Als je kind gaat experimenteren met drugs

Wat doet het met je als ouder als je ontdekt dat je kind experimenteert met drugs? Denk je als ouder dat experimenteren met verslavende middelen bij de puberteit hoort of ben je als ouder radicaal tegen? Wat gebeurd er met het kind dat eerst is gaan experimenteren met drugs en vervolgens verslaafd raakt? Welk gevaar kent het gebruik van drugs? Hoe is het drugsbeleid in Nederland en hoe gaan jongeren om met drugs? Waar kan je als ouder van een kind dat drugs gebruikt terecht voor hulp?

Experimenteren met drugs en met verslavende middelen

Jongeren, pubers en tieners experimenteren graag met nieuwe en voor hen onbekende zaken. Enkelen zullen ook met drugs en verslavende middelen gaan of willen experimenteren. Er zullen ouders zijn die zeggen dat het experimenteren met drugs bij de puberteit hoort en er zullen ouders zijn die absoluut niet gediend zijn van enige vorm van drugsgebruik van hun kind. Als ouder is het belangrijk om op tijd, dwz voordat het kind behoefte voelt te gaan experimenteren met drugs, voorlichting te geven over de gevaren van drugs en van verslavende middelen.

Als een kind gaat experimenteren met drugs of met verslavende middelen

Als je als ouder zeker weet dat je kind bezig is met experimenteren met drugs en met verslavende middelen, is een goed gesprek houden met je kind noodzakelijk. Zeker als er nooit eerder binnen het gezin openlijk is gesproken over drugs, is snel een gesprek aangaan gewenst. Hoe meer het kind kennis heeft over de gevaren van drugs, hoe groter de kans is dat het kind minder zal experimenteren. Probeer het gesprek, als volwassenen onder elkaar, te voeren. Respecteer de gevoelens en mening van het kind. Stel hem open vragen: hoe denkt je kind over drugs? Waarom gebruikt het drugs? Uit onzekerheid? Angst om er niet bij te horen? Als er afspraken gemaakt moeten worden over het drugsgebruik van je kind, betrek je kind er bij en vraag hem naar zijn mening. Voor meer informatie over een moeilijk gesprek aan gaan met je puber kind, lees het volgende artikel voor meer informatie: Hoe start je een moeilijk gesprek met je puber kind?.

Drugsverslaving of verslaafd aan verslavende middelen

Experimenteren met drugs kan overgaan op een echte verslaving. Bij een verslaving is geen sprake meer van “willen”, het is enkel nog een “moeten”. Moeten gebruiken. Het kind dat verslaafd is geworden aan een drug is afhankelijk geworden aan de verslavende stof van een drug. Afhankelijkheid kan je opdelen in een geestelijke en een lichamelijke afhankelijkheid:

• Geestelijke afhankelijkheid: Geestelijke afhankelijkheid kan optreden bij alle verslavende middelen, zowel bij alcohol, cannabis, heroïne, speed, cocaïne, XTC, GHB (enz). Bij geestelijke afhankelijkheid verlangt de gebruiker steeds meer en vaker naar de verslavende stof. De gebruiker voelt zich niet meer prettig zonder de verslavende stof. Iemand die gebruikt om aan de werkelijkheid te ontsnappen zal een nog sterkere drang voelen om meer en vaker te gaan gebruiken.
• Lichamelijke afhankelijkheid: Lichamelijke afhankelijkheid treed op na het laatste drugsgebruik: het lichaam begint te protesteren en wil meer van de verslavende stof hebben. Dit zijn de bekende ontwenningsverschijnselen die zeer heftig, sterk en akelig kunnen zijn. De gebruiker zal niets anders kunnen dan opnieuw de verslavende stof willen innemen, om maar verlost te zijn van de ontwenningsverschijnselen.

Gevaar gebruik drugs: hersenbeschadiging

Het grootste gevaar van drugsgebruik of het gebruik van verslavende middelen bij opgroeiende kinderen, is blijvende hersenbeschadiging. Verslavende middelen kunnen hersenbeschadiging veroorzaken, zeker bij jongeren, pubers of tieners. Het begruik van cannabis onder jongeren vergroot de kans op schizofrenie. Op de lange termijn kunnen gebruik van verslavende middelen leiden tot psychiatrische of neurologische ziekten, soms zijn ze nog behandelbaar, soms zijn ze chronisch en soms zijn ze met een dodelijke afloop.

Als het kind afhankelijk is geworden aan drugs of aan verslavende middelen

Het is bijzonder moeilijk voor het kind dat verslaafd is geworden aan een drug om toe te geven dat het afhankelijk is geworden aan een verslavende stof. Probeer als ouder de drempel voor het verslaafde kind zo laag mogelijk te houden door het kind niet te veroordelen en je hulp aan te bieden. Hulp om een verslaving te overwinnen is te vinden voor zowel het kind als de ouder van een kind dat verslaafd is bij:

• De drugs infolijn: (0900-1995 0.10 p/min) voor informatie over drugs en hulpverlening, maar tijdens het telefoongesprek is er tevens gelegenheid dat de medewerkers van de Drugs Infolijn meedenken over de situatie. Zowel voor de verslaafde als voor de ouders.
• Zelfhulporganisaties: Hulp bij een drugsverslaving gegeven door ervaringsdeskundigen. Zij geven informatie over drugs en over verslavingen en geven advies. Zij kunnen je in contact brengen met andere ouders van verslaafde kinderen. Voor hulp bij jou in de buurt, bekijk de volgende link: www.zelfhulpverslaving.nl
• De verslavingszorg: Bij een instelling voor verslavingzorg kan zowel je kind als jezelf terecht voor hulp, advies en informatie.

Drugsbeleid overheid

• Voor softdrugs kent Nederland een gedoog regeling met ene grote voorwaarde: softdrugs mogen alleen aan meerderjarigen verkocht worden en niet meer dan 5 gram per keer.
• Voor harddrugs kent Nederland geen gedoog regeling. Verboden zijn de productie en verkoop van harddrugs. Het gebruik van harddrugs is niet verboden, dwz: het gebruik van harddrugs wordt niet vervolgt.

Wat verstaan we onder softdrugs?

Softdrugs zijn allen producten van de hennepplant, de cannabis, en dat zijn:

• Wiet (de bloemtoppen van de hennepplant),
• Hash (de hars van de hennepplant),
• Cannabis.

Wat verstaan we onder harddrugs?

• Cocaïne, gemaakt van de cocaplant,
• Heroïne, gemaakt van de papaver,
• Amfetamine, beter bekend als pepmiddelen of “speed”,
• XTC, officieel MDMA.

Drugsgebruik onder jongeren

Om de vier jaar wordt er in Nederland een onderzoek gedaan naar het gebruik van drugs en verslavende middelen onder de bevolking. Enkele opvallende resultaten:

• Heroïne heeft onder de jongeren het imago een drug te zijn voor “losers,”
• 17% van de jongeren heeft ooit geblowd,
• Jongeren van het VMBO experimenteren meer met XTC dan jongeren van het VWO,
• XTC is met name op dansfeesten een zeer populair gebruikte drug,
• Jongeren in het uitgaanscircuit gebruiken beduidend meer cocaïne,
• Het gebruik van cannabis onder jongeren neemt zeer geleidelijk af,
• Weinig scholieren gebruiken harddrugs,
• Jongeren drinken het liefst alcohol dan dat ze drugs willen gebruiken.