persoonlijkheid geanalyseerd.(1,2) Kenmerkende eigenschappen die uit deze analyses voortkwamen worden de Big five genoemd.(3) De psychoanalyticus Freud en de ontwikkelingspsycholoog Erikson hebben vooral de ontwikkeling van de persoonlijkheid beschreven.(4,5) Bestudering van de literatuur leert dat de begrippen persoonlijkheid, identiteit, karakter en temperament niet altijd worden onderscheiden. Zo gebruikt bijvoorbeeld de neuroloog Swaab de begrippen persoonlijkheid en karakter door elkaar.(6) Dat kan tot verwarring leiden. Een heldere omschrijving van de verschillende begrippen kan enige duidelijkheid geven. Door uit te gaan van hoe de opbouw en ontwikkeling van de persoonlijkheid in elkaar zit, kan de samenhang tussen de begrippen worden verduidelijkt.

Wat is persoonlijkheid?

Persoonlijkheid is het unieke patroon van psychische en gedragskenmerken dat min of meer bij een stabiel persoon valt waar te nemen. Het is een verzamelbegrip waaronder zowel karakter, temperament als vermogens vallen. Persoonlijkheid is niet vaststaand, maar dynamisch. Het ontwikkelt zich, onder invloed van de omgeving, tijdens de levensloop. Hoe de dynamiek plaatsvindt is beschreven door de psychoanalyticus Freud en de ontwikkelingspsycholoog Erikson.

Opbouw van de persoonlijkheid

De persoonlijkheid is opgebouwd uit drie onderdelen: karakter, temperament en vermogens. In aanleg heeft iedereen belangrijke eigenschappen van deze drie onderdelen meegekregen. Wetenschappers verschillen van opvatting in hoeverre de omgeving nog invloed uitoefent. De invloed van de aanleg wordt over het algemeen geschat tussen de 33 en 65 procent.(7)

Karakter (ook wel: aard, inborst)

Het betreft vaste, stabiele kenmerkende eigenschappen van een persoon die moeilijk te veranderen zijn. Voorbeelden: de Big five kenmerken: extravert versus introvert, meegaand versus dominant, ordelijk versus wanordelijk, rustig versus onrustig, open versus behoudend. Verder kunnen genoemd worden o.a.: bedachtzaam, bescheiden, boosaardig, brutaal, doorzettend, jaloers, koppig, nerveus, opgewekt, passief, prikkelbaar, sociaal, somber, sportief, trouw, zorgzaam, zwijgzaam.

Temperament (vurigheid, levendigheid)

Temperament zijn karaktereigenschappen die herkenbaar sterk en opvallend naar voren komen als de omgeving daar aanleiding voor geeft. Bijvoorbeeld: op kritiek wordt fel en geprikkeld gereageerd, een opgedragen taak wordt energiek aangepakt, op veranderingen wordt negatief gereageerd.

De oude Grieken hanteerden al een temperamentenleer: een sanguinisch type kenmerkt zich door veel bloed en waren dan ook energiek, een cholerisch type had te veel gal en kenmerkte zich door een kort lontje, een flegmatisch type had te veel slijm waardoor hij traag en sloom was en een melancholisch type had te veel zwarte gal waardoor hij pessimistisch was. De Grieken gingen uit van dat alles al bij de geboorte aanwezig was.

Vermogens (competenties)

Vermogens zijn mogelijkheden die iemand in aanleg heeft en die, als de omgeving meewerkt, kunnen worden ontwikkeld. Als een kind talent heeft voor muziek en de omgeving zorgt voor muziekles en een muziekinstrument, dan kan het zich onderscheiden door het kundig bespelen van bijvoorbeeld een piano. Andere voorbeelden: het gestructureerd kunnen oplossen van problemen, goed kunnen sporten, of vaardig kunnen omgaan met de computer. Als in aanleg de mogelijkheden voor het ontwikkelen van deze vaardigheden niet aanwezig zijn, dan zullen ze ook niet ontwikkeld kunnen worden.

De eigenschappen zullen zich bij een normale levensloop tot op zekere hoogte verder ontwikkelen. Door bijvoorbeeld hersenbeschadiging, hersenziekten of andere omstandigheden kunnen karakter, temperament en/of vermogens zodanig worden beschadigd dat er sterke veranderingen kunnen optreden. Als voorbeeld kan de ziekte van Alzheimer worden genoemd.

Ontwikkeling van de persoonlijkheid

Hoe in de normale situatie de bovengenoemde drie onderdelen van de persoonlijkheid zich uiten en verder ontwikkelen blijkt tijdens de levensloop. De omgeving speelt hierbij een cruciale rol. Aspecten aan de hand waarvan deze rol kan worden verduidelijkt zijn zelfbeeld en identiteit.

Zelfbeeld

Met de persoonlijkheid staat men in contact met andere mensen. Dezen zullen de inhoud van de drie onderdelen van de persoonlijkheid verder vorm geven. Anderen reageren op de wijze waarop iemand zich gedraagt, ze geven feedback. Ze geven inzicht in wie men is, wat men kan en welke mogelijkheden men heeft. Hierdoor krijg men een beeld (spiegel) van zichzelf. We spreken van een zelfbeeld. Dat begint al van vroegs af aan. Geslacht, naam, (etnische) groep, reacties op gedrag, het ervaren van een wil etc. worden duidelijker. Het heeft allemaal te maken met de beantwoording van de vraag: Wie ben ik?

De omgeving geeft ook feedback op de mogelijkheden die men heeft. Dat begint ook al vroeg. Men hoort en merkt al van de opvoeders en leeftijdgenootjes of men iets goed kan of minder goed. De school sluit hier bij aan met prestaties: waarin ben ik goed of minder goed? De vraag die hierbij al snel naar voren komt is: Wat kan ik?

Met de feedback op deze vragen weet men wie men is en wat men kan. De derde vraag, die vaak wat later komt is: Wat wil ik met mijn mogelijkheden? Deze drie vragen over het zelfbeeld staan centraal bij het begrip identiteit (gelijkheid) waarbij de persoon zich van anderen kan onderscheiden en zich steeds bewuster wordt van zijn gevoelens. De persoon zal steeds meer zijn eigen persoonlijkheid ervaren.(8)

Identiteit

Door antwoorden op de vragen 'Wie ben ik', 'wat kan ik' en 'wat wil ik' ontstaat het gevoel iemand te zijn die zich onderscheidt van anderen. Door dit uniek zijn wordt het gevoel van een eigen identiteit steeds duidelijker. Hoe ouder, hoe meer deze gevoelens worden ontwikkeld en hoe meer men zich ervan bewust is. Erik Erikson noemt vier gevoelens die tijdens het leven steeds verder worden ontwikkeld en die kenmerkend zijn voor identiteit:
  • Gevoelens van continuïteit - Hoewel in verschillende situaties verschillende rollen worden gespeeld voelt men dat men in al die situaties toch steeds dezelfde persoon is.
  • Gevoelens van erkenning en herkenning - Men ervaart dat er waardering door anderen is om wie men is.
  • Gevoelens van vrijheid in afhankelijkheid - Hoewel gebonden aan regels, zoals iedereen, is er toch het gevoel dat binnen die regels dingen kunnen worden gedaan die men wil.
  • Gevoelens van een zinvolle toekomst - De toekomst wordt als zinvol gezien: men heeft doelen voor ogen en voelt zich nuttig.(9)

Als opvoeders en anderen waarmee de jongere in aanraking (omgeving) gunstig zijn dan zal, volgens Erikson, in iedere levensfase de hierboven aangegeven gevoelens sterker worden. Voor de baby is vertrouwen van de opvoeders een basisvoorwaarde voor erkenning. De peuter moet, binnen regels, ruimte krijgen om zichzelf te ontdekken en daarin erkend en herkend te worden om de omgeving te onderzoeken. De kleuter zal initiatief moeten kunnen ontwikkelen om de wijdere omgeving nader te verkennen en fantasierollen te spelen. Schoolkinderen ontwikkelen vaardigheden zoal lezen, taal, rekenen en kennis en maken zich zo de cultuur met zijn normen en waarden steeds meer eigen. De adolescent (12-22 jaar) zal dit alles verder ontwikkelen waarbij de seksuele identiteit ontwaakt en de kijk op de toekomst. Zo omstreeks 22 jaar zullen de kern van gevoelens gevormd zijn. Ook de vragen wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik met mijn mogelijkheden zijn nu grotendeels ingevuld. Indien de invloed van de omgeving niet gunstig is verlopen dan kunnen er talrijke problemen zijn ontstaan. Te denken valt aan: wantrouwen, schaamte, minderwaardigheid, schuld, angst, agressie, onverschilligheid, verwardheid, zinloosheid etc.(10)

Slot

Persoonlijkheid is een omvattend begrip. Door te kijken naar de opbouw en ontwikkeling kunnen begrippen als karakter, temperament, vermogens, zelfbeeld en identiteit binnen het begrip persoonlijkheid nader omschreven en geplaatst worden. Hiermee kan duidelijk worden gemaakt wat persoonlijkheid inhoudt.
© 2017 - 2024 J-dewilde, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Persoonlijkheidstheorieën kort besprokenPersoonlijkheidstheorieën kort besprokenIn de psychologie is het begrip persoonlijkheid altijd erg belangrijk. Vanaf het eind van de 19e eeuw werden hier allerl…
Erikson en de psycho-sociale ontwikkelingDe psycho-analyticus (dus volgeling van Freud) Erik Erikson (1902-1994) verrichtte observaties in verschillende culturen…
Persoonlijkheid: betekenis, testen en stoornissenPersoonlijkheid: betekenis, testen en stoornissenDe persoonlijkheid van een persoon zijn karakteristieken van deze persoon op het gebied van emoties, attitudes en gedrag…
Psychoanalyse, een persoonlijkheidstheorieElk persoon beschikt over een unieke persoonlijkheid, die tot uiting komt in het gedrag. Er zijn veel theorieën over het…

Codependentie en triggersCodependentie en triggersCodependentie is een veelvoorkomende psychische aandoening waarbij iemand heeft geleerd dat zijn bestaansrecht afhangt v…
Perfectionist: laat imperfectie toePerfectionist: laat imperfectie toeEr wordt weleens gezegd dat perfectionisme een deugd is. Je zal maar ‘gezegend’ zijn perfectionist te zijn. Hoewel perfe…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Claudioscotece, Pixabay
  • 1. Cattell, R. B. (1965). The Scientific Analysis of Personality (p.14). Baltimore, MD: Penguin.
  • 2. Eysenck, H. J., & Wilson, G. D. (1991). The Eysenck Personality Profiler. London: Corporate Assessment Network.
  • 3. Costa P.T. en Mc. Crae (1992) ‘The five factor model of personality ans its relevance to personality disorders, Journal of Personality Disorders 6, p 343-359
  • 4.Freud, S. (1917) Inleiding tot de psychoanalyse, wereldbibliotheek, Amsterdam
  • 5.Erikson, E.H. (1983) Identiteit, jeugd en crisis, Het Spectrum, Utrecht
  • 6. Swaab, D, (2016) Ons creatieve brein, uitg. Atlas Contact, Amsterdam, Antwerpen, hoofdstuk 1, blz 31
  • 7. Idem
  • 8. Van der Wal, J., De Wilde, J.(2017), identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, uitg. Coutinho, Bussum
  • 9. Erikson, E.H. (1983) Identiteit, jeugd en crisis, Het Spectrum, Utrecht
  • 10. Idem
J-dewilde (79 artikelen)
Laatste update: 13-04-2017
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Psychologie
Bronnen en referenties: 11
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.