Het leven van het 2,5 jarige kind: motoriek van de peuter
Zelfstandigheid wordt voor de peuter erg belangrijk én is noodzakelijk om met het echte leven te kunnen starten. De start van het kennen en beheersen van fundamentele bewegingsactiviteiten wordt gelegd omdat ze belangrijk zijn in het verdere mensenleven. Daarom zoemen we even in op de motorische ontwikkeling van de peuter: hoe ver staat het kind al in zijn ontwikkeling? Wat zijn de volgende stappen in de ontwikkeling? Hoe kunnen we de peuter stimuleren zich verder te ontwikkelen?
Het lichaam
De groei in lengte en gewicht gaat tijdens de peutertijd trager als in de babytijd. Hierdoor zal het kind asynchroon groeien; niet alle lichaamsdelen groeien in dezelfde proporties. Daarnaast komen tegen het einde van de peuterperiode (rond de 3 jaar) ook de meeste tandjes door.
Grootmotorische ontwikkeling
Het jonge kind kan al wandelen en lopen, dit gebeurd echter met weinig kracht en souplesse. Het kind beweegt zich als een blok voort: alle ledematen worden tegelijk bewogen en lopen gebeurd op platte voeten met korte passen. Stoppen is nog erg moeilijk en kan enkel door middel van een hulpmiddel (vb mama waar hij tegenaan kan lopen). Voor het kind is het nog erg moeilijk om zelf het tempo te bepalen waarin hij rondloopt, ook veranderen van richting tijdens het lopen verloopt niet vlot. Het kind zal hiervoor eerst moeten stoppen en dan in een andere richting opnieuw beginnen lopen. De peuter kan al springen met beide voeten maar dit kan niet op of over hindernissen. De meeste kinderen van 2,5 a 3 jaar kunnen al fietsen met een driewieler of een fiets met steunwieltjes.
Fijnmotorische ontwikkeling
De oog - handcoördinatie van het kind is volop in ontwikkeling tijdens deze periode in het leven. Kleine bewegingen met vinger en pols worden nog bijgestaan door veel bijbewegingen. Het kind kan onder andere de andere arm niet stil laten liggen bij het tekenen maar zal deze ook over en weer bewegen, gelijktijdig met de arm waarmee het kind aan het tekenen is. De peuter kan al voorwerpen gericht vastnemen met duim en wijsvinger en kan deze al bewust hanteren. Het kind kan bijvoorbeeld al grote kralen aan een touw rijgen of grote knoppen dichtdoen van zijn / haar truitje of jas.
Tekenontwikkeling
Tot de leeftijd van 4 jaar zit het jongen kind in een krabbelstadium. Het kind ontdekt dat het plaatsen van het potlood op een blad bepaalde dingen doet verschijnen. Het kind zal tekenen omwille van het tekenen zelf, het plezier in de activiteit. In het begint komt hier nog geen bepaald doel bij kijken en weet het kind op voorhand niet wat het weer wil geven. Het kind beseft in het begin namelijk niet dat wat hij op doet met het potlood verband heeft met wat te voorschijn komt op het blad.
Zindelijkheid
Dit is een van de mijlpalen in het leven van het jonge kind waar ouders ontzettend hard met bezig zijn. Toch hebben zij hier relatief weinig invloed op. Het zindelijkheidsproces is namelijk een fysisch proces. Zolang het kind geen controle heeft over zijn sluitspier is het niet in staat zindelijk te worden. Het kind moet namelijk eerst de sluitspier zélf in staat kunnen stellen iets los te laten of vast te houden. De peuter kan dit echter nog niet omdat het zenuwstelsel onvoldoende is ontwikkeld.
Op weg naar de zindelijkheid zijn er 7 stappen die het kind zal doorlopen:
- herkennen van het potje of toilet
- luier niet meer willen aandoen
- bewust zijn van eigen plas
- eerste plasje
- kind kan aangeven dat het moet plassen
- eventuele terugval: het kind wil niet meer proberen en heeft genoeg van het proces
- overdag droog maar 's nachts nog niet
Rond de leeftijd van 2 komt de eerste gewaarwording van zindelijkheid: het kind ervaart dat een natte luier of broek niet fijn is en ervaart ook wanneer de blaas vol is. Hierdoor zal het kind de bedoeling snappen en zal het verdere proces met de verschillende stapjes in gang gezet worden.
Stimuleren
Om de motorische ontwikkeling van het kind te stimuleren moeten we eerst en vooral in ons achterhoofd houden dat zowel de aanleg als de omgeving een invloed hebben hierop. Een uitdagende / stimulerende en kindvriendelijke omgeving zetten het kind aan om te gaan exploreren en experimenteren.
Lees verder