Wat is beginselenethiek?
Beginselenethiek ook wel 'deontologie' genoemd, is een handeling moreel juist als deze overeenstemt met een in zichzelf geldende morele regel (wet, norm of beginsel), ongeacht de gevolgen van die handeling.
Monistische & Pluralistische beginselenethiek.
Er wordt onderscheid gemaakt in Monistische beginselenethiek en Pluralistische beginselenethiek. Monistische gaat er vanuit dat een hoofdbeginsel waaruit alle morele normen kunnen worden afgeleid. Pluralistische gaat er vanuit dat meerdere beginselen, die als norm gelden voor moreel handelen. Een belangrijk verschil is de fundering of herkomst van de in zichzelf geldende morele regels. Deze regels kunnen door God gegeven zijn (Bijbel, Koran), of doen een beroep op een 'sociaal contract' waar de betrokkenen mee hebben ingestemd (bedrijfscodes), of op grond van redelijke argumenten.
Plicht
De bekendste beginselenethiek is van Immanuel Kant. Volgens Kant is geluk niet geschikt om er morele wetten of een Normatieve ethiek op te baseren. (Normatieve Ethiek is dat alle waarden, normen en deugden Relatief zijn) Hij zegt dat geluk een persoonsgebonden begrip is en verandert voor elk persoon in de loop van zijn leven. Veder is het moeilijk te bepalen wat geluk bevordert en daarom kan het streven naar geluk zelf immoreel uitpakken. Daarom zoekt Kant zijn ethiek niet in geluk maar in plicht.
Autonomie
Kant is van mening dat de mens zelf moet kunnen bepalen wat moreel goed is, onafhankelijk van externe normen, bijvoorbeeld religieuze normen. Deze mening wordt 'Autonomie' genoemd oftewel zelfwetgeving. Het idee is dat we onszelf een morele norm opleggen en hieraan gehoorzamen (dit is onze plicht). We handelen dus uit plichtbesef en eerbied voor de morele norm. Alleen dan handelen we vanuit de goede wil. Met goede wil wordt dus iets anders bedoeld dan het hebben van goede bedoelingen.
Categorische imperatief
Volgens Kant is er een universeel beginsel waaruit alle morele normen afgeleid kunnen worden. Dit beginsel dat volgens Kant ten grondslag ligt aan alle morele oordelen noemt hij 'de Categorische Imperatief'. Dit heeft hij op twee verschillende manieren geformuleerd.
Universaliseringsbeginsel = Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt.
Wederkerigheidsbeginsel = Handel zo dat je de mensheid, zowel in je eigen persoon als in de persoon van ieder ander, tegelijkertijd altijd ook als doel en nooit enkel als middel gebruikt.
Kritiek
Er bestaat echter ook kritiek op deze theorie. Volgens Kant zijn alle morele wetten afleidbaar uit de 'Categorische Imperatief'. Maar vormen die wetten een eenduidige en consistent stelsel van normen. Er is ook vaak sprake van meerdere tegenstrijdige normen. Een ander voorbeeld is de situatie waarin ik mijn vriend alleen kan redden uit een noodsituatie door te liegen dan zal ik altijd een norm moeten overtreden.