Kinderen onder de 12: gedragsproblemen en criminaliteit
Rondom het thema van criminele jongeren is er vooral logische boosheid, en de roep om straf. Maar onderzoeker Charlotte Geluk pleit voor een andere blik op de zaak, vanuit haar onderzoek naar jongeren onder de twaalf jaar die strafbaar gedrag vertonen. Veel jongeren die crimineel gedrag vertonen, hebben psychische problemen, problemen in sociale omgang en moeilijkheden in het gezin. Contact met de politie is dan akelig, maar toch een kans om de kinderen weer in het juiste spoor te helpen komen. Bovendien is de groep kinderen die crimineel gedrag vertonen, heel divers. Lang niet alle kinderen volharden in de criminele 'carrière', er zijn ook kinderen die vanzelf weer de weg naar voren vinden. Dan nog is het belangrijk om ook bij het eerste contact met de politie, goed te kijken wat er aan de hand is met het kind en waar nodig in te grijpen. Dat scheelt kinderen, ouders én maatschappij mogelijk heel wat kopzorgen.
Steeds vaker komen ze in het nieuws: jonge kinderen die gedragsproblemen vertonen, tot crimineel gedrag toe. Vaak gaat de discussie dan over straf en preventie van criminaliteit. Maar er is een andere invalshoek: die van de psychologie. Uit onderzoek blijkt, dat kinderen die al voor hun twaalfde in contact komen met de politie, psychische problemen hebben. Onderzoeker Charlotte Geluk van het VU Medisch Centrum in Amsterdam pleit ervoor, om zo'n politie-contact te gebruiken om psychische problemen bijtijds op te sporen. Dan kunnen ze ook bijtijds behandeld worden.
Voor het twaalfde jaar al in contact met de politie
Er is dus een aanzienlijk aantal kinderen onder diegenen die vóór het twaalfde jaar al in aanraking komen met de politie, dat psychische problemen blijkt te hebben. In zo'n geval is contact met de politie akelig voor iedereen, maar toch mogelijk een kans. Als psychische problemen vroeg behandeld worden, is er een kans om ontsporing tegen te gaan en kinderen alsnog weer 'kandidaat' te maken voor een vruchtbaar later leven. Echter, er is ook een deel van de 12-minners die de fout in gaan bij wie géén sprake is van aanzienlijke psychische problemen die om behandeling vragen. Het kan zijn dat eventuele psychische en gedragsproblemen mettertijd vanzelf afnemen. Dat diverse beeld maakt het nodig om inzicht te krijgen in de vraag of en in hoeverre psychische problemen bij een kind aanwezig zijn en wat er eventueel moet worden gedaan vanuit het politiecontact. Dit bespaart het kind én de maatschappij mogelijk verdere en eventueel grotere problemen, met alle kans op geestelijke en praktische schade van dien.
Relatief groot aandeel in de criminaliteit
Het blijkt helaas dat jongeren die voor hun twaalfde al strafbaar gedrag vertonen, een relatief fors deel van de criminaliteitscijfers voor hun rekening nemen. Dit leidt niet alleen privé maar ook voor de hele maatschappij tot hoge kosten. Wat bijzonder is aan het onderzoek van Geluk, is dat het voor het eerst is dat zo'n uitgebreid onderzoek werd gedaan naar deze specifieke groep jongeren. Mede door gebrek aan onderzoek, was over deze groep tot nu toe niet veel bekend: bijvoorbeeld over de vraag, hoe groot de kans is dat een jongere opnieuw de fout in gaat. Het onderzoek van Geluk wijst uit dat er binnen de groep delinquente twaalf-minners, grote verschillen bestaan qua psychische en gedragsproblemen, maar ook wat betreft het verdere verloop van hun criminele gedrag.
Gedragsproblemen en impulsief gedrag
Binnen de groep van 12-minners die crimineel gedrag vertonen, bestaat een deel dat vooral gedragsproblemen en impulsief gedrag laat zien. Maar er is ook een deel waarbij een waar scala aan problemen speelt: naast agressief en impulsief gedrag, kan dan onder andere sprake zijn van sombere gevoelens, problemen in de sociale sfeer, problemen binnen het gezin. Dan zit het probleem dus zowel in de jongere zelf, als in de omgeving. In deze groep zitten ook vaak kinderen die zelf ten prooi vallen of zijn gevallen aan geweld of pestgedrag. Wat ook opvalt is dat een aanzienlijke groep kinderen jonger dan twaalf helaas toch volhardt in crimineel gedrag. Hoe dan ook, blijven veel 12-minners delinquent gedrag vertonen.
Lage kans op herhaling?
Zoals gezegd, is er een deel van de groep kinderen tot twaalf waarbij sprake is van relatief weinig problemen. Ook is de kans klein dat zij in herhaling vallen, of zelf slachtoffer worden van psychisch of lichamelijk geweld. Krijgt een kind problemen die tot politie-ingrijpen leiden, dan is dat niet per se de aanzet tot een 'carrière' in de misdaad. Wel is van belang dat het incident leidt tot een nauwkeurige blik op de situatie, eventueel uitmondend in praktische, maatschappelijke en/of psychische hulp.
Jeugdproblematiek: wie en wat?
Het idee dat bij crimineel gedrag alleen de politie in beeld komt, is logisch, maar het klopt niet. Instanties en personen die betrokken kunnen zijn of worden, en eventueel hulp kunnen bieden, zijn gemeente, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg, leraren en schoolmedewerkers, ouders en indirect ook wetenschappers.Onder andere vanuit Geluks onderzoek, werd en word door al deze betrokkenen gesproken over signalering, behandeling en langdurige zorg voor deze kinderen en de gezinnen. Onder andere werd een conferentie georganiseerd, die als specifiek punt van aandacht had hoe dergelijke hulpverlening optimaal vormkrijgt in het licht van de overheveling van specialistische zorg naar gemeenten.