mijn kijk opTutoyeren in het onderwijs
Al jarenlang gaat de discussie in onderwijswereld voort. Hoe spreken we de juf of meester aan. Bij de voornaam, de achternaam, met je of u? Nog steeds zijn veel scholen er niet helemaal uit. Hoe ik er over denk, leest u hier.
Vroeger
Als we flink wat jaren terug in de tijd gaan, pak ‘m beet zo’n 200 jaar, zien we dat de relatie tussen leerling en leerkracht heel anders is dan dat we tegenwoordig gewend zijn. De klassen waren groter, met 60 kinderen in een lokaal was de normaalste zaak van de wereld. Daarnaast waren er veelal meesters op school. Er waren hoofdmeesters en ondermeesters, zoiets wat wij tegenwoordig klassenassistent of onderwijsassistent noemen. De klas werd in het gareel gehouden door de hoofdmeester, een man die zich niet liet afschrikken door 60 kleine kinderen. Er was een denkbeeldige regel in de klas en die zei: “De hoofdmeester heeft altijd gelijk, zo niet het geval? Dan luister je naar de ondermeester die vindt dat de hoofdmeester altijd gelijk heeft”.
De omgang tussen leerkracht en leerling was zacht gezegd kil. Het kind deed was de meester van hem verwachtte en zo niet stonden daar een aantal flinke klappen tegenover. Een hele grove manier om het kind respect te laten tonen, of anders gezegd, bang te maken voor de leerkracht. Het was dan ook gewenst voor zowel kinderen als ouders om de meester bij zijn achternaam te noemen of meneer te zeggen en een zekere achting voor de man te hebben.
Tegenwoordig
Gelukkig hoeven we tegenwoordig kinderen niet meer te slaan om hun aandacht, respect of angst te krijgen. Het aanspreken van de leerkrachten is in de jaren dan ook flink veranderd.
De meeste jonge leraren en leraressen van tegenwoordig komen zelf uit de tijd waarin zijn op school de juf of meester aanspraken met de achternaam. Vaak kwam dat ook zo omdat deze leerkrachten vaak al wat ouder waren en je die ook niet zo heel gemakkelijk bij de voornaam zou aanspreken.
Tegenwoordig zijn leerkracht die net van de Pedagogische Academie voor Basis Onderwijs, kort gezegd de PABO, afkomen tussen de 21 en de 25 jaar oud. Veel van hen zijn pas net bezig met het volwassen worden. Daarbij voelen ze zich nog jong en is het daardoor komt het vaak voor dat zij zich niet prettig voelen om met meneer of mevrouw aangesproken te worden. Dat is toch immers voor oude mensen?
Door de vergrijzing in Nederland zien we ook dat op scholen een ondertussen een verjonging plaatsvindt. Veel scholen hebben een vrij ‘jong’ team dat zich vaak niet geheel op het gemak voelt bij de oude regels van jaren terug.
Het aanspreken van juf of meester
Je ziet op veel scholen waar nog een ‘oud’ zit, de leerkrachten vaak nog met hun achternaam worden aangesproken. Bijvoorbeeld Juf(frouw) de Groot en Meester (of Meneer) Pieters. Op scholen waar al veel verjonging plaatsvindt, zien we de ontwikkeling dat juffen en meesters zich bij de voornaam laten aanspreken.
Deze laatste ontwikkeling roept veel tegenstand over zich uit. De oude garde vindt dat kinderen het respect verliezen voor hun leerkracht zodra ze mogen tutoyeren en de voornaam gebruiken. Daarnaast zou de ‘scheiding tussen leerling en leerkracht’ te klein worden.
Met deze mensen ben ik het absoluut niet eens. Tegenwoordig wordt van leerkrachten verwacht dat ze er zijn voor de leerlingen. Ze moeten de leerlingen een veilig gevoel geven in de klas en klaarstaan voor hun problemen. Kinderen zullen zich pas veilig en vertrouwd gaan voelen in de klas als ze weten dat de juf of meester naast leerkracht ook een maatje kan zijn die je kan helpen in een moeilijke tijd. Natuurlijk zou het in dit geval geen verschil mogen maken of de leerkracht zich bij de voor- dan wel de achternaam laat noemen. Hoe dan ook moet je het kind ten alle tijden proberen te helpen.
Mijns inziens maakt het niet veel uit of de leerkracht zich bij de voor- of achternaam laat aanspreken. Wanneer de leerkracht aan het kind kan laten voelen en zien dat hij of zij te vertrouwen is en hulp biedt waar nodig, zal het kind altijd respect hebben voor de leerkracht. Ik denk dat het woordje juf of meester voor je naam voldoende doet voor kinderen. Ze weten echt wel dat de leerkracht boven hen staat en dat ze moeten proberen zo goed als mogelijk te luisteren naar de leerkracht. Als leerkracht mag je juist trots zijn als de leerling jou juf of meester noemt. Dat toont aanzien van kinderen.
Natuurlijk moet een kind weten waar jij de lijn trekt als het gaan om formaliteiten. Daarom is het belangrijk dat je je grenzen duidelijk laat zien. Ben je het niet eens met de manier waarop een kind jou aanspreek, geef dat dan meteen aan. Kinderen moeten ook leren in dit proces, want ook het opbouwen van respect gaat niet over een nacht ijs. Samen een band opbouwen om een leuk schooljaar te hebben in goede en slechte tijden is het belangrijkste.