Kabinet Rutte II: links-rechtsverhouding binnen de coalitie
Woorden als ‘links’ en ‘rechts’ zijn termen die vaak langskomen binnen de media als het gaat om de politiek. Dat de PvdA en de SP linkse en de VVD en de SGP rechtse partijen zijn is iets wat de meeste Nederlanders wel kunnen confirmeren. Het kabinet Rutte II, dat gevormd is in 2012, wordt gevormd door een coalitie tussen de Partij van de Arbeid en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, echter staan beide partijen lijnrecht tegenover elkaar op het politieke spectrum dat we kennen in Nederland. Dit zou wellicht problemen met zich mee kunnen brengen. Zo konden de coalitiepartijen elkaar niet vinden in de bed, bad en brood-kwestie en dreigde zelfs het kabinet uit elkaar te splijten. In welke mate is het links/rechtsonderscheid binnen de politiek bepalend voor een goede samenwerking?
Oorsprong van de termen 'links' en 'rechts'
De termen links en rechts in de politiek vinden hun oorsprong in het 16e-eeuwse Engeland. De leden van het Lagerhuis kwamen in Londen bijeen bij St Stephens Church en hier zaten aanhangers van het beleid van de Koning rechts en tegenstanders daarvan zaten links. Dit verschijnsel deed zich ook voor na de Franse revolutie in Frankrijk waarbij de revolutionairen links en de koningsgezinden rechts zaten. Omdat er geen ander onderscheid bestond tussen de twee partijen werd in de pers de termen links en rechts gebruikt om een bepaalde groep aan te duiden.
Hedendaagse betekenis
Ook in de 21e eeuw worden politieke partijen nog altijd verdeeld in links en rechts. Links wordt dan geassocieerd met een vooruitstrevende ofwel progressieve denkwijze en rechts als behoudend ofwel conservatief. In essentie verschillen beide oriëntaties in de manier van oplossen van maatschappelijke problemen. Zo zal een links georiënteerde partij een oplossing voor een probleem zoeken binnen de overheid en een rechts georiënteerde partij binnen de bevolking. Aan de linkerzijde van het politiek spectrum van Nederland staan dan ook de partijen: Partij van de Arbeid (PvdA), GroenLinks (GL), Socialistische partij (SP), Democraten 66 (D66) en de Partij voor de Dieren (PvdD). Tegenover deze partijen aan de andere kant van het politiek spectrum staan de volgende partijen: Staatskundig Gereformeerde Partij (SGP), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Christen-Democratisch Appèl (CDA), Partij voor de Vrijheid (PVV) en de ChristenUnie (CU).
In het rijtje hierboven zijn partijen in links en rechts verdeeld, echter komt het voor dat een partij niet op alle domeinen links of rechts georiënteerd is. Een voorbeeld hiervan is de ChristenUnie. Een partij als de ChristenUnie is niet eenvoudig te plaatsen in het politiek spectrum van Nederland. De ChristenUnie wordt ook wel de 'linkse kerk' genoemd. Dit heeft te maken met het feit dat de partij op beleidsterreinen als milieu en klimaat, maar ook op sociaal terrein linkse standpunten heeft. Ook de D66 is een partij waarbij de aanduiding links minder zeker is.
Kabinet Rutte II
Het kabinet Rutte-Asscher bestaat uit een samenwerkingsverband tussen de PvdA en de VVD. Hiervoor is aangegeven dat de PvdA een linkse partij is en de VVD een rechtse partij. Deze links/rechtsverdeling binnen het kabinet zorgt dan ook voor problemen en schaadt de besluitvaardigheid van het kabinet. De tegenstrijdigheid van beide partijgebonden ideologische standpunten leidden tot constante meningsverschillen en langdurige onderhandelingen binnen de coalitie. Het meest prominente verschil tussen de twee partijen zit hem in de zorg, waarbij de VVD fors zou willen bezuinigen en de PvdA de zorg inkomensafhankelijk zou willen zien. Daarnaast wil zowel de VVD als de PvdA de AOW-leeftijd verhogen, maar niet even snel. Wat de VVD betreft staat de AOW al in 2020 op 67 jaar, de PvdA wil dit in 2025 realiseren.
Kwestie bed, bad en brood
In 2015 speelde een kleine kwestie, waarbij beide coalitiepartijen het maar niet eens konden worden over de bed, bad en broodregeling die inhoudt dat uitgeprocedeerde asielzoekers in hun basisbehoeften moeten worden voorzien. De liberale VVD-fractie was van mening dat asielzoekers hier recht op zullen hebben, indien zij mee willen werken aan een terugkeer naar het land waar ze vandaan komen. De PvdA daarentegen vindt dat elk mens ongeacht zijn positie het recht heeft op het beschikken van minimaal de basisbehoeften waarover elk mens zou moeten beschikken. Ondanks dat het een goede zaak is dat er wordt onderhandeld en gediscussieerd over een bepaald vraagstuk binnen de politiek, resulteert een tegenstrijdigheid binnen het kabinet in een minder efficiënte besluitvorming. Het contrast dat aanwezig is tussen beide partijen zorgt zo nu en dan voor een meningsverschil dat ten koste gaat van de besluitvaardigheid. Een coalitie tussen uitsluitend linkse of rechtse partijen zou voor een minder stroeve besluitvorming zorgen, omdat in essentie de kernwaarden van deze partijen min of meer gelijk zijn.