Het concept waarheid: wat is waarheid? Theorie over waarheid
Waarheid is in onze maatschappij een veelbesproken concept. Maar wat is waarheid en wanneer is een uitspraak waar? Belangrijk is dat waarheid altijd een eigenschap van een uitspraak over de werkelijkheid is, nooit de werkelijkheid zelf. Er zijn verscheidene theorieën over het concept waarheid, waarvan er in dit artikel zes worden besproken. De eerste twee zijn het meest in zwang.
De correspondentietheorie
Aanhangers van deze theorie menen dat een uitspraak waar is als deze correspondeert met de werkelijkheid. De moeilijkheid van deze veronderstelling zit ‘m in twee zaken:
- De correspondentietheorie loopt stuk op onoplosbare paradoxen. Bijvoorbeeld de volgende: Als een Kretenzer zegt: ‘Alle Kretenzers liegen’, liegt hij dan of niet? Ofwel: als een uitspraak waar is maar tegelijkertijd over zichzelf zegt onwaar te zijn, is deze dan waar of onwaar?
- Volgens de correspondentietheorie correspondeert taal over de werkelijkheid met de werkelijkheid, wat impliceert dat er een gemene deler is tussen taal en werkelijkheid ('correspondentie'). Deze gemene deler is er echter niet: er is geen manier om de vergelijking tussen taal en werkelijkheid te trekken, noch om taal en werkelijkheid met elkaar te laten 'corresponderen'. Er is geen derde, gemeenschappelijk element in termen waarvan de correspondentie tussen taal en werkelijkheid kan worden gedefenieerd, waarmee de correspondentietheorie van de waarheid geen inhoud aan haar begrippen weet te geven.
De coherentietheorie
Bij deze theorie wordt er vanuit gegaan dat een uitspraak alleen waar is als deze samenhangt met, in overeenstemming is met, al als waar aanvaarde uitspraken. Het probleem bij deze theorie is dat het
definiendum, het gedefinieerde, terugkomt in het
definiens, de te definiëren zaak.
Historici kunnen over het algemeen beter overweg met de coherentie- dan de correspondentietheorie, want het verleden bestaat niet meer. Immers, historici plaatsen nieuw bronnenmateriaal in de context van het reeds bekende (of hetgeen als bekend wordt verondersteld), waarmee echter één fundamentele vraag onbeantwoord blijft: als een uitspraak overtuigend is, is deze dan ook
waar?
De performatieve, deflationistische of redundantietheorie
Aanhangers van deze theorie gaan er vanuit dat de categorie '
waarheid' overbodig is. Het verschil tussen de uitspraak 'De tafel is een meter breed' en 'Het is waar dat de tafel een meter breed is' is volgens hen slechts het verrichten van een daad.
De pragmatische theorie
Volgens deze
theorie is een uitspraak pas waar als deze een goede gids voor het handelen vormt. Deze theorie is met name in wetenschappelijke zin moeilijk toe te passen. Voor de geschiedschrijving, bijvoorbeeld, heeft de pragmatische theorie van de
waarheid maar weinig waarde.
De correlatietheorie
Deze theorie is door de filosoof Dr. C. Behan McCullagh uitgewerkt in zijn boek
The truth of history. De theorie is een antwoord op de problemen die de correspondentietheorie met zich meebrengt: McCullagh meent dat uitspraken altijd betrekking hebben op de werkelijkheid, omdat ieder mens in dezelfde gedeelde fysische realiteit leeft. Dit is de basis voor elk contact, intercultureel contact incluis. Onze concepten, die onze uitspraken deels bepalen, zijn echter ook voor een deel cultuurgebonden. Er is dus wel correspondentie tussen
uitspraak en
werkelijkheid, maar in een afgezwakte vorm. Daarom spreekt McCullagh liever van correlatie.
De consensustheorie
Deze theorie is geformuleerd door de Duitse
filosoof Jürgen Habermas. Als neomarxistisch filosoof stelt Habermas dat heersende gedachten afkomstig zijn van de heersende klassen. Alle uitspraken over de werkelijkheid zijn daarmee 'besmet' door de ideeën van de heersende klasse. Habermas’ oplossing is de zogenaamde
herrschaftsfreie Diskussion, die hij in het werk
Die theorie des kommunikativen Handelns toelicht. Het loslaten van heersende invalshoeken, ingegeven door de marxistische tegenstelling kapitaal(bezitters) – proletariaat, kan hierbij leiden tot een onbevooroordeelde discussie, die leidt tot
waarheid. Habermas’ theorie bezit echter een onoplosbare contradictie: enerzijds meent
Habermas dat heersende opvattingen onvermijdelijk besmet zijn met de invloed van de heersende klasse, anderzijds wil hij deze besmetting in eerste instantie vermijden.