Hoe ga je om met een boos kind?
We zien onze kinderen graag gelukkig. Een kind dat boos is, past niet bepaald binnen dit plaatje. Het is alleen wel iets wat erbij hoort. Waarom worden kinderen boos en wat kunnen de gevolgen zijn als het zich niet mag uiten? Welke boodschap zend je dan als ouder uit? Tot slot het allerbelangrijkste. Hoe ga je op een goede manier met je kind om als het boos is of een woedeaanval heeft?
Welke boodschap geven we onze kinderen mee?
Mensen accepteren boosheid over het algemeen niet. Een voorbeeld hiervan is het volgende gesprek tussen een meisje en haar ouders: “Nu ben ik lief, hè?” zei het meisje van een jaar of 2 dat op de nek van haar vader zat. “Ja, nu ben je lief”, bevestigde haar moeder. “Kon je dat maar altijd zijn. Dat zou fijn zijn.” “En als je boos bent, ben je gewoon stil”, voegde haar vader daar zachtjes aan toe.” Het meisje zei vervolgens niets meer. De boodschap is duidelijk; als je boos bent, ben je niet lief. En als je toch boos bent, dan mag je dat niet uiten. Boosheid roept negatieve associaties op. Het is dus niet zo gek dat deze ouders zo reageerden.
Boosheid heeft een functie
Terwijl boos zijn een hele gewone emotie is die iedereen weleens ervaart. Een woedeaanval kan voor kinderen een vorm van communiceren zijn. Zo geven ze aan dat er iets mis is. Als je je dat realiseert, kun je er op een goede manier mee omgaan en hen hierin begeleiden. Door boos te worden, probeert een kind iets negatiefs te voorkomen. Het geeft daarmee zijn grens aan. Ook kan het zijn dat het gefrustreerd is over iets, dat het overprikkeld is of verdrietig. Door een driftbui ontlaadt het kind zich. Zou het dat niet doen, dan kan het gevoelens op gaan kroppen en daar op den duur last van krijgen in de vorm van bijvoorbeeld stress, een laag zelfbeeld of somberheid. Je boosheid toelaten en er op een gezonde manier mee omgaan, kan zelfs helpen om stress of dagelijkse moeilijkheden beter te hanteren. Het beste is om het kind zijn boosheid niet te ontzeggen, maar wel uit te leggen dat boosheid niet op een manier geuit hoeft te worden waardoor het anderen pijn doet.
Vaardigheden ontwikkelen
Het liefst willen we dat kinderen het ons vertellen als hen iets dwars zit en dat het niet tot een uitbarsting hoeft te komen.
Net als bij volwassenen, is het ene kind sneller ontvlambaar dan het andere kind. Hoe ga jij om met boosheid? Ben je iemand die makkelijk tot 10 kan tellen als iets niet lukt of ben je snel aan het schelden? Jij bent hun voorbeeld. Dat betekent dus ook dat je zelf vertelt als je iets niet leuk vindt en niet ineens ontploft als je kind bijvoorbeeld boos is of niet luistert. Het is een kwestie van voordoen. Door hen deze vaardigheden te leren, kunnen ze later ook beter met moeilijke situaties omgaan.
Hoe pak je dat aan?
Is je kind heel boos en heeft het een woedeaanval? Dan kun je bijvoorbeeld zeggen dat je ziet dat het erg boos is. Dat je het beter kunt helpen als het rustig uitlegt wat er is. Het is belangrijk om te vragen waar de boosheid vandaan komt en daarover te praten met je kind. Luister met aandacht. Probeer je in hem te verplaatsen. Hoe zou jij je voelen als je in zijn schoenen zou staan? Een kind heeft niet de woordenschat van een volwassene en kan bepaalde gevoelens niet altijd goed onder woorden brengen.
Accepteer zowel de positieve als negatieve emoties, zonder het kind het gevoel te geven dat zijn gevoelens verkeerd zijn of dat het zich ervoor moet schamen. Wat het voelt is niet goed of fout, maar gewoon hoe het is. Door dat te erkennen, neem je het kind serieus; het mag zijn wie het is en hoeft zich niet aan te passen aan anderen ten koste van zichzelf om aardig gevonden te worden. In sommige gevallen kom je er zelf niet uit. Een
kindercoach kan jou en je kind dan helpen om de stappen te zetten die nodig zijn. Dit doet hij niet alleen door te praten, maar ook door spel- en creatieve werkvormen in te zetten. Het doel is dat het kind leert hoe het zelf om kan gaan met datgene waar het last van heeft.