President van Amerika, James Monroe 1817-1825
James Monroe werd in 1817 beëdigd tot de 5e president van Amerika. Tijdens zijn regeringsperiode krijgt de ambtswoning van de president zijn witte uiterlijk en vanaf dat moment de naam “Het Witte Huis”. Tot op heden verblijft de zittende president nog steeds in deze woning. James is voornamelijk bekend geworden om zijn Monroe Doctrine.
Algemeen
Deze president was nog net geen 60 jaar toen hij dit ambt bekleedde. James was lang, breedgeschouderd, had een langwerpig gezicht met breed uitstaande vriendelijke ogen. Hij heeft er twee ambtstermijnen op zitten, had de bijnamen “The Last Cocked Hat” en “Era of Good Feeling President”. Monroe is voornamelijk bekend vanwege zijn Monroe doctrine.
Na hem is er nog één Amerikaan geweest met dezelfde achternaam die een beroemdheid werd en dat was Marilyn in de 20e eeuw.
James Monroe
Geboren op 28 april 1758 in Westmoreland County te Virginia. Zijn ouders waren Spence Monroe (van Schotse komaf) en Elizabeth Jones Monroe (met een Welsh achtergrond). Van zijn 11e tot zijn 16e studeerde hij aan de Capelltown Acadamy. Hij begon aan het College van William and Mary, maar doordat zijn vader overleed en de oorlog uitbrak, stopte hij met zijn studie.
Hij was een lange, indrukwekkende verschijning met brede schouders. Hij was uitermate geschikt voor het leger, hij vocht mee als luitenant-kolonel in de Onafhankelijkheidsoorlog en blonk uit. Hij zat in het Third Virginia Regiment. Na afloop van de oorlog sloot hij zich als jonge politicus aan bij de antifederalisten in de Virginia Conventie.
Van 1780 tot 1782 studeerde hij, onder Thomas Jefferson, rechten.
James als familieman
James trouwde op 16 februari 1786 met Elizabeth Kortright, die liefkozend Eliza werd genoemd. Met haar krijgt hij drie kinderen, namelijk:
- 1786; Eliza Kortright Monroe, overleden in 1835
- 1799; James Specne Monroe, overleden in 1800
- 1803; Maria Hester Monroe, overleden in 1850
De carrière van Monroe
In 1782 werd James Monroe lid van het Virginia Huis van afgevaardigden. Hij werd in 1790 gekozen, als afgevaardigde van Virginia, als senator. Deze functie heeft hij 4 jaar bekleed, waarna hij tot 1796, onder de regering van Washington, ambassadeur werd in Frankrijk. Dan komt hij weer terug naar Amerika waar hij tot Gouverneur van Virgina wordt verkozen.
In 1803, gedurende de regeringsperiode van Thomas Jefferson, wordt hij uitgezonden naar zowel Frankrijk en Engeland. Onder James Madison bekleed hij de positie van Minister van Buitenlandse zaken gedurende 1811 tot 1817. In de jaren 1814-1815 beheert hij ook het Ministerie van Defensie.
James Monroe als president
James neemt in 1817 het presidentsambt over van Madison. Zijn eerste ambtstermijn wordt door een krant in Boston uit die tijd, omschreven als “Era of Good Feelings”. Zijn regeringsperiode begon onrustig, mede door de felle strijd vanwege de vraag of Missouri (met zijn slavernij) toegelaten kon worden tot de Unie. In 1820 werd tijdens het “Missourie Compromise” niet alleen Missouri, maar ook het slaafvrije Maine toegelaten. Tijdens de verkiezing van zijn tweede ambtstermijn wordt hij vrijwel unaniem herkozen.
Tot aan de huisvesting van het presidentspaar Monroe, werd de ambtswoning (die al werd bewoond sinds Thomas Jefferson) “Huis van de President” of “Presidentieel Paleis” genoemd. Sinds de brand tijdens de tweede onafhankelijkheidsoorlog was het gebouw zwaar beschadigd. De beschadigingen werden onder andere “weggewerkt” door een laag witte verf. Hierdoor ontstond de tot op heden bestaande naam “Het Witte Huis”.
Op 2 december 1823 wordt de “Monroe Doctrine” getekend. Hierbij verklaarde de president dat elke vorm van Europese bemoeienis op het westelijk halfrond taboe was. Hij doelde hiermee op het politiek ingrijpen in de onafhankelijke naties in Zuid Amerika, alsmede op nieuwe pogingen Amerika te koloniseren. Bestaande Europese kolonies zouden worden gerespecteerd. In 1898 (de Spaans Amerikaanse oorlog) zou van deze doctrine worden afgeweken en werden de Filipijnen en Puerto Rico geannexeerd door Amerika.
President af
Nadat hij president af was trok hij zich terug in Virginia. Hij ging wonen in een huis dat door Jefferson was ontworpen, “Oak Hill”. Hij was de derde president van de laatste vijf die op 4 juli (de dag van de onafhankelijkheidsverklaring) stierf. Hij verbleef op dat moment bij zijn dochter in New York toen hij aan de gevolgen van tuberculose en hartfalen overleed.