mijn kijk opOver kindermishandeling en kinderverwaarlozing
Er zijn veel artikels en boeken over kindermishandeling en kinderverwaarlozing. In dit artikel zou ik graag mijn visie vertellen op de rol van de maatschappij bij preventie van kindermishandeling en kinderverwaarlozing.
Kindermishandeling en kinderverwaarlozing
Kindermishandeling en kinderverwaarlozing is iets van alle tijden en van alle culturen. Ik schrijf dit artikel naar aanleiding van een ernstig geval van kindermishandeling in juli 2008 in de provincie Antwerpen. Alle gevallen raken mij diep, maar dit geval raakte mij meer omwille van persoonlijke redenen. Er werden allerlei verwijten heen en weer geslingerd en ik bleef me afvragen of dit had voorkomen kunnen worden. Volgens mij kan kindermishandeling en kinderverwaarlozing voorkomen worden. Hierbij heeft de maatschappij een belangrijke rol.
Oorzaken kindermishandeling en verwaarlozing
De oorzaken van kindermishandeling en verwaarlozing zijn divers. Hierbij is het belangrijk om elk geval individueel te bekijken. Een aantal mogelijkhe oorzaken zijn:
- De ouder is zelf slachtoffer geweest als kind.
- Frustraties in het persoonlijk leven van de ouder (werkloosheid, armoede, pesten op het werk, relationele problemen, enz...).
- Negatief zelfbeeld bij de ouder.
- Ontevrede met bepaalde persoonlijkheidskenmerken van het kind (te slordig, te onbeleefd, te ...).
- Onwetendheid: de ouder beseft niet dat wat hij doet verkeerd is.
- Sociale druk: bepaalde personen in het leven van de ouder hebben andere waarden en normen en zetten druk op de ouder om het kind "op te voeden" (het gedrag drastisch bij te sturen).
Slachtoffers en daders
Slachtoffers van kindermishandeling kunnen terecht bij (zelf)hulpgroepen aangepast aan de leeftijd. Ook kan therapie helpen het eigen zelfbeeld om te buigen en het verkeerde wereldbeeld (het beeld dat agressie is toegelaten) bij te sturen en zo het verleden te aanvaarden en een plaats te geven in het eigen leven.
Voor daders zijn er ook mogelijkheden om dit gedrag te doorbreken. Hiervoor verwijs ik naar mijn artikel
Agressief gedrag bij ouders.
De rol van de maatschappij
De rol van de maatschappij bij het voorkomen van kindermishandeling en kinderverwaarlozing situeert zich volgens mij op de volgende 3 domeinen:
- Educatie
- Begeleiding
- Opvang
Hieronder een woordje uitleg over wat ik hiermee bedoel.
Educatie
In veel culturen is (en was) educatie gericht op het voorbereiden van jongeren op hun leven als volwassenen. Hierbij is sociaal onderricht onmisbaar waarbij jongeren leren hoe ze zich horen te gedragen als volwassenen. De jongeren leren dan ook over man/vrouw-relaties en hoe je je als ouder hoort te gedragen. Hoewel je nooit volledig voorbereid bent op een eigen kind, zijn deze jongeren als volwassenen beter voorbereid op deze ingrijpende gebeurtenis.
In onze cultuur is de educatie gericht op het professioneel functioneren van de jongere: de jongere wordt voorbereid om een beroep uit te oefenen. Er wordt weinig aandacht geschonken aan het sociaal functioneren. Onderwerpen zoals sociale interacties, seksuele voorlichting, man/ vrouw-relaties en ouderschap komen slechts oppervlakkig aan bod. De jongeren moeten zelf ontdekken wat je kan verwachten van een duurzame relatie en wat ouderschap juist inhoudt. Veel jongeren halen hun informatie van het Internet of tv of andere media en van leeftijdsgenoten. Zo krijgen ze een vertekend beeld van het leven van volwassenen. Hierdoor zijn ze niet voorbereid op het ouderschap.
Sommige jongeren krijgen hun voorlichting van hun ouders of andere volwassenen, maar er is ook een grote groep dat alles proefondervindelijk ontdekt. Zo wordt de kans op problemen groter. Dit kan voorkomen worden door jongeren (bijvoorbeeld in de laatste jaren van het secundair onderwijs) informatie te geven over bepaalde belangrijke sociale onderwerpen zoals relaties, seksualiteit en ouderschap.
Omdat we in een cultuur leven met veel verschillende subculturen (
een heterogene cultuur) is het moeilijk om voor iedereen te zeggen hoe relaties en ouderschap zijn. Het onderricht kan aangepast worden aan de pedagogische visie van de school, maar het is beter om de jongeren de keuzes aan te reiken door middel van een dialoog. Jongeren zijn in staat om het volwassen leven te begrijpen, maar hiervoor moeten ze eerst de informatie krijgen. Door met hen te praten over deze onderwerpen, vormen ze zich een totaalbeeld over hun leven als volwassene. Naast onderwerpen zoals het gezinsleven bijvoorbeeld, kan tijdens deze opleiding ook aandacht worden geschonken aan attitudevorming (
juist gedrag aanleren) zoals bijvoorbeeld op tijd komen op het werk of omgang met collega's en meerderen of verwachtingen die van de jongere kunnen verwacht worden binnen het beroep dat hij later zal uitoefenen. Zo worden ook problemen op de werkvloer vermeden wat leidt tot minder druk op het gezinsleven en dus een beter klimaat creëert binnen het gezin.
Om dit te bereiken, zal het onderwijssysteem aangepast moeten worden. Veel vakken die je als volwassene niet gebruikt, kunnen opzij geschoven worden voor deze belangrijke levenslessen. De "overbodige" vakken kunnen eventueel als keuzevakken worden aangeboden. Voor mogelijke aanpassingen binnen het onderwijs verwijs ik naar mijn artikel
Terug naar praktijkgericht onderwijs.
Specifiek over ouderschap zou de jongere tijdens de "levenslessen" kunnen kennismaken met enkele vraagstukken rond zwangerschap, geboorte en opvoeding. De belangrijkste pedagogische vraagstukken zouden kort geschetst kunnen worden zodat de jongere weet wat hij kan verwachten. Veel volwassenen beginnen aan kinderen zonder dat ze weten welke problemen ze kunnen tegenkomen (zoals bijvoorbeeld peuterpuberteit). Deze problemen kunnen tot frustratie leiden (en twijfelen aan zichzelf) wat de deur opent naar mishandeling en verwaarlozing van het "mislukt" kind.
Begeleiding
Tijdens de zwangerschap wordt de nadruk gelegd op de belevenis van de zwangerschap. Veel boeken over zwangerschap bijvoorbeeld stoppen bij de bevalling. Hierna moet de ouder zelf uitzoeken hoe het nu moet. Er zijn ook prenatale cursussen die informatie geven tot de eerste levensjaar, maar daarna moet je weer zelf uitzoeken wat je juist moet doen. Je kan naar een consultatiebureau gaan, maar dit is voornamelijk medisch gericht (vaccinaties ed). Met vragen over opvoeding moet je zelf gericht hulp zoeken.
Grootouders en andere ervaringsdeskundigen kunnen wel helpen, maar vaak hebben zij zelf ook moeten uitzoeken wat ze moesten doen en weten ze eigenlijk ook niet wat de juiste reactie is bij sommige problemen. Jonge ouders zoeken daarom vaak steun bij andere jonge ouders en proberen zelf met vallen en opstaan hun kind op te voeden. Als het niet lukt, raken ze gefrustreerd met allerlei negatieve gevolgen voor het kind. Bij de mogelijke reacties zitten soms ook een aantal pedagogisch niet verantwoordde reacties die wel tijdelijk resultaat leveren, zoals bijvoorbeeld het slaan van kinderen.
Ook zijn er ouders die zich van geen kwaad bewust zijn en hun kind dus onopzettelijk schade berokkenen. Een voorbeeld hiervan zijn ouders die hun kind op zeer jonge leeftijd met de papfles cola te drinken geven of ouders die hun kind laten uithuilen tot het kind er schade aan ondervindt of ouders die te laat medische hulp inroepen bij problemen of ... . Ze doen dit niet om hun kind te verwaarlozen of te mishandelen, maar doen dit omdat ze niet anders weten.
Om alle bovenstaande redenen is begeleiding zeer belangrijk. Jonge ouders moeten de kans krijgen hun ouderinstinct te (her)vinden. Ze moeten een vertrouwenspersoon hebben waar ze terecht kunnen met vragen en problemen. Deze persoon kan dan ook bijsturen bij problemen en zo kindermishandeling en verwaarlozing voorkomen.
Een mogelijkheid zou zijn consultatiebureau's uit te breiden en te verplichten. Dit vind ik echter geen goed idee. Er zijn inderdaad ouders die hun kinderen mishandelen of verwaarlozen en uit schrik niet naar de consultatiebureau's gaan, maar er zijn ook ouders die niet naar de consultatiebureau's gaan om andere redenen en liever zelf naar hun huisarts gaan voor de opvolging van hun kind. Bovendien zijn er veel gevallen van kindermishandeling of verwaarlozing door ouders die wel naar een consulatiebureau gingen. Doordat deze ouders de problemen konden verdoezelen, werd de mishandeling of verwaarlozing veel te laat ontdekt.
Ook de visie van Kind & Gezin komt niet overeen met de visie van sommige ouders. Het gegeven pedagogisch advies komt bijvoorbeeld niet altijd overeen met Attachment Parenting, waardoor deze ouders (voor hen) verkeerd advies zouden krijgen of in de kou staan (en bestempeld als potentiële kindermishandelaars omdat ze hun kinderen anders opvoeden). Zo zijn er nog andere specifieke gevallen waarbij ouders niet de juiste steun vinden bij een consultatiebureau.
De keuze van begeleiding zou vrij moeten zijn, maar toegankelijk voor alle jonge ouders. Hierbij zou er plaats moeten zijn voor dialoog om het ouderinstinct aan te wakkeren in plaats van het uiterlijk gedrag van de ouder bij te sturen. Zo weet de ouder zelf in elke situatie hoe hij moet reageren. Doordat de ouder ook sterker staat in zijn schoenen, raakt hij minder snel gefrustreerd en begrijpt hij het gedrag van zijn kind beter. Hierdoor is de kans op mishandeling of verwaarlozing kleiner.
Opvang
Daders van kindermishandeling of verwaarlozing worden vaak gestigmatiseerd: ze dragen dit feit voor de rest van hun leven mee en worden hierop beoordeeld. Kindermishandeling of verwaarlozing is niet goed te praten, maar deze mensen zouden een kans moeten krijgen hun leven te herpakken en richting te geven. De agressie (of passiviteit in geval van verwaarlozing) moet aangepakt worden om het probleem op te lossen. Anders duikt het op een andere manier op.
Hiervoor is opvang van daders van mishandeling en verwaarlozing onmisbaar. Ze moeten hun verhaal kunnen doen zonder veroordeeld te worden en de juiste begeleiding krijgen om de gevolgen van hun daad te zien en te herstellen. Zo wordt mishandeling en verwaarlozing in de toekomst voorkomen.
Ook opvang voor slachtoffers is onmisbaar. Enkel in ernstige gevallen moet een slachtoffer afgezonderd worden van de dader. In de meeste gevallen is het volgens mij heilzaam om dader en slachtoffer samen te behandelen en beiden een juiste omgang met elkaar aan te leren. Hierbij is empathie belangrijk (even door de ogen van de ander naar een gebeuren kijken zonder zichzelf te verliezen in de ander).
Tot slot
Er moet veel gebeuren om kindermishandeling en verwaarlozing te voorkomen. Het bovenstaande is een stap in de goede richting. Hiernaast is de reactie van de gemeenschap belangrijk: als mensen negatief reageren op kindermishandeling of verwaarlozing zal het ook minder vaak voorkomen (helaas zal het dan achter gesloten deuren gebeuren zonder waarnemers). De negatieve reactie mag echter niet op de persoon van de dader gericht zijn, maar wel op het gedrag van de dader. Door de dader af te kraken, bereik je enkel meer frustratie (en agressie of passiviteit) bij de dader. Het gedrag afkeuren en de dader een helpende hand aanreiken (zonder het slachtoffer te vergeten) lost vaak het probleem op.
Bij vermoeden van mishandeling of verwaarlozing is het belangrijk om snel te handelen. De dader confronteren kan in sommige gevallen leiden tot afreageren op het slachtoffer. Daarom is het belangrijk om officiële instanties in te lichten of professionelen in te schakelen.
Naast de bovenstaande oplossingen om kindermishandeling en verwaarlozing te voorkomen, mogen ook de maatschappelijke problemen zoals hoge werkloosheidsgraad bijvoorbeeld niet vergeten. Zolang er externe druk op het gezin staat, is de kans op kindermishandeling en verwaarlozing zeer groot. Door deze problemen aan te pakken, onstaat er een aangenamer klimaat voor iedereen.