Structuur bieden, voor kinderen met gedragsproblemen
Kinderen met gedragsstoornissen hebben een duidelijke structuur nodig in de opvoeding. Daardoor krijgen ze minder prikkels en meer duidelijkheid in de dagelijkse dingen. Ze zullen minder dwars zijn omdat ze beter weten waar ze aan toe zijn. Er zijn dan minder momenten waarop er aanvaringen of problemen zijn, wat rust geeft voor het hele gezin. In het begin zal het even wennen zijn, maar al gauw merkt het hele gezin dat het goed werkt voor iedereen.
In huis
Zorg voor minder prikkels
- Een opgeruimde (slaap)kamer.
- Weinig rondslingerende spullen.
- Eén soort speelgoed tegelijk pakken, wil het kind met iets anders spelen, dan het speelgoed eerst opruimen.
- Geen tv of radio aan op de achtergrond.
- Geen onverwachte visite of uitjes.
- Ruimtes niet steeds anders indelen.
Orden de spullen in huis
- Leg kleren in de juiste volgorde van aantrekken.
- Orden de speelruimtes.
- Gebruik voor alle activiteiten steeds dezelfde ruimte (dus spelen in de kamer, eten in de keuken, slapen in de slaapkamer, etc.).
- Zo weet het kind waar de spullen te vinden zijn en is er meer duidelijkheid waar een activiteit wordt gedaan.
Gebruik een pictogrammenbord
Met behulp van plaatjes kunt u een dagindeling of weekindeling maken. Daardoor kan het kind zien wat er op een dag gaat gebeuren. Is iets nog onzeker, plaats dan een vraagteken. Dan weet het kind dat dat nog niet vast ligt. Gebruik een kleed waar op gespeeld mag worden. Dan heeft het kind een duidelijk plek om te spelen.
Probeer zoveel mogelijk elke dag de dingen op dezelfde volgorde te doen, zodat de dagen veel op elkaar lijken. Bijv. het bedritueel: uitkleden, wassen, pyjama aan, tanden poetsen, plassen, verhaaltje lezen, licht uit.
Buitenshuis
- Vertel wat jullie gaan doen, met wie, waarom, waar, hoe, hoelang, etc. Weet u iets nog niet zeker, zeg dat dan.
- Vertel wat er van het kind verwacht wordt.
Boodschappen
Vraag het kind te helpen, geef het kind elke keer een opdracht om een product te pakken. Niet meteen vijf dingen tegelijk, maar één voor één.
Op school
- Kies een plaats in de klas uit, voorin, dat zorgt voor minder prikkels.
- Vraag een gesprek aan met de leerkracht en spreek dezelfde regels en structuur af.
- Kaft de schoolboeken van het kind in verschillende kleuren: elk vak een andere kleur. Zo kan het kind zijn spullen 's ochtends makkelijker bij elkaar zoeken.
- Spreek een vaste dag in de week af dat het kind een speelafspraakje mag maken.
Structuur in tijd
- Verdeel de dag in kleine overzichtelijke stukken, dus per dagdeel of per uur. Hierbij is een pictogrammenbord een goed hulpmiddel.
- Een Kleurenklok is ook een handig hulpmiddel, op de klok wordt met behulp van kleuren een tijd aangegeven. Dus kan het kind zelf in de gaten houden hoe lang iets gaat duren. Een soortgelijk hulpmiddel is de Time Timer.
- Regelmaat is erg belangrijk. Steeds op dezelfde tijden eten, slapen, spelen en school.
Een lijn
Belangrijk is dat de ouders, opvoeders, begeleiders en leerkrachten het kind op dezelfde manier aanspreken en begeleiden, dus dat er één lijn wordt getrokken. Zo is het voor het kind duidelijk wat er gaat gebeuren en dat het (bijna) overal hetzelfde gaat.
Dit artikel is gedeeltelijk een samenvatting van het hoofdstuk 'structuur bieden en regels stellen' uit het boek sociaal onhandig (zie bronnen) en tevens tips uit eigen ervaring.
Lees verder