Dreumes en opvoeding, van 1 tot 2 jaar
Je kind groeit als kool en is een volwaardig gezinslid geworden. Het hulpeloze is ervan af en baby’s eigen willetje begint zich steeds meer te openbaren. De eerste stapjes worden gezet en hij gaat op avontuur, met alle gevolgen van dien. Je baby is een dreumes geworden.
Bij een dreumes wordt de opvoeding een stuk complexer dan bij een baby. Er zijn een aantal interesses bijgekomen en de ontwikkeling in deze periode is gigantisch. Hij gaat zijn interesses verbreden en iedere dag verzint hij weer nieuwe verkenningstochten. Het is natuurlijk fantastisch dat de kleine onderzoeker op ontdekking uit gaat maar hier liggen ook de gevaren op de loer. Het opvoeden is niets meer dan het begeleiden van zijn ontwikkeling op een zo veilig mogelijke manier zonder hem te beperken.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op eigen ervaringen, na het krijgen van 3 dochters in 4 jaar zijn dat er aardig wat. Niet alleen lijken de meiden uiterlijk niet zo heel veel op elkaar, innerlijk zijn ze ook enorm verschillend. We hebben ze alle 3 op een andere manier moeten benaderen maar het resultaat was bij alle 3 hetzelfde: vrolijke, nieuwsgierige hummeltjes die zelfverzekerd en veilig de peuterfase in gingen.
In dit artikel
Ontwikkeling
Lichamelijk
De gemiddelde dreumes van een jaar kan staan en soms zijn de eerste voorzichtige stapjes al gezet. Hij is zich volledig bewust van zijn omgeving en nieuwsgierig naar alles wat hij ziet. Dit is een goed gegeven want juist die nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat hij zich ontwikkelt en elke dag nieuwe dingen leert. Je moet hem hier niet in remmen maar het is wel van belang dat je heel alert blijft. Je mag hem geen moment uit het oog verliezen want zelfs als je denkt dat je alle gevaarlijke dingen hoog en veilig hebt opgeborgen, weet de kleine onderzoeker nog wel iets te vinden waarvan de gevolgen niet te overzien zijn.
Toch is het niet zinvol om alles weg te halen, hij kan best wel leren dat er dingen zijn waar hij niet aan mag komen. Dat moet je natuurlijk niet oefenen met een kop hete thee, maar die plant op de salontafel mag best blijven staan. Zelfs de meest hardleerse en koppige dreumes weet na 1000 x drommels goed wat “nee” en “bah” betekent. Dit is best een vermoeiende periode die heel wat van je geduld vergt, maar als je dit volhoudt dan zal je zien dat het steeds makkelijker gaat en je kind steeds sneller het “nee” zal accepteren. Er zijn immers nog zoveel andere dingen die ook spannend zijn.
Geestelijk
Ook al kan hij nog niet goed praten, geestelijk is de dreumes al veel verder dan dat je op het oog zou vermoeden. Je kunt hem rustig van alles vertellen, hij begrijpt meer dan je denkt. De tijd van “oekiepoekie” (sommige mensen praten graag op deze manier tegen babies) is nu echt voorbij. Ofschoon je woordkeuze natuurlijk eenvoudig gehouden moet worden, kun je op een normale, “volwassen” manier tegen je kind praten.
Toen mijn oudste 1½ was, kreeg ze eens een reclamefolder in haar handen waar een prachtige schommel op stond. Met een enthousiast “issemij” liet ze weten dat ze dat ding wel heel graag wilde hebben. Op mijn “Ja doei, probeer het maar bij je vader” beklom ze onmiddellijk de trap om haar dringende vraag aan hem te gaan stellen. Met succes overigens; een dag later stond het ding in de tuin. Ze had natuurlijk ook al snel door dat ze bij hem meer voor elkaar kreeg dan bij mij.
De dreumes
Brokkenpiloten
Sommige kleintjes kan je rustig in een hoek met een berg knuffels en veilig speelgoed laten zitten, andere dreumesen zijn zelfs in de box nog in staat om brokken te maken. Het is niet anders, je kunt niet altijd voorkomen dat je kind zich bezeert. Het hoort erbij, als je dreumes niet weet wat pijn is, zal hij “au” ook nooit begrijpen. Wanneer je hem altijd opvangt, zal hij ook niet leren vallen. Je hebt er nu eenmaal brokkenpiloten bij, het is niet anders. Je kunt het niet altijd voorkomen en sommige kinderen moeten zich eerst 10 x stoten voor ze doorhebben dat die tafel hard is.
Mijn oudste liep met 9 maanden, althans, ze begon met rennen en leerde later dat lopen ook tot de mogelijkheden behoorde. Anatomisch gezien was haar lichaam nog niet zover, met als gevolg dat ze, topzwaar als ze was, steeds harder ging rennen omdat ze nog niet de kracht had om haar snelheid af te remmen. Ze was een soort ongeleid projectiel en toen ze 1½ was, had ze al 3 x een blauw oog, hechtingen in haar kin en al heel wat tanden door haar lip gehad. Die pech kun je hebben en het enige wat je kunt doen is zoveel mogelijk gevaarlijke situaties vermijden. We hebben haar soms zelfs met een tuigje moeten vastbinden voor haar eigen veiligheid (en dat terwijl de hond niet eens aan de riem zit maar altijd los loopt).
Eigenwijs
Elke dreumes heeft een eigen willetje. Allemaal. Een doortastende dreumes die perse die bloem in dat mooie boeket wil pakken, zal niet rusten voor het hem gelukt is. Jouw “nee” zal hem misschien voor een moment weerhouden (en soms zelfs dat niet), als hij de vaas heeft omgetrokken en hij onder het bloemenwater zit, zal hij pas echt begrijpen wat je met je “nee” bedoelde. Je mag dan best boos worden, zelfs een tikje op zijn vingers is helemaal niet zo erg. Daar krijgt hij geen trauma van, erger is het wanneer hij hetzelfde doet met een lepeltje dat in een kop met hete thee zit. Een boze reactie op zijn actie begrijpt hij heel goed. Maak ook niet de veelgemaakte fout de, om jouw boosheid verdrietige, dreumes meteen weer te troosten; je geeft daarmee tegenstrijdige signalen af die hem heel andere dingen leert dan je bedoeling is. Het standje stelt niet zoveel voor dus wat hij gedaan heeft zal in zijn ogen dan vast niet zo erg zijn. Of, nog erger, hij krijgt door dat jouw boosheid voor jou nog moeilijker is dan voor hem, binnen de kortste keren zal hij daar gebruik (lees misbruik) van maken.
Zelfstandig
De motorische ontwikkeling van je dreumes gaat in deze fase razendsnel. Doordat hij ontdekt dat hij steeds meer kan, zal hij ook steeds meer zelf willen doen. Aan het eind van de dreumesfase zal je dan ook je kleintje steeds vaker “sefdoen” horen roepen. Eén van die dingen die ze erg interessant vinden is zelf eten en drinken. Nu is zelf drinken uit een fles of een tuimelbeker niet zo’n probleem maar zelf de lepel hanteren kan nog wel eens voor de nodige bende zorgen. Toch is het belangrijk dat je af en toe de tijd neemt om je kleintje zelf te laten eten. Wanneer je kind daar niet naar taalt heb je mazzel maar anders zal je af en toe wat meer moeten schoonmaken. Door het kind toe te staan het zelf te proberen, stimuleer je zijn hang naar zelfstandigheid en het nemen van eigen initiatieven.
Conclusie
De dreumesfase is een periode waarin je kind behoorlijk wat aandacht van je vraagt. Het is ook een periode waarin hij heel erg veel moet leren. Je juicht wel 10 x per dag voor weer een mijlpaal: het hapje dat dit keer niet tegen de muur maar in zijn mond verdwijnt, zijn triomfantelijke “bauk” wanneer je op zijn buik wijst, zijn eerste stapjes, de liedjes die hij op je knie enthousiast meedoe en nog veel meer. Het is ook een periode waarin je voor het eerst af en toe streng tegen hem moet zijn, hij begint zijn en jouw grenzen te verkennen. Wees strikt en consequent, hij heeft duidelijkheid nodig. Wanneer hij zich bezeert, maak er dan geen drama van; “kus op au” en “over” zijn vaak al voldoende. Je wilt geen piepert van hem maken die straks bij elk wissewasje gillend naar zijn moeder rent.