Logopedie: één lettergreep woorden (CVC)
Logopedie stimuleert en ontwikkelt de taal bij kinderen en ouderen. Bij het maken van éénlettergreep woorden heb je verschil in de hoeveelheid medeklinkers. Een kind leert het beste de taal door CVC woorden te ontdekken. Ter voorbereiding of ter stimulatie daarom deze oefening: CVC woorden.
CV en CVC
Een klinker of een meerklank (oe, ie, aa) wordt aangeduid met de letter V, een medeklinker met de letter C. Woorden als PA, OP, LA, GA, IK heten daarom CV of VC-woorden. Een kind vind deze woorden het makkelijkste en zal ze vaak als eerste zeggen, denk bijvoorbeeld aan het woord mama waarbij het kind in feite MA zegt, en dit tweemaal herhaalt. Andere eerste woordjes zijn ook vaak BA of JA.
Bij CVC woorden bestaan de woorden uit een medeklinker, een klinker of meerklank en weer een medeklinker. Je krijgt dus CVC-woorden. Voor een kind is het belangrijk om CVC woorden te leren, omdat er dan een combinatie gemaakt wordt van meerdere klinkers en medeklinkers. Dit is de eerste stap naar nog moeilijkere woorden zoals de woorden SCHOOL en HERFST. Doe deze oefening alleen bij kinderen die de VC of CV-woorden al beheersen.
Aan de slag met CVC-woorden
Gebruik voor deze oefening duidelijke plaatsjes van CVC-woorden. Let op dat het hier daadwerkelijk om CVC woorden gaat. Woorden als PA en HERFST zijn dus niet goed. Elk CVC woord begint met één medeklinker, heeft in het midden een klinker of meerklank staan en eindigt ook weer met één medeklinker, niet met twee of drie.
Gebruik afbeeldingen die het kind ook daadwerkelijk kent. Een klein kind kent vaak geen woorden als RAAF en LUS. Doe deze oefening alleen als het kind ook de afzonderlijke klinkers en medeklinkers kan uitspreken. Ook moet het kind deze achter elkaar kunnen zeggen, dus van IJ-S ook ijs kunnen maken.
Om het niet te moeilijk te maken, mag je CVC woorden in stukken hakken. Gebruik hiervoor afzonderlijke plaatjes voor de klinkers, medeklinkers en tweeklanken. Benoem dan alles apart: K-O-P wordt dan KOP.
Zie hiervoor de oefening "tweeklanken maken" in een van de vorige artikelen of kijk in de special.
Wanneer de woorden in stukken hakken goed gaan, en het kind het steeds beter kan uitspreken, ga je beginnen met de loss woorden zelf. De afzonderlijke plaatjes met klinkers en medeklinkers laat je dan weg, laat alleen nog het plaatje van het CVC-woord zien. Wissel zoveel mogelijk af en speel met klinkers, medeklinkers en tweeklanken, zodat het kind alle combinaties leert maken.
Een lijst met goede woorden om te oefenen:
- bed, been, bek, boom, bes, boef
- das, dik, dop, dun
- fout, fel, fout
- gaap, gijs, gat, gek
- haar, haas, hoog, heet
- jaap, joop, jok, jas
- kaas, kaal, koek, kat, kop, koud
- laan, lap, lok, loer, lees
- muis, mus, maak, mok, mep
- neus, niet, nok, nat
- paal, pot, puf, peen, pan
- reep, ruit, rek, rok, rat
- sik, sok, sop, siep
- teen, top, tol, tak, tuin
- vis, vuil, vies, vak, vol
- was, weer, wies, wol
- zeep, zout, zal, zes
Moeilijker maken
Pas wanneer de CVC-woorden allemaal goed gaan, kan je medeklinkers gaan combineren. Je krijgt dan bijvoorbeeld een CCVC-woord zoals STOP of KLAS. Het woord SCHOOL mag je ook gebruiken, het gaat hier weliswaar om een CCCVC-woord, maar je spreekt het uit als SGOOL. In het begin ga je vooral de dubbele medeklinkers uit elkaar hakken, dus S-TOP en K-LAS.
Ga naar de special "taalontwikkeling en logopedie" en volg het hele programma stap voor stap.
Reactie
Heine Rodrigues de Miranda, 07-10-2012
Goedendag,
Ik ben een Parkinsonpatient en merk dat sommige medeklinkers veel moeilijker zijn dan andere. Moeilijk zijn: V, S, D, K, N, P.G, speciaal aan het begin van een woord. Makkelijker zijn: B, H, T, F, J, L, Z, M.
Ik vraag me af of er een synoniemen-lijst is waardoor de moeilijkere medeklinkers vermeden kunnen worden. Of dat er andere taalkundige mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld een Engels/Frans/Duits woord gebruiken.
Reactie infoteur, 14-10-2012
Normaal gesproken zou de S makkelijker moeten zijn dan de Z, is dit niet verkeerd om neergezet? Het is lastig om synoniemen te gaan gebruiken: zelf begrijpt u het wel, maar de omgeving om u heen niet. Een logopedist kan u helpen met de uitspraak van bepaalde klanken of hier een oplossing in vinden samen met u.