Pesten zit in de mens

Voorbeeld van pesten
Marije zit in de klas. Ze denkt aan vanmorgen toen haar moeder schreeuwend haar kamer binnenliep. ‘Slaap je nog, lui varken die je bent, eruit nu, ander kom je te laat.’ Bij deze dreigende taal verliet ze al waggelend de kamer. Haar gewicht werd te zwaar voor haar benen, die al teveel hadden moeten lijden. Ze ademde zwaar en hield zich vast aan de trapleuning, terwijl ze treetje voor treetje afdaalde. Ze had zich verslapen en reageerde dat nogal kinds op Marije af. Marije deed de boodschappen voor haar, want dat werd haar te veel. Elke dag na school kreeg ze een boodschappenlijstje en een portemonnee in haar handen geduwd.‘Marije weet jij het antwoord.’ Ze schrikt op uit haar overpeinzingen en kijkt de meester aan. ‘Eeh nee.’, zegt ze. ‘Wil je even opletten want je zit weer te dromen’, zegt de meester en daarna wendt hij zich weer tot de klas. ‘Oke wie weet het antwoord wel?’
In de pauze gaat Marije bij de populairste meisjes van de klas staan. Ze wil graag vriendinnen worden met Annelies, de meest populaire. Iedereen loopt met haar weg, ze is eigengereid en geeft iedereen een grote mond, inclusief de meesters en juffen. Tot grote hilariteit van vooral de jongens in de klas. Ze kan ook heel gemeen zijn als ze iemand niet mag. Niemand wil ruzie met Annelies. Ze zet dan iedereen tegen je op, want die macht heeft ze. Dus ook Marije hangt aan haar lippen. Alleen durft ze niets te zeggen, ook niet tegen haar vriendinnen bang als ze is dat ze iets zegt dat verkeerd valt. Maar Annelies voelt de onzekerheid van Marije. Ze staart haar aan en gaat dan naast Lunette staan, die naast Marije staat. Dan valt Lunette tegen haar aan. Annelies heeft haar een duw gegeven. Samen proesten ze het uit, onderwijl naar Marije kijkend. Ze verwachten een reactie maar ze glimlacht alleen maar. Marije weet zich echt geen raad met deze situatie. Dit uitproberen van haar. Zich ongemakkelijk voelend, loopt ze weg van het groepje.
Ze blijft op de wc tot ze de bel hoort en ze weer in de klas mag zitten. Lunette en een ander meisje zitten achter haar. Ze weet al dat ze na afloop van de les naar de wc moet om de propjes plakband uit haar trui te halen. Die hebben ze op haar rug gegooid, stiekem tijdens de les. Ze voelt wel dat ze het doen, maar ze durft er niets over te zeggen, daarmee zou ze de toorn van de hele klas over zich heen krijgen. Dus haalt ze altijd de bolletjes eruit voordat ze naar huis gaat. Marije hoopt dat haar schooltijd snel om mag zijn….
Volgers, autonomen, bazen en verdoemden
Je hebt volgers, bazen (zij die de regels bepalen) en autonomen (zij die hun eigen weg gaan, zonder de bazen tegen te spreken). Daarnaast heb je de verdoemden: zij die anders zijn in hun gedrag en/of uiterlijk en niet de intelligentie of uitstraling bezitten om onopvallend hun eigen gang te gaan, zoals de autonomen dat doen. Die worden gepest. Ze worden koelbloedig uit de groep gevist en door iedereen geaccepteerd als outcast. Degenen met wie je mag doen wat je wilt. Er zullen onder de autonomen wel kinderen zijn die het er stilletjes niet mee eens zijn, maar zij gaan uit veiligheidsoverwegingen de strijd niet aan. Ze weten dat ze dan waarschijnlijk ook het mikpunt worden van de honerijen.Schoolleiding en docenten
Als wij dit groepsgedrag hebben gedefinieerd, is er nog een zeer belangrijke groep en dat zijn de meesters en de juffen, de docenten. Op hen is ook het nodige aan te merken. Uit verschillende verslagen van de gepesten blijkt dat de docenten vaak niet laten merken dat ze weten dat er gepest wordt. Ze vinden het probleem geen prioriteit hebben en dat de ouders overdrijven. 'Wat is een goede definitie van pesten', vragen ze zich af. Als ze niet mee mogen doen met een partijtje voetbal van de andere kinderen? Of als kinderen iets onaardigs zeggen tegen andere kinderen? Schoolleidingen bagatelliseren het probleem vaak, of zeggen dat het op hun school niet veel voorkomt.Dit is een zeer kwalijke zaak. De schoolleidingen zouden dit probleem wel prioriteit moeten geven. Pesten komt op alle scholen voor en met het ontkennen, wordt het er niet beter op. Het stoppen van pesten valt of staat met de houding van de docenten jegens de pester en gepeste. En die is vaak niet helemaal in orde. Mensen zijn toch geneigd de grote meerderheid te volgen uit angst om uit de groep te vallen. Zelfs volwassenen hebben daar last van. De meeste mensen willen vriendelijk en aardig gevonden worden en dan moet je niet met impopulaire maatregelen komen. Eerlijkheid en populariteit staan hier recht tegenover elkaar. Zeggen waar het op staat is voor veel docenten moeilijk en ook een kwestie van karakter. Maar we weten tegelijkertijd dat een leven in de knop zeer bemoeilijkt wordt door deze misère. En dat er iemand moet opstaan om de gepeste weer een leven te geven. Respect, dat is wat de kinderen geleerd moet worden, zodat ze later als volwassenen ook verstandig met mensen om kunnen gaan die anders zijn.