Je kind leren rekenen met dagelijkse bezigheden
Rekenen mag dan niet iedereen’s sterke punt zijn, maar we kunnen het allemaal. Je kunt je kind een goede basis geven door al vroeg te beginnen met oefenen. En dan niet uit boekjes met sommen en getallen, maar gewoon vanuit dagelijkse situaties en bezigheden.
Rekenen is belangrijk in het dagelijks leven
Het is belangrijk dat een kind van jongs af aan al leert rekenen, aangezien ze het de rest van hun leven zullen gebruiken in het dagelijkse leven. Denk maar aan het betalen in een winkel, het meten van objecten (past een meubelstuk wel in je woonkamer of hoeveel verf is nodig om die ene muur te verven), en ook afstanden berekenen (hoelang doe ik erover om van A naar B te komen?).
Wiskundeknobbel nodig?
Iedereen kan leren rekenen (al is het voor de één wel moeilijker dan voor de ander natuurlijk), en hangt een en ander eerder af van bepaalde factoren dan van het hebben van een wiskundeknobbel. Je kunt dan denken aan het rekenonderwijs dat ze op school krijgen of wat ze van hun omgeving en familie oppikken dat te maken heeft met rekenen. Een kind dat bijvoorbeeld ouders heeft met een eigen bedrijf zal waarnemen dat zij hun eigen administratie bijhouden en dus ook rekenen. Hier kunnen ze wat van oppikken. Ook kent rekenen c.q. wiskunde verschillende kanten, waarbij het één meer gespecialiseerd is in het pure uitrekenen van sommen, en het ander meer gericht is op logisch nadenken. Het kan daarom zijn dat je kind misschien niet goed is in logisch nadenken maar wel heel goed met getallen kan rekenen of andersom. Beiden zijn handig voor weer andere beroepsvaardigheden later.
Invloed van de ouders
Kinderen krijgen op school natuurlijk al rekenonderwijs, maar ook ouders spelen een belangrijke rol hierbij. Een goede samenwerking tussen de school en ouders is daarbij belangrijk. Vaak hebben scholen bijvoorbeeld nieuwsbrieven waar in wordt geschreven wat er op school maar ook in de klas gaande is. Hierop kun je dan inspelen. Vraag tijdens een oudergesprek eens wat er op dat moment nu speelt qua taal- en rekengebied. Een leerkracht kan je altijd tips en aanwijzingen en zelfs materiaal geven zodat je een overzicht hebt waar je kind qua rekenen mee bezig is. Zo weet je ook waar je mee zou kunnen oefenen. Kan je kind bijvoorbeeld tot vijf tellen, laat hem/haar dan eens tellen hoeveel bomen er op het plein staan, of hoeveel auto’s er voor het huis staan.
Je kinderen een goede basis geven
Misschien vond je rekenen en wiskunde vroeger maar moeilijk, saai en niet leuk, ongeacht of je er wel of niet goed in was. Dit wil echter niet zeggen dat je kind deze mening deelt of zal delen, iedereen is hier anders in. Je wil namelijk wel voorkomen dat je kind jouw mening gaat overnemen en zo negatief wordt beïnvloed. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer ouders positief zijn over het leren van bijvoorbeeld rekenen, taal en alles wat eromheen zit en ook over de school in het algemeen, een kind deze mening eerder zal delen en zelf ook positiever tegenover deze dingen gaat staan en zich eerder voor iets zal gaan inspannen. Een andere goede basis is om je kind te leren vertrouwen te hebben in de omgeving en ook in zichzelf. Dit vertrouwen kun je overbrengen door zelf ook rustig te blijven en niet in paniek raken als iets niet goed zou gaan. Als je kind iets nieuws leert, dan zal dit niet meteen met honderd procent vertrouwen en zekerheid goed gaan. Nieuwe dingen kunnen je namelijk onzeker maken. Ga er dan rustig met je kind voor zitten en praat over eventuele obstakels en problemen en beantwoord vragen die je kind heeft. Leer hem/haar dat fouten maken bij iedereen gebeurt en dat je veel dingen moet leren met vallen en opstaan. Laat ze vooral niet opgeven, want de aanhouder wint! Besteed daarnaast voldoende tijd en aandacht aan hoe het je kind vergaan is op school, zowel met wat er geleerd is als op sociaal gebied. Sociale vaardigheden zijn hierbij ook van invloed op leerprestaties. Een gelukkig kind zal het doorgaans beter op school doen dan een ongelukkig kind. Als je kind eenmaal doorheeft dat je geïnteresseerd bent in wat hij/zij op school doet en leert, dan zal je kind ook beter opletten in de klas en je erover vertellen als hij/zij thuiskomt
Oefenen met rekenen in het dagelijkse leven
Rekenen gebeurt niet alleen op school, maar in het dagelijkse leven. Hier kun je handig gebruik van maken. Hieronder een aantal voorbeelden hoe je zou kunnen oefenen.
- Laat je kind eens tellen hoeveel auto’s er voor het huis geparkeerd staan, of hoeveel rode/zwarte/groene auto’s er staan
- Hoe vaak kan je kind springen? Laat het meetellen met het aantal sprongen.
- Hoeveel koeien staan er in de wei?
- Over hoeveel dagen is het weekend/gaat je kind uit logeren, etc. Kruis bijvoorbeeld elke dag door in de kalender die voorbij is. Je kind kan dan tellen hoeveel dagen er nog zijn.
- Wil je kind iets kopen in de supermarkt? Laat je kind eventueel zelf betalen en leg uit hoeveel het kost en welke muntjes / papiergeld dan nodig is.
- Samen met je kind een spaarpot met muntjes vullen of leeghalen en tellen maar ook uitleggen hoeveel elk muntje waard is.
- Tijdsbesef is voor kinderen moeilijk, maar je kunt bepaalde tijdsmomenten ook zo aangeven dat je kind het begrijpt. Geef aan dat vijf minuten net zolang is als de tijd om je aan te kleden. Of dat een uur net zolang is als het fietsen/lopen naar de kinderboerderij/opa en oma/winkel, etc.
- Meet en weeg je kind en laat ze weten hoelang ze zijn en wat ze wegen. Is het zwaar, is het lang of juist kort?
- Als je met je kind koekjes gaat bakken of iets anders, laat ze dan meekijken en meehelpen en leg uit hoeveel boter/suiker/melk je gebruikt.