Kenmerken van peuters
Hier zijn de kenmerken van een peuter, we noemen de sociale, geestelijke en lichamelijke kenmerken.
Sociale kenmerken:
Jaloersheid:
Jaloers gedrag komt bij veel peuters voor. Ze zijn nog het vaakst jaloers op een nieuw broertje of zusje. De ouders of verzorgers kunnen hier het best rustig op reageren. Kwaad worden heeft geen zin. Het is belangrijk dat de peuter voelt dat zij van hem houden. Dat hij heel belangrijk voor hen is.
Zindelijkheid:
De meeste kinderen zijn met ongeveer tweeënhalf jaar overdag zindelijk. ’s Nachts dragen zij dan nog een luier. Pas als de peuter begrijpt wat de bedoeling is, kun je hen helpen zindelijk te worden. Ook moet hij in staat zijn de sluitspieren van de blaas en de anus te beheersen. Maar het kind moet het vooral zelf willen.
Geestelijke kenmerken:
Taal:
De taalontwikkeling van de peuter gebeurt in een bepaalde volgorde. Het tempo waarin een kind leert praten is verschillend.
1. Zinnen van één woord zeggen.
2. Zinnen van twee of drie woorden zeggen.
3. Hele zinnen zeggen
Koppigheidsperiode:
Als een peuter ongeveer 2,5 jaar is, gaat hij zijn eigen wil ontdekken. Door het woord ‘ik’ te gebruiken, laat hij duidelijk merken dat hij iets wil. Voor de ouders of verzorgers is dat vaak een moeilijke periode. De peuter zegt bij voorbaat overal ‘nee’ op. We noemen dit wel de ‘peuterpuberteit’.
Angst:
Peuters doen veel nieuwe ervaringen op en ze hebben een grote fantasie. Daardoor kunnen ze angstig worden. Ze kunnen bijvoorbeeld bang zijn in het donker, voor vreemde mensen of een vreemde omgeving. Daardoor durven ze soms niet te slapen, niet naar de dokter of naar de peuterspeelzaal te gaan.
Jokken:
Een peuter jokt wel eens. Dit hoort bij zijn ontwikkeling. De ouders of verzorgers moeten er niet al te veel aandacht aan besteden. Wel is het verstandig te laten merken dat je weet dat wat de peuter zegt niet helemaal waar is. Dit kun je bijvoorbeeld doen door er een grapje over te maken. Hierdoor leert de peuter herkennen wat waar is en wat verzonnen is.
Lichamelijke ontwikkeling:
De ontwikkeling van de tanden:
Het melkgebit is compleet als de peuter ongeveer drie jaar is. Mensen denken vaak dat het melkgebit niet zo belangrijk is, omdat het kind nog moet wisselen. Dit is niet waar. Beschadigingen aan het melkgebit kunnen ook het blijvende gebit al aantasten.
Motorische ontwikkeling:
Ook in de peutertijd gaat de ontwikkeling van de motoriek snel. De eerste onzekere stapjes zijn al in de babytijd gezet. Een peuter kan al zelfstandig lopen. Vooral de grove motoriek wordt nu ontwikkeld. Dit zijn de grote bewegingen.