Egoïsme, negatief én positief
Egoïsme heeft bij de meeste mensen een negatieve klank, alles voor jezelf is niet goed, je denkt niet aan de medemens etc. We worden opgevoed dat we vooral goed voor onze medemens moeten zijn en strikt genomen is dat ook zo. Maar dat neemt niet weg dat je ook goed voor jezelf mag of misschien wel moet zijn. Het uiterst negatieve imago van egoïsme ligt mogelijk toch iets genuanceerder, zo blijkt uit de test.
Betekenis
Het woordenboek zegt er over dat egoïsme ‘zelfzuchtig zijn’ wil zeggen, sterk gericht op de eigen behoefte en geen rekening houdend met andere mensen. Handelt uit eigen belang en is slechts “ik-gericht”. Het is een menselijke eigenschap en het woord is afgeleid van het Latijnse “ego”.
Wat wil het zeggen?
Negatief
Overal kunnen we stellen dat het een negatieve klank met zich meedraagt, maar egoïsme is niet alleen negatief. Als iets met mate en in balans is, dan is ook egoïsme niet zo negatief als we het vaak betitelen. Onder egoïsme valt ook dat je goed voor jezelf zorgt en je kunt pas echt iets voor een andere betekenen als je ook goed voor jezelf bent.
We herkennen egoïsme vaak bij mensen die weinig tot niets van zich laat horen, maar als het bij deze personen knijpt dan moet de omgeving plots opdraven en klaar staan om te helpen. Dit type mens gaat vaak voorbij aan wat dat voor de ontvangende partij wil zeggen. Het kan bijvoorbeeld als zeer kwetsend overkomen, maar aangezien dit type mens zo gericht is op zichzelf, is hij/zij zich er meestal niet eens bewust van.
Positief
Dit is eigenlijk hoe de egoïst beschreven wordt, maar is daarmee ook meteen een stevige vorm van egoïsme. De afgezwakte vorm, waar men wel goed voor zichzelf zorgt, maar men niet ten koste van anderen gaat, wordt lang niet altijd onderkend. Als het al gezien wordt, dan hebben veel mensen er nog steeds moeite mee als iemand goed voor zichzelf zorgt. Toch vormt goed voor jezelf zorgen een solide basis.
Toegevoegde waarde?
De toegevoegde waarde van een beperkte dosis egoïsme is aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Clifford, Universiteit van Ohio). De grens ligt gevoelig, maar het uitgangspunt of de vraagstelling is als volgt gedefinieerd: Waar ligt de grens van goed voor jezelf zijn of zó goed voor jezelf zijn dat je voorbij gaat aan je omgeving?
Goed voor jezelf zijn werd dan ook niet uitgelegd in sec materiële zaken, maar meer in dat je voldoende van jezelf houdt, je jezelf niet verwaarloosd en je jezelf ook zaken gunt. Het totaalplaatje maakt in hoeverre men gelukkig is met zichzelf en vanuit die basis er ook kan en wil zijn voor de ander.
Moeilijk om goed voor jezelf te zijn
Slechts een kleine 20% kan de eerder genoemde zaken afvinken, want van jezelf houden vindt de rest met name erg lastig. Jezelf iets gunnen wordt eerder naar achter geschoven om vervolgens iemand die het mogelijk moeilijker heeft dan zijzelf naar voren te schuiven. Wel geeft ook het grootste gedeelte van deze groep aan dat het gemakkelijker is om een ander blij te zien, dan diep in jezelf te duiken en te doorgronden wat goed voor jezelf is.
Het iemand anders iets gunnen wordt door 83% als prettig ervaren. Het geeft zowel de gever als de ontvanger een goed gevoel. Daarnaast speelt bij een kleine 20% een rol dat men het “not done” vindt om het ook jezelf te gunnen. Dit wordt plots gemakkelijker, zo blijkt uit de test, als de ontvanger vermogend is. Onder het mom “dat kan hij/zij het zelf regelen” is dan het prettige gevoel van iemand iets gunnen minder belangrijk en lijkt men zich meer egoïstisch op te stellen. Dit geldt voor maar liefst 75% van degene die eerder aan heeft gegeven iemand anders iets eerder te gunnen dan zichzelf. Opmerkelijk.
Jezelf iets cadeau doen
Bijna 90% moet erkennen dat zichzelf iets cadeau doen, zéker als het gewonnen of gevonden geld is, wel een heel prettig gevoel oproept. Niemand doet niets met het gewonnen of gevonden geld. Het is opvallend dat het grootste van de ondervraagde mensen eerst aan iets materieels denkt, weinig aan immateriële zaken en aan de ander middels bijvoorbeeld een goed doel. Hoewel bijna de helft toch iets aan het goede doel geeft, is het prettige gevoel op een schaal van 1 tot 10, zeker 2 punten lager dan wanneer het aan zichzelf besteed kan worden.
Fatsoensnorm of natuurlijk gedrag?
De vraag blijft in hoeverre het ingeburgerd is en we het van huis uit meekrijgen goed voor de omgeving te zorgen en vooral niet te egoïstisch te zijn, óf dat het ons natuurlijke gedrag is. De evolutie leert ons dat het deels natuurlijk gedrag is. Want we geven ons leven voor de eigen kinderen en nemen oude en afhankelijke familieleden in huis of zorgen op andere manier dat het ze aan niets ontbreekt. Daarnaast wordt ons van huis meegegeven dat je goed voor andere mensen moet zijn, en daar is niets mis mee. Echter, dat goed voor andere mensen zijn, wil niet automatisch zeggen dat je aan jezelf voorbij zou moeten gaan.
De balans is eigenlijk waar het om draait en dat is voor iedereen belangrijk, want er wordt vaak gezegd dat je andere mensen niet echt kunt helpen, als je niet goed voor jezelf bent.