De langstzittende naoorlogse kabinetten in Nederland
In de algemene kieswet is vastgelegd dat in Nederland de Tweede Kamerverkiezingen elke vier jaar plaatsvinden, in maart of in mei. Als het zittende kabinet is gevallen worden dikwijls vervroegde verkiezingen uitgeschreven die in elke maand van het jaar kunnen worden gehouden. Nederlandse kabinetten hebben te maken met een beperkte levensduur. Het is eerder uitzondering dan regel als de volledige parlementaire periode wordt volgemaakt. Het tweede kabinet van Mark Rutte is zo'n uitzondering. Vanaf 20 augustus 2017 is Rutte-II het langstzittende naoorlogse kabinet in Nederland. Welke andere kabinetten hebben inclusief de demissionaire status het langst standgehouden?
De langstzittende kabinetten in Nederland
Volgens de algemene Kieswet vinden de Tweede Kamerverkiezingen in principe elke vier jaar in maart plaats. Als dat jaar al verkiezingen worden gehouden voor de gemeenteraden of de Provinciale Staten, dan worden de Tweede Kamerverkiezingen gehouden in mei. Als het zittende kabinet is gevallen kan sprake zijn van vervroegde verkiezingen die in elke maand kunnen worden gehouden. De daaropvolgende Tweede Kamerverkiezingen vinden in principe weer plaats ruim vier jaar later in de maand maart of mei. Voorbeeld: het kabinet Rutte-II is beëdigd in november 2012 en zit de volledige rit uit. De daaropvolgende Kamerverkiezingen zijn gehouden in maart 2017, vier jaar en vier maanden later.
Beperkte levensduur
De praktijk is echter weerbarstiger. Sinds 1946 zijn in alle maanden van het jaar Tweede Kamerverkiezingen gehouden, met uitzondering van augustus, oktober en december. Slechts in tien gevallen hebben de verkiezingen inderdaad plaatsgevonden in de maanden maart of mei. Niet zelden vinden vervroegde verkiezingen plaats omdat het kabinet is gevallen. De levensduur van een kabinet is beperkt; het is eerder uitzondering dan regel als de volledige parlementaire periode wordt volgemaakt. Welke van de 29 kabinetten sinds de Tweede Wereldoorlog hebben in Nederland het langst gezeten, inclusief de demissionaire status?
1. Kabinet Rutte-II (1817 dagen)
Het tweede kabinet van VVD-er Mark Rutte bestaat uit de unieke coalitie van VVD en PvdA. De partijen hebben weliswaar in de kabinetten Kok-I en II eerder samengewerkt maar in beide gevallen met D66 als derde coalitiepartij. Het kabinet Rutte-II treedt aan op 5 november 2012 en maakt daarna de gehele parlementaire periode vol. Op 14 maart 2017, een dag voor de Tweede Kamerverkiezingen, dient de premier het ontslag van zijn kabinet in bij de koning. Omdat een volgend kabinet als gevolg van mislukte en moeizame onderhandelingen lang op zich laat wachten is Rutte-II sinds zondag 20 augustus 2017 het langstzittende naoorlogse kabinet van Nederland.
Rutte-II is in 2012 het eerste kabinet dat tot stand is gekomen zonder tussenkomst van de koningin; de Tweede Kamer benoemt de informateurs en formateurs. Als Rutte-II aantreedt kampt Nederland nog met de gevolgen van de kredietcrisis, een negatieve economische groei en in Europees verband een eurocrisis. Het Nederlandse begrotingstekort van 4% wordt in de jaren daarna volledig weggewerkt.
Enkele opvallende gebeurtenissen
Het kabinet krijgt onder meer te maken met een bijna-crisis vanwege de door de Eerste Kamer verworpen zorgwet, de definitieve keuze voor de JSF, deelname aan de VN-vredesmissie in Mali, de MH17-vliegramp, toenemende onrust in Groningen door aardschokken als gevolg van de jarenlange gaswinning, de opvang van vluchtelingen, een diplomatieke rel met Turkije en de harde conclusies in het Mali-rapport.
Geen meerderheid
Rutte-II heeft in de Eerste Kamer nooit een meerderheid gehad; de meerderheid in de Tweede Kamer verliest het kabinet tijdens de regeerperiode (van 79 naar 75 zetels) door diverse afsplitsingen binnen zowel de PvdA- als de VVD-fractie.
2. Kabinet Lubbers-III (1749 dagen)
Van 18 juni 1994 tot 20 augustus 2017 is het derde kabinet van Ruud Lubbers het in Nederland langstzittende naoorlogse kabinet. De coalitie van CDA en PvdA wordt op 7 november 1989 beëdigd en treedt af op 22 augustus 1994. In die jaren weten beide partijen nog een groot aantal kiezers te bereiken. Het kabinet heeft in de Tweede Kamer met 103 zetels een ruime meerderheid; 54 voor het CDA en 49 voor de PvdA. De enige keer dat een coalitie van deze partijen een nog grotere meerderheid weet te behalen is in het laatste kabinet van Drees. De verhoging in 1956 van het aantal Kamerzetels van 100 naar 150 heeft tot gevolg dat na de daaropvolgende verkiezingen Drees’ laatste kabinet niet minder dan 127 zetels behaalt. Van het CDA is in die jaren nog geen sprake maar de samenwerking van de PvdA bestaat dan wel uit de drie partijen (KVP, ARP en CHU) die in 1980 fuseren tot het CDA.
Meest opvallende gebeurtenissen
Lubbers-III voert bezuinigingen door en kort op de sociale voorzieningen, waaronder de WAO. Berucht wordt het kabinet door het kwartje van Kok, de benaming voor de accijnsverhoging op benzine en diesel met respectievelijk 18 en 7 cent. Het Verdrag van Maastricht wordt ondertekend en besloten wordt de gulden af te schaffen ten behoeve van de invoering van de euro. Als alternatief voor het huwelijk wordt het samenlevingscontract ingevoerd; euthanasie wordt onder strikte voorwaarden en bij zorgvuldig handelen gedoogd. In VN-verband worden militairen uitgezonden naar Bosnië om het veilig gewaande Srebrenica te beschermen. In demissionaire status krijgt het kabinet te maken met de IRT-affaire als gevolg waarvan twee ministers aftreden. De Nederlandse Spoorwegen worden verzelfstandigd en als gevolg daarvan gereorganiseerd.
Na de verkiezingen van mei 1994 en de beëdiging van het daaropvolgende eerste kabinet Kok is Lubbers-III 104 dagen demissionair.
3. Kabinet Den Uyl (1683 dagen)
Het kabinet Den Uyl bestaat uit een coalitie van vijf partijen: PvdA, KVP, ARP, PPR en D66. De coalitie treedt aan op 11 mei 1973 en dient zijn ontslag bij de koningin in op 22 maart 1977. Vervolgens is het kabinet vanwege moeizame formatiegesprekken na de Kamerverkiezingen negen maanden demissionair; pas op 19 december wordt het kabinet Van Agt I geïnstalleerd. Het kabinet Den Uyl is een zogeheten extraparlementair kabinet; in plaats van een regeerakkoord is er sprake van een regeringsprogramma met gedoogsteun van de KVP en ARP. De CHU, die met de twee laatstgenoemde partijen later het CDA zou vormen, doet in 1973 voor het eerst in tien jaar niet mee aan een kabinet.
Moeizame verstandhoudingen
Het kabinet wordt gekenmerkt door de moeizame verstandhoudingen tussen PvdA-er Joop den Uyl en CDA-er Dries van Agt en tussen een aantal ministers onderling. Van Agt poogt als minister van Justitie abortuskliniek Bloemenhove te sluiten terwijl collega-minister Vorrink van Volksgezondheid juist het tegenovergestelde wil. Minister Vredeling van Defensie besluit tot aanschaf van de straaljager F-16 maar het congres van zijn partij is tegen. Staatssecretaris Glastra van Loon treedt af als hij zich kritisch uitlaat over de samenwerking met zijn ambtenaren en coalitiepartij D66 gaat door een diepe crisis en verliest veel van zijn aanhang.
Lockheed en andere spraakmakende zaken
Het kabinet Den Uyl kent een aantal nog immer geruchtmakende zaken en affaires. In het najaar van 1973 ontstaat een door de olieproducerende landen met opzet gecreëerde schaarste aan olie waardoor wereldwijd een tekort aan brandstof dreigt te ontstaan; Nederland maakt kennis met tien autoloze zondagen. Als Prins Bernhard door de Lockheed-affaire in opspraak komt weet Den Uyl in 1976 te voorkomen dat koningin Juliana aftreedt. In hetzelfde jaar speelt de affaire-Menten rond de ontsnapte oorlogsmisdadiger Pieter Menten waardoor de verstandhouding tussen de premier en Van Agt als minister van Justitie op scherp komt te staan.
Geen kabinet Den Uyl-II
Ondanks tien zetels winst voor de PvdA bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen in mei 1977 (van 43 naar 53 zetels) is er nooit een tweede kabinet Den Uyl gekomen. De maandenlange moeizame gesprekken met het CDA over de vorming van een nieuw kabinet lopen tenslotte vast op de zetelverdeling. De langdurigste
kabinetsformatie uit de parlementaire geschiedenis komt uiteindelijk vanaf november 1977 in een stroomversnelling en leidt binnen enkele weken tot een coalitie van CDA en VVD.
Andere langzittende naoorlogse kabinetten
Een overzicht van andere langzittende naoorlogse Nederlandse kabinetten:
Kabinet | Coalitiepartijen | Datum aantreden | Datum aftreden | Aantal dagen |
De Jong | KVP - ARP - CHU - VVD | 5 april 1967 | 6 juli 1971 | 1553 |
De Quay | KVP - ARP - CHU - VVD | 19 mei 1959 | 15 mei 1963 | 1527 |
Drees II | PvdA - KVP - ARP - CHU | 2 september 1952 | 13 oktober 1956 | 1502 |
Kok II | PvdA - VVD - D66 | 3 augustus 1998 | 16 april 2002 | 1449 |
Kok I | PvdA - VVD - D66 | 22 augustus 1994 | 3 augustus 1998 | 1442 |
Van Agt I | CDA - VVD | 19 december 1977 | 26 mei 1981 | 1362 |
Lubbers I | CDA - VVD | 4 november 1982 | 22 mei 1986 | 1348 |