Het geven van borstvoeding in de prakijk
Na de geboorte sta je direct voor een belangrijke keuze: gaat jouw baby met de borst of fles gevoed worden? Veel vrouwen vinden het een fijn en veilig idee om de baby borstvoeding te geven. Je kunt jouw kindje zo echt leren kennen. Echter moet er ook rekening gehouden worden met de minder fijne kanten van het voeden. Borstvoeding komt namelijk niet zomaar op gang en zowel jij als de baby zullen in het begin aanwijzingen nodig hebben om te leren voeden. Hoe leg je een baby bij jezelf aan en waar moet je op letten bij het geven van borstvoeding?
Hoe komt de borstvoeding op gang?
Er wordt aangeraden om de baby binnen een uur na de geboorte aan de borst te leggen. Op deze manier krijgen de borsten een seintje dat ze melk moeten gaan maken. De eerste paar dagen wordt de baby om de twee uur aangelegd. Er komt dan nog geen melk uit, maar colostrum. Dit is een soort geelachtige vloeistof. Het bevat veel antistoffen, maar nog weinig vetten en suikers. De baby wordt om de twee uur aangelegd om de productie zo goed en snel mogelijk op gang te brengen. Dit moet ook 's nachts gebeuren, zodat het niet kan afzwakken.
Na een paar dagen komt de echte moedermelk op gang. Dit ziet er uit als gewone melk. In het begin krijgt de moeder stuwing. Dit is erg pijnlijk, de borsten lopen dan vol met melk. De borsten voelen hard en pijnlijk aan. Het enige wat helpt is om de baby te laten drinken. Na een paar dagen heeft de melkproductie zich aangepast aan de drinkbehoefte van de kleine. De stuwing zal dan afnemen en uiteindelijk helemaal weg gaan.
Hoe leg je de baby aan?
De baby kan op verschillende manieren worden vastgehouden. De meest gebruikte manier is om zelf te zitten en de baby met zijn buik tegen je buik aan te houden met zijn gezichtje voor je borst. Een andere manier is om op je zij te liggen en de baby naast je op zijn zij neer te leggen, ook met zijn gezicht voor je borst.
Om de baby goed te laten drinken, moet hij een grote hap maken om de tepel te pakken te krijgen. Wanneer de kleine niet zelf zijn mondje open doet, houdt dan zijn neusje bij de tepel. Wanneer de baby de mond open doet, duw dan zijn gezicht tegen je tepel aan zodat hij hem helemaal in zijn mond heeft. Heel de tepel en een deel van het tepelhof moeten volledig in zijn mond zitten. De baby trekt de tepel als het ware vacuüm. Wanneer de baby de tepel niet goed heeft, zal de tepel losschieten of kunnen er tepelkloven ontstaan. Dit zijn een soort pijnlijke korstjes.
Hoe drinkt de baby?
De baby zuigt niet zoals vaak wordt gedacht. Hij masseert met zijn kinnetje het tepelhof. Hierdoor schiet de melk los en stroomt het er als het ware uit. De baby hoeft dan alleen maar te slikken. Je hoort dat de baby slikt aan het geklok. Wanneer je dat geklok blijft horen, komt er nog melk uit. Als de borst bijna leeg is, moet de baby een paar keer slikken voor je het geklok hoort. Hij moet moeite doen om het laatste beetje er uit te krijgen.
Er wordt ook vaak gedacht dat er maar uit één gat melk komt. Dit is niet waar. De melk komt uit verschillende gaten van de tepel. Uit sommige gaten spuit een straal wat dunnere melk. Uit andere druppelt wat dikkere vettere melk.
Voeden op verzoek
De eerste paar dagen moet de baby om de twee uur drinken om de productie op gang te brengen. Na een paar uur mag hier al drie uur tussen zitten. Wanneer de borstvoeding goed gaat, kan er worden gevoed op verzoek. Dit houdt in dat de moeder de baby eten geeft wanneer hij zelf aangeeft honger te hebben. Over het algemeen is dit tussen de twee en vier uur.
De eerste paar maanden heeft de baby genoeg aan één borst. Wanneer de baby dan nog honger heeft, mag hij ook nog van de andere borst drinken. Dit heet dan het toetje. Wissel de borsten af met voeden. Voed bijvoorbeeld de ene keer met links en begin dan de volgende keer dat de baby honger heeft met rechts. Wanneer de baby ouder wordt, heeft hij aan één borst niet meer genoeg. Hij wil dan van beide borsten drinken. Er zit dan meestal wel drie á vier uur tussen het voeden. Luister naar wat de baby aangeeft. Het is niet erg om de ene keer meer of minder te geven. De baby geeft zelf aan of hij nog honger heeft of niet.
Problemen met borstvoeding
Tijdens het geven van borstvoedingen kunnen probleem ontstaan zoals:
Pijnlijke tepels
Wanneer de baby niet goed wordt aangelegd kunnen er pijnlijke tepels ontstaan. Bij tepelkloven zitten er een soort korstjes op de tepels. Een tip is om de tepels met colostrum of moedermelk in te smeren, dit verzacht de tepel. Doet de tepel echt teveel pijn, dan kunnen er tepelhoedjes worden gebruikt. Dit zijn een soort dopjes dit op de tepel worden gezet als de baby drinkt.
Te weinig voeding
Sommige moeders hebben te weinig voeding. Om de melkproductie toch op gang te brengen moeten ze zoveel mogelijk rust nemen en de baby zoveel mogelijk aanleggen. Wanneer de baby nog steeds honger heeft kan er worden afgewisseld met de fles.
Teveel voeding
Andere moeders hebben juist teveel voeding. Ze blijven stuwing houden waardoor de borsten hard zijn en de baby moeilijk kan drinken. Een deel afkolven is dan een oplossing.
Extra tips bij het geven van borstvoeding
- In borstvoeding zit geen vitamine K en vitamine D. Deze heeft de baby wel nodig, dus dat moet zelf worden gegeven. Dit zijn allebei druppeltjes en zijn te koop bij apotheek of drogist
- Onthoud dat als de baby aan de ene borst drinkt, de melk er bij de andere borst uitloopt. Houd een doek of een washandje tussen je baby zodat niet alles nat wordt.
- Wanneer de baby 's nachts langer gaat slapen, lopen de borsten wel gewoon vol. Als het echt te pijnlijk is, kolf ze dan af. Draag 's nachts ook zoogcompressen, voor het geval ze gaan lekken.
Lees verder