De tweedeling in de samenleving

De tweedeling in de westerse wereld is veel kleiner dan in de ontwikkelingslanden, hoe armer een land hoe groter de tweedeling. Maar hoe komt dit? De rijke wereld wordt gekenmerkt door een redelijk evenwichtige verdeling van de inkomstenklassen. Hoe beschaafder een land is(qua wetgeving), hoe vlakker de lijn is. Hierdoor ontstaat stagnatie, de rijken zijn gebaat bij hetzelfde blijven van de samenleving. De armen kunnen het niet veranderen.

De situatie in de westerse landen is beter, omdat de middenklasse de motor vormt voor vernieuwing of verandering, omdat ze niks hebben met traditie. Ze hebben nieuwe ideeën die ze ook kunnen uitvoeren, omdat ze een opleiding en geld hebben. In de westerse landen is er mobiliteit tussen de verschillende klassen. Er is een zekere vervaging aan de grenzen van de inkomstenklassen, wat in de ontwikkelingslanden niet zo is.

Status

Status is maatschappelijk aanzien, waarvan 2 soorten bestaan:

1. Verworven status
2. Aangeboren status

Verworven status moet je zelf verdienen in je leven. Dit doe je door een goede baan, goede muziekprestatie enzovoort. De aangeboren status erf je van je ouders. In de westerse wereld geldt vooral de verworven status, terwijl in de derdewereldslanden de aangeboren status verreweg het belangrijkst is. De status bepaalt waar je terechtkomt. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in India, hier heb je het zogenaamde kastensysteem. Er wonen ruim 1 miljard inwoners, terwijl de ruime helft nog in de Middeleeuwen leeft. Een kaste is een groep mensen die op basis van hun beroep een groep in de samenleving vormen. Er zijn ook nog zogenaamde paria's, dit is een groep die buiten de samenleving valt(in dit systeem). Er zijn duizenden verschillende kasten, dat is per gebied verschillend, maar er zijn wel 4 hoofdkasten te onderscheiden:

1. Religie, dit zijn de Brahmanen, de geestelijk leiders
2. Adel en Krijgslieden, zij komen uit het leger
3. Boeren en handelswerkslieden
4. Kooplieden

Rol van de religie

Hoe armer het land is hoe groter de invloed van de religie. De godsdienst is per definitie traditioneel ingesteld. Hun normen en waarden zijn ingesteld op de heilige boeken. De godsdienst houdt de moderne ontwikkeling altijd tegen, daardoor is het moeilijk voor die landen om goed tot ontwikkeling te komen.

In de westerse wereld zijn kerk en staat gescheiden. In de derde wereld zijn kerk en staat met elkaar verweven. Aan de ene kant is de kerk dus heel slecht, dit is op macro-economisch niveau. Op micro-economisch niveau is het goed, omdat het vaak het laatste redmiddel is voor iemand.

Positie van de vrouw

In de meeste derde wereld landen is de vrouw ondergesteld en ze staan laag in de hiërarchie. Bovenaan staan altijd de oudste mannen. Daarna de vorige generatie mannen en daarna de oudste zonen. Daarna komt het vee en pas daarna komt de vrouw. Leeftijd betekent ervaring, hier in het westen is dat niet zo, omdat alles heel snel verandert. Alleen een handjevol mensen die in het buitenland gestudeerd hebben staat hoog in de hiërarchie. Dit is natuurlijk een slecht systeem, omdat de vrouwen de opvoeders zijn van de kinderen. Ze zijn het meest traditioneel ingesteld. De rol van de vrouwen is heel simpel en bestaat uit 3 onderdelen:

1. kerk, de vrouw is verantwoordelijk voor de festiviteiten en de religieuze opvoeding
2. keuken, voedsel verzamelen en verbouwen, houthakken en koken
3. kinderen, als vrouw ben je verantwoordelijk voor kinderen. Je daalt in de rangorde als je er geen hebt

Bloedverwantschap

Bloedverwanten is iedereen uit een bepaalde familie. Deze zijn belangrijk vanwege de sociale voorzieningen, je bent ervan afhankelijk. Er heersen in ontwikkelingslanden hele strenge regels die functioneren om het bloedverwantschap staande te houden.

Een voorbeeld uit de islam:
Vader geeft zoon A een opdracht. Zijn zoon buigt, maar voert de opdracht niet uit. Een andere vader geeft zoon B een opdracht. Zijn zoon buigt niet, maar voert de opdracht wel uit. Moslims beschouwen zoon A dan als een goede zoon, omdat hij buigt, maar zoon B vinden ze slecht, omdat hij niet boog.