Populisme in de Nederlandse politiek
Populisme is een begrip dat lastig te definiëren is. Toch zijn er een aantal kenmerken en voorwaarden te benoemen die in verband gebracht kunnen worden met deze beweging. Populisme is in de Nederlandse politiek door de jaren heen niet altijd terug te vinden. Er zijn drie populistische periodes van elkaar te onderscheiden. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog is er enig populisme te bespeuren in de Nederlandse politieke geschiedenis. Vervolgens is daar in de jaren zestig boer Koekoek met zijn Boerenpartij die enige tijd stand hield in de politiek. Tot slot luidt Pim Fortuyn de derde en tevens laatste periode van populisme in.
Inhoud
Wat is populisme?
Populisme een begrip dat geen eenduidige definitie kent. Er zijn een aantal kenmerken waarmee populisme in verband wordt gebracht. Ten eerste wordt ‘het volk’ gezien als een eenheid waarnaar geluisterd moet worden. Daarnaast is de volkswil wet en deze wet moet nagevolgd worden. Tot slot zet het populisme zich altijd af tegen de elite die het nalaat de volkswil te vertegenwoordigen. Regelmatig worden nog andere kenmerken genoemd die te verbinden zijn aan het populisme, zoals de drang naar een meer directe democratie en het voorkomen van een charismatische leider die spreekt en handelt namens het volk. Tevens zijn er een aantal voorwaarden die aanwezig moeten zijn om populisme tot stand te doen komen. Zo moeten een democratisch stelsel en een verstrengeling van staat en maatschappij aanwezig zijn. Andere voorwaarden zijn de angst voor het uiteenvallen van de natie en de aanwezigheid van een vorm van crisis. Daarnaast leidt ook de convergentie van gevestigde politieke partijen vaak tot populisme.
Populisme in Nederland: drie periodes
Nederland kent geen populistische traditie. Dit houdt in dat populisme weliswaar wel voorkomt in de Nederlandse politieke geschiedenis, maar dat deze bewegingen altijd snel weer naar de achtergrond verdwenen. Er zijn dan ook drie periodes van populisme te onderscheiden. De eerste periode loopt van 1916 tot 1918 en valt samen met de Eerste Wereldoorlog. De tweede periode loopt van 1963 tot 1967, waarin de populistische ‘Boerenpartij’ reuring in de politiek brengt. De derde en tevens laatste periode loopt vanaf 2001 dan wel 2002, waarin Pim Fortuyn op de voorgrond treedt. Er kan gesteld worden dat de derde periode anno 2018 nog voortduurt met de aanwezigheid van de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders in het Nederlandse parlement.
Eerste vorm van populisme
In Nederland is de eerste vorm van populisme terug te vinden na de Eerste Wereldoorlog. Vanaf 1900 ontwikkelde de democratie zich in rap tempo. Vanaf 1919 is er sprake van algemeen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging. Bij de voltooiing van het democratische stelsel kwamen steeds meer belangen en partijen kijken die allen hun invloed uit wilden oefenen op het besluitvormingsproces. Dit maakte het proces ingewikkelder waardoor er een kloof tussen de burger en politiek ontstond. Men begon zich af te zetten tegen de politieke elite die door de voltooiing van de democratie was ontstaan. Echter, de populistische bewegingen die opkwamen, zoals Treub en zijn Economische Bond, wisten op electoraal gebied geen succes te behalen. Zo wist Treub slechts drie zetels van de honderd zetels te behalen. Na teleurstellende verkiezingsuitslagen zwakken de populistische bewegingen dan ook weer af.
De Boerenpartij van Hendrik ‘boer’ Koekoek
De volgende periode dient zich aan van 1963 tot 1967. Na de ontzuiling in de jaren zestig konden er weer politieke partijen ontstaan die zich richtten op het gehele volk en niet enkel hun zuil. Ook andere voorwaarden zoals de verstrengeling van staat en maatschappij door het ontstaan van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog en de convergentie van politieke partijen waren aanwezig. Daarnaast moet ook de invloed van het nieuwe medium televisie in die tijd niet onderschat worden. Binnen deze periode valt De Boerenpartij van Hendrik Koekoek te plaatsen.
De Boerenpartij wordt door Gerrit Voortman, Hendrik Adams en Hendrik Koekoek opgericht in 1958 en richtte zich zoals de naam al zegt op de boeren. De partij blijkt echter levensvatbaar te zijn na uitkomst van gemeenteraadsverkiezingen en de Boerenpartij gaat zich ook richten op burgers en de middenstand. De partij vergaart steeds meer bekendheid en weet in 1963 na verkiezingen drie zetels in de Tweede Kamer te behalen. In 1966 weet de Boerenpartij met Koekoek als voorman wederom electoraal succes te behalen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen en de provinciale statenverkiezingen. De media hebben hieraan bijgedragen. Zij visualiseerden namelijk de crisis binnen het boerenbedrijf wat ook steun van niet-agrariërs opleverde. Dit moment is een omslagpunt voor de partij die zich vanaf dat moment afzet tegen de gevestigde politieke orde, ofwel de politieke elite. Met deze insteek sprak de partij niet alleen meer agrariërs aan, maar ook andere groepen in de samenleving. Het uiteindelijke doel van de Boerenpartij was het verjagen van de elite en een terugkeer naar de ‘echte’ democratie.
Boer Koekoek als leider en de ondergang van de partij
Daarnaast voldeed de Boerenpartij aan het kenmerk van een charismatische leider. Of Hendrik Koekoek daadwerkelijk als charismatisch bestempeld kan worden valt te betwijfelen, maar hij stelde zich duidelijk op als leider en antipoliticus. Hij was mediageniek en zat vol met boerenwijsheden wat hem veel populariteit bracht. Hendrik Koekoek bleek echter een slechte partijleider en parlementariër. Zo werd medeoprichter Adams ervan beschuldigd fout te zijn geweest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een punt dat twintig jaar na afloop van de oorlog nog erg gevoelig lag. Koekoek hield hem echter de hand boven het hoofd en begon zelfs andere politici van hetzelfde te beschuldigen. Deze uitingen waren echter nergens op gebaseerd. Adams stapte uiteindelijk in 1968 op, maar de onrust binnen de partij was al ontstaan.
In 1967 weet de Boerenpartij nog zeven zetels te behalen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen, maar steeds meer leden stappen op. Vanaf dat moment wordt de val van de Boerenpartij ingezet. Eén van de oorzaken is dat Koekoek persoonlijke conflicten had waarbij hij zelfs voor de rechtbank moest verschijnen. De tegenpartij werd in het gelijk gesteld. Daarnaast kon de partij ook de afschaffing van de opkomstplicht in 1970 niet overleven. Tot slot gingen de burgers inzien dat de Boerenpartij niet de verandering had gebracht waarop zij hadden gehoopt. Tot 1981 weet Koekoek zijn ene zetel in de Tweede Kamer te behouden, maar daarna is ook deze populistische beweging weer naar de achtergrond verdwenen.
‘At your service!’ Pim Fortuyn
De derde populistische periode dient zich aan in 2001 en 2002. Na de Tweede Wereldoorlog was er een taboe ontstaan rondom populisme. Kritiek op het democratische stelsel lag na deze periode van de Nederlandse geschiedenis gevoelig. Ook in de korte opleving van de Boerenpartij klonk de echo van de Tweede Wereldoorlog nog na. Populisme ontwikkelde zich niet. Vanaf de jaren negentig van de twintigste eeuw wordt het taboe geleidelijk doorbroken. Populisme komt in de schijnwerpers te staan als Pim Fortuyn zich in 2002 in een interview met de Volkskrant uitlaat over het feit dat het antidiscriminatieverbod onderhevig is aan de vrijheid van meningsuiting. Burgers moesten uitdragen dat iedere stem gehoord moest worden, aldus Fortuyn. De aanslagen die 11 september 2011 in de Verenigde Staten plaatsvonden hebben een grote rol gespeeld in de opkomst van het nieuwe populisme. De aanslagen werden opgeëist door de moslimfundamentalistische terroristische organisatie Al Qaida. Dit zorgde voor een ontlading van spanningen tussen behoudende autochtone Nederlanders die zich niet gehoord voelden en de migranten in het land.
Oprichting van de LPF
Fortuyn speelt met zijn denkbeelden in op de zorgen van de Nederlandse burger. Er was een vorm van crisis ontstaan. In 2002 richt hij de LPF (Lijst Pim Fortuyn) op met als doel de politiek terug te kunnen geven aan het volk en de macht van de gevestigde partijen te doorbreken. Ook pleitte hij voor een meer directe democratie. Wat interessant is bij Fortuyn is dat hij zorgde voor een doorbraak in de personalisering van de politiek. Fortuyn leidde de LPF als een charismatisch stijlfiguur. Pim Fortuyn werd ook wel omschreven als een dandy. Dit is een selfmade man die probeert te domineren op basis van arrogantie, verbale scherpte en een excentriek voorkomen. Aan al deze punten voldeed Fortuyn. Hij droeg dure maatpakken, altijd een zijden das, had een auto met chauffeur, doopte zijn huis om tot een paleis met butler en zelfportretten en was tot slot in het bezit van twee kleine schoothondjes.
In tegenstelling tot wat men aan de hand van deze opsomming zou denken toonde Fortuyn geen afkeer van het volkse. Dit zorgde voor een aantrekkingskracht van zowel de onderkant als de bovenkant van de samenleving. Pim Fortuyn was het symbool geworden van democratisch individualisme. Met zijn uitspraak ‘at your service!’ wilde hij aantonen dat hij in dienst stond van de volkswil. Fortuyn was uitgegroeid tot cultfiguur en mediaberoemdheid. De personalisering van de politiek door Fortuyn zorgde voor een kloof tussen de gevestigde partijcultuur, maar sloeg tegelijkertijd een brug met het kiezersvolk. De media hebben hierin een zeer grote rol gespeeld.
Op 6 mei 2002 wordt Pim Fortuyn vermoord. Op 13 mei 2002 blijkt dat de LPF maar liefst 26 zetels weet te behalen in de Tweede Kamer. Nog nooit boekte een populistische beweging zo’n groot electoraal succes. Hoe belangrijk Fortuyn als charismatisch leider voor de LPF was bleek wel toen de partij een jaar later bij nieuwe verkiezingen achttien zetels verloor. In 2006 is de partij zelfs uit het parlement verdwenen.
Geert Wilders en de PVV
Het gat dat de LPF slaat wordt al snel opgevuld door de Partij van de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders. In november 2006 komt deze nieuwe partij de kamer binnen met negen zetels. Ook de PVV zet in op de spanningen tussen autochtone Nederlanders en migranten in onze samenleving. Daarbij zet de partij sterk in op de bestrijding van de islam en het tegengaan van migratie. In tegenstelling tot de LPF, die uit alle lagen van de bevolking kiezers aantrok, zet de PVV vooral in op de laagopgeleide bevolking die zich gepasseerd voelt door de politiek. Evenals de LPF voldoet de PVV wel aan een aantal populistische kenmerken. Wat betreft persoonlijkheid is Geert Wilders - afgezien van zijn excentrieke kapsel - niet te vergelijken met Fortuyn. Toch is ook de PVV rondom de persoon Geert Wilders opgebouwd. Daarnaast geeft ook de PVV te kennen de stem van het volk te vertegenwoordigen. Tot slot zet de PVV zich liever af tegen de gevestigde politieke orde dan dat zij er mee samenwerken.
Er kunnen ook kanttekeningen geplaatst worden bij het feit dat Geert Wilders en de PVV onder populisme geplaatst worden. In tegenstelling tot boer Koekoek en Pim Fortuyn die zich profileerden als antipoliticus, kan Wilders een doorgewinterd politicus genoemd worden. Voor zijn werkzaamheden bij de PVV was hij ook nog eens lange tijd lid van de VVD, een partij die in Nederland toch wel tot de gevestigde orde behoort. Hoe je het ook went of keert, anno 2018 is Geert Wilders met 20 zetels voor de PVV nog altijd ruim vertegenwoordigd in het Nederlandse parlement.