Inburgeringsexamen: inburgeren om te blijven
Na een tijd in Nederland te hebben gewoond, kun je ervoor kiezen om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, langdurige ingezetene of voortgezet verblijf aan te vragen. Je moet dan wel eerst het inburgeringsexamen hebben gehaald. Inburgeren is een van de voorwaarden om permanent in Nederland te kunnen blijven.
Wet inburgering
Op 1 januari 2007 trad de Wet inburgering in werking. Deze wet verwacht van iedere vreemdeling die in Nederland woont dat hij zich inburgert. Iedereen met een verblijfsvergunning moet hiermee voldoende kennis krijgen van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving. Vanaf januari 2010 is het halen van het inburgeringsexamen ook als voorwaarde gekoppeld aan twee verblijfsvergunningen, namelijk de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (inclusief EU langdurig ingezetenen) en die van voortgezet verblijf (humanitair niet-tijdelijk).
Het inburgeringsexamen is op niveau A2. Viel het inburgeringsexamen tot 2013 nog onder de verantwoordelijkheid van de plaatselijke gemeente; vanaf 1 januari 2013 is Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) de instantie die zorgdraagt voor de Wet inburgering.
Inburgeringsplichting vóór of na 1 januari 2013
De Wet inburgering is op 1 januari 2013 veranderd. Dat betekent dat voor iedereen die na 31 december 2012 een verblijfsvergunning heeft verkregen deze wijziging van toepassing is. Heeft iemand vanaf 1 januari 2013 een verblijfsvergunning voor een niet-tijdelijk verblijfsdoel, dan is die persoon verplicht om het inburgeringsexamen te halen binnen 3 jaar. Doet iemand dit niet, dan is het mogelijk dat hij zijn verblijfsvergunning om die reden kwijtraakt of een boete krijgt opgelegd. Dit laatste kan DUO doen.
Het gaat om de volgende type verblijfsvergunningen:
- Gezinshereniging
- Het verrichten van arbeid als geestelijk bedienaar
- Wedertoelating
- Voortgezet verblijf
- Verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene, of
- Verblijfsrecht op grond van artikel 3.4, derde lid, Vreemdelingen besluit, als dit niet-tijdelijk is
DUO
Iedereen die zich vanaf 1 januari 2013 in Nederland vestigt, is ook zelf verantwoordelijk om de inburgering te regelen. DUO handhaaft dit. Voor 1 januari 2013 lag deze taak bij de gemeenten. Dit blijft zo voor iedereen die voor die datum inburgeringsplichtig was. Iedereen die na deze datum inburgeringsplichtig wordt of is geworden kan zich tot DUO wenden. DUO is daarnaast verantwoordelijk voor de examens en de leningen die horen bij het inburgeringstraject. Dit betekent dat iedereen bij DUO zich aanmeldt voor het examen, maar ook betaalt of eventueel een lening aanvraagt bij DUO om het inburgeringsprogramma te kunnen volgen.
Inburgering oude stijl en nieuwe stijl
Met de wetswijziging is ook het inburgeringsexamen veranderd. Daarbij is per 1 januari 2015 ook nog het inburgeringsexamen uitgebreid met het onderdeel 'Oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt'. Op deze manier zijn er nu dus 3 verschillende inburgeringsdiploma's. Het onderscheid wordt wel genoemd 'oude stijl' :diploma's van voor 1 januari 2013 en 'nieuwe stijl': diploma's vanaf 1 januari 2013 plus vanaf 1 januari 2015.
Het inburgeringsexamen vóór 1 januari 2013 (oude stijl)
Het inburgeringsexamen 'oude stijl' had twee onderdelen: een praktijkonderdeel en een centraal onderdeel.
Het praktijkdeel demonstreert hoe goed iemand de Nederlandse samenleving kent, de taal spreekt en schrijft aan de hand van drie opties:
- Verzamelen van twintig bewijzen (portfolio) en een afsluitend panelgesprek, of
- Nadoen van vier situaties uit de praktijk (assessments), of
- Een combinatie van hierboven: verzamelen van 10 bewijzen (portfolio) en nadoen van twee situaties uit de praktijk (assessments).
Het centrale examen bestaat uit drie onderdelen:
- Kennis van de Nederlandse samenleving.
- Toets Gesproken Nederlands.
- Elektronisch praktijkexamen.
Het inburgeringsexamen na 31 december 2012 (nieuwe stijl)
Het nieuwe inburgeringsexamen heeft het praktijkexamen en het elektronisch praktijkexamen vervangen voor drie nieuwe examens: de vaardigheden lezen, luisteren en schrijven in de Nederlandse taal op niveau A2. Dit komt nu samen met:
- Toets gesproken Nederlands
- Kennis Nederlandse samenleving
De onderdelen lezen, luisteren, spreken (TGN) en KNS worden afgenomen via de computer. Het onderdeel schrijven wordt schriftelijk afgelegd.
Per 1 januari 2015 is het Inburgeringsexamen uitgebreid met het onderdeel oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Het inburgeringsexamen vanaf 1 januari 2015
Vanaf 1 januari 2015 ziet het inburgeringsexamen er als volgt uit:
- Mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal: leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid.
- Kennis van de Nederlandse samenleving: kennis van de Nederlandse maatschappij en oriëntatie op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Wie met een verblijfsvergunning in Nederland woont, krijgt een uitnodiging om verplicht deel te nemen aan het inburgeringstraject. Binnen 3 jaar moet dit zijn afgerond.
Ook moet het inburgeringsexamen zijn gehaald om twee verblijfsvergunningen aan te kunnen vragen:
- Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (asiel of regulier)
- verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf
Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en EU verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen
Een eerste verblijfsvergunning wordt altijd afgegeven voor een bepaalde tijd, bijvoorbeeld voor zolang een arbeidscontract duurt, voor een jaar, of voor vijf jaar.
Na in ieder geval vijf jaar met een verblijfsvergunning in Nederland te hebben gewoond, kan iemand zich ook permanent in Nederland vestigen. Het is dan mogelijk om bijvoorbeeld een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan te vragen. Dit kan nadat iemand eerst vijf jaar met een asielvergunning in Nederland heeft gewoond, of bijvoorbeeld om reguliere redenen, bij verblijf bij een partner of voor werk. Wanneer iemand deze vergunning aanvraagt, wordt eerst gekeken of die persoon ook in aanmerking komt voor een EU verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen. Dit is ook een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Alleen met deze verblijfsvergunning is het makkelijker om eventueel in een ander EU lidstaat te gaan wonen. Uiteraard moet dan eerst nog wel aan de voorwaarden worden voldaan die gelden in dat andere EU land.
Als blijkt dat iemand niet voldoet aan de voorwaarden voor de status van EU langdurig ingezetene, dan wordt getoetst aan de voorwaarden voor een nationale verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. In beide gevallen moet iemand voldoende ingeburgerd zijn om in Nederland te blijven. Het inburgeringsexamen moet zijn gehaald.
Voortgezet verblijf / humanitair niet-tijdelijk
Als iemand naar Nederland komt om met hun partner of echtgeno(o)t(e) te gaan wonen, kan men na vijf jaar samenwoning een zelfstandige verblijfsvergunning aanvragen. voor een kind kan dit na een jaar. Vanaf dan is het verblijfsrecht niet meer afhankelijk van degene met wie de vreemdeling samenwoont of heeft samengewoond. Deze verblijfsvergunning noemt men een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf. Dit type verblijfsvergunning valt onder de noemer 'humanitair niet-tijdelijk'.
Vrijstellingen
Niet iedereen hoeft het inburgeringsexamen te halen. Er zijn vrijstellingen. Uitgezonderd van het examen zijn personen die:
- 65 jaar of ouder zijn;
- jonger dan 18 jaar zijn;
- de Belgische of Luxemburgse nationaliteit hebben;
- tussen hun 5e en 16e jaar in Nederland hebben gewoond; of
- die personen die een diploma, certifcaat of ander document hebben wat hen vrijstelt van het inburgeringsexamen
Bij deze laatste groep gaat het onder meer om de volgende diploma's, certificaten of documenten:
- Een Nederlands diploma van de universiteit, HBO, algemeen voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of leerlingwezen
- Een Belgisch diploma van de universiteit, HBO, algemeen voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of leerlingwezen met een voldoende voor Nederlands
- Een Surinaams diploma van de universiteit, HBO, algemeen voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of leerlingwezen met een voldoende voor Nederlands
- Een diploma in de Nederlandse taal gehaald in de Nederlandse Antillen of Aruba met een voldoende voor Nederlands
- Een diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school met een voldoende voor Nederlands
- Het staatsexamen Nederlands als tweede taal
- Het certificaat Nieuwkomers met de verklaring van het ROC
- Het certificaat inburgering Oudkomers
Ontheffing
Naast vrijstelling is het ook mogelijk om ontheffing te krijgen van het inburgeringsexamen.
Een ontheffing is allereerst mogelijk om medische redenen. Als de inburgeringsplichtige aantoont dat hij door psychische of lichamelijke redenen het examen niet kan halen, kan hij/zij door de gemeente worden ontheven van het inburgeringsvereiste. De gemeente wijst een arts aan die de persoon zal onderzoeken en een medisch oordeel zal geven.
Ook zijn er mensen die na zoveel pogingen maar niet kunnen slagen voor het examen.
Medische ontheffing
Als iemand een psychische, lichamelijke en/of verstandelijke handicap heeft en daardoor het examen niet kan doen, kan hiervan worden ontheven. Voor een ontheffing om een medische reden moet eerst een arts de persoon medisch keuren. Dit is niet de huisarts, maar een arts van Argonaut. Deze arts brengt een medisch advies uit op basis waarvan de IND kan besluiten de persoon in kwestie een ontheffing te bieden voor wat betreft het inburgeringsexamen.
Ontheffing na verschillende tevergeefse pogingen
Soms kan iemand keer op keer hebben geprobeerd om het examen af te leggen, maar lukt het maar niet hiervoor te slagen. Een ontheffing is dan mogelijk als ondanks geleverde inspanningen niet (meer) kan worden verwacht dat iemand het inburgeringsexamen haalt. Dit kan worden aangetoond door een advies van DUO of een ontheffingsbeschikking van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.