Zeg tegen kinderen wat je wel wilt!

Hoe stimuleren we kinderen tot gedrag wat we fijn vinden? Doen we dat handig oftewel effectief of doen we dat op een manier die eigenlijk heel ander gedrag in de hand werkt?

Het woordje niet

Niet rennen, niet zo hard praten, niet in de plassen stampen, niet op de bank met je schoenen aan. De hele dag door horen je kinderen deze zinnen. Maar doen ze ook wat je vraagt?

Het effect van het woordje niet

Als je een kring maakt met jonge kinderen en één van de kleuters gaat op de grond liggen ben je dus geneigd om te zeggen: ; Niet op de grond gaan liggen' Vermoedelijk liggen ze allemaal. Hoe komt dat? Omdat je een kind een suggestie geeft! Want het is een feit dat als we vragen om niet aan het roze olifantje te denken, iedereen een rose olifantje op zijn netvlies heeft.

Wat wil je wel zien aan gedrag?

Loop maar gewoon, praat maar zachtjes, loop maar om de plassen heen, doe je schoenen maar uit als je op de bank wilt liggen.
Eigenlijk heel simpel: benoemen wat je wel wilt!
In het voorbeeld van het maken van een kring helpt het om te zeggen:' Geweldig Jochem, jij staat al' Elk kind wil een compliment,
elk kind wil het beste van zichzelf geven.

Denk goed na voordat je iets zegt

Wat we wel willen is o zo moeilijk. We richten ons haast automatisch op wat we niet willen. Het is ons ook met de paplepel ingegoten als kind en helaas herhaal je wat je ooit hoorde.
Het is een kwestie van trainen om kinderen aan te geven wat je wel wilt dat ze doen of zeggen of hoe je wilt dat ze zich gedragen.

Positief opvoeden

Uit de circel stappen van negativiteit, van de nieten is een uitdaging die heel veel oplevert. Maar het vraagt dat je nadenkt over gedrag dat je prettig vindt en daar zit hem de kneep. Wat wil ik wel? Vooruit kijken in situaties en nadenken over hoe je het gaat bespreken helpt enorm. Ook bij hele jonge kinderen, wiens passieve woordenschat al heel groot is, helpt het.

Voorbeelden

Als we straks met naar opa en oma gaan, moeten we lang in de auto zitten. Ik zou het fijn vinden als jullie rustig spelen achterin, dan kan ik goed op de weg letten. Wat gebeurt er als je dit niet doet, dan ontstaat er ruzie, lawaai etc. en voor je het weet heb je alweer geroepen:' Hou op met dat gedonderd achterin' .
We moeten straks een drukke weg oversteken. Ik vind het heel belangrijk dat jullie elkaar een hand geven en pas oversteken als ik het zeg'. Voor je het weet is de helft al aan het oversteken namelijk.
'Er ligt veel speelgoed op de grond. Straks komt opa en hij kan slecht lopen. Ik zou het fijn vinden als jullie alles willen opruimen'.
In plaats van:' Daar heb je het gedonder al met al jullie troep. Opa gleed bijna uit, straks breekt hij zijn heup'.

Regeren is vooruit zien

De sfeer tussen ouders en kinderen is afhankelijk van van jouw positieve houding. Gedrag dat vervelend is ontstaat vaak door onszelf, doordat we ons niet bewust zijn wat woorden teweeg brengen. Het vraagt wel oefening in kijken wat je wel wilt zien aan gedrag.
In de volwassen wereld gebeurt overigens hetzelfde. Ook volwassenen zouden andere contacten hebben onderling als ze elkaar vertellen wat ze wel willen. Hoe zou de wereld er dan uitzien?